Artikel
1
1
Mr. W.R.J. van den Hende, directeur Juridische Zaken, is gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:
-
a.
beslissingen op bezwaarschriften, indien de gegrondverklaring, de ongegrond-verklaring of de niet-ontvankelijkverklaring geschiedt overeenkomstig het advies van de Commissie voor de bezwaarschriften en indien het niet betreft een bezwaarschrift dat vanwege zijn politieke betekenis of overigens, gelet op zijn aard en inhoud, door de minister persoonlijk of namens hem door de secretaris-generaal of diens plaats-vervanger dient te worden afgedaan;
-
b.
beslissingen op bezwaarschriften, indien over de te nemen beslissing op het bezwaarschrift geen advies is ingewonnen van de Commissie voor de bezwaarschriften;
-
c.
de beslissing tot verdaging van een beslissing op een ingediend bezwaarschrift;
-
d.
besluiten waarbij de betrokken Inspecteur der Invoerrechten en Accijnzen wordt gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij te beslissen op bezwaarschriften en verweerschriften en overige schrifturen in te dienen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven in verband met bij dat college ingestelde beroepen betreffende het In- en Uitvoerbesluit landbouwgoederen 1980;
-
e.
beslissingen op verzoeken tot heroverweging van al dan niet op bezwaarschrift genomen beslissingen, betrekking hebbend op aan betrokkenen toekomende referentiehoeveelheden mest;
-
f.
verweerschriften en andere schrifturen in gedingen aanhangig bij de bestuursrechter;
-
g.
besluiten op grond van de artikelen 86, 90 en 91 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;
-
h.
verzoeken om schadevergoeding tot bedragen van ten hoogste f. 10.000,—;
-
i.
de beantwoording van aan de minister gerichte individuele brieven, het werkterrein van zijn directie betref-fende, voor zover het antwoord zich beperkt tot een beschrijving van vigerend beleid en niet van politieke betekenis is, terwijl ook overigens uit de aard en inhoud van de desbetreffende brieven niet voortvloeit dat de beantwoording door de minister persoonlijk of namens deze door de secretaris-generaal dient te worden ondertekend.