Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
a.
minister:
Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
b.
project:
geheel van activiteiten gericht op één of meer concrete resultaten op het gebied van natuur, bos of landschap;
c.
thema:
beleidscategorie op het gebied van natuur, bos of landschap.
Artikel
2
De minister kan op aanvraag subsidies verstrekken voor projecten die een bijdrage leveren aan de realisering van één of meer van de doelstellingen binnen een thema.
Artikel
3
1
De minister stelt bij nader besluit vast voor welke thema’s aanvragen voor subsidie kunnen worden ingediend, en geeft daarbij voor elk thema aan:
a.
de beoordelingsmaatstaven;
b.
wie een aanvraag kunnen indienen;
c.
de subsidiabele kosten;
d.
het percentage van de subsidiabele kosten dat voor subsidie in aanmerking komt, dan wel een vast bedrag;
e.
de periode waarin de aanvraag ingediend kan worden, en
f.
bij welke instantie de aanvraag wordt ingediend.
2
De minister kan voor een thema bij nader besluit instellingen aanwijzen aan welke hij bij uitsluiting subsidie verstrekt.
3
De minister kan voor een thema jaarlijks een subsidieplafond vaststellen.
4
De minister verdeelt het beschikbare bedrag naar de datum van ontvangst van de aanvragen, met dien verstande dat wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag is aangevuld, met betrekking tot de verdeling als datum van ontvangst geldt.
5
De minister geeft van de besluiten, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, kennis in de Staatscourant.
Artikel
4
Geen subsidie wordt verstrekt voor projecten waarmee reeds een aanvang is gemaakt alvorens de aanvraag tot subsidieverlening schriftelijk is bevestigd.
Paragraaf
2
- Subsidieverlening
Artikel
5
Subsidie kan worden verleend voor ten minste één tijdvak van een jaar en ten hoogste vijf aaneengesloten tijdvakken van een jaar.
Artikel
6
1
Een aanvraag tot verlening van subsidie gaat vergezeld van een projectplan.
2
Het projectplan houdt in ieder geval het volgende in:
a.
een beschrijving van het project, waarin is opgenomen een probleemanalyse, het doel van het project, de noodzaak van het project alsmede de noodzaak van de kosten;
b.
een sluitende begroting voor het project alsmede een toelichting daarop. Indien het een meerjarig project betreft dient de begroting een meerjarenbegroting te zijn met een liquiditeitsplanning per jaar;
c.
de realisatietermijn.
Artikel
7
1
De minister geeft een beschikking omtrent subsidieverlening binnen drie maanden na afloop van de desbetreffende aanvraagperiode.
2
Voorzover bij nader besluit is bepaald dat aanvragen gedurende het gehele kalenderjaar kunnen worden ingediend, beslist de minister omtrent subsidieverlening binnen drie maanden na ontvangst van de aanvraag.
Paragraaf
3
- Verplichtingen van de subsidieontvanger
Artikel
8
Indien de uitvoering van het project langer is dan één jaar, rapporteert de subsidieontvanger tenminste eenmaal per jaar op een door de minister te bepalen wijze omtrent de voortgang van het project.
Paragraaf
4
- Bevoorschotting
Artikel
9
1
De minister kan de subsidieontvanger op diens verzoek voorschotten verstrekken van ten hoogste 80% van het bedrag vermeld in de beschikking tot subsidieverlening.
2
In bijzondere gevallen kan de minister de subsidieontvanger op diens verzoek voorschotten verstrekken van ten hoogste 95% van het bedrag vermeld in de beschikking tot subsidieverlening.
3
Ingeval subsidie is verleend voor meerdere aaneengesloten tijdvakken van een jaar, kan per tijdvak één voorschot worden verstrekt, met dien verstande dat het in het eerste dan wel tweede lid genoemde percentage naar rato wordt verdeeld over de onderscheiden tijdvakken.
4
De minister kan naar aanleiding van een ontvangen aanvraag tot voorschotverlening de subsidieontvanger verzoeken een overzicht van de liquiditeitsbehoefte te overleggen.
Paragraaf
5
- Subsidievaststelling
Artikel
10
1
Voorzover de subsidie is verleend voor één tijdvak van een jaar, dient de subsidieontvanger binnen twee maanden na afloop van het project een aanvraag tot subsidievaststelling in.
2
Voorzover de subsidie is verleend voor meerdere aaneengesloten tijdvakken van een jaar, dient de subsidieontvanger telkens binnen twee maanden na afloop van een tijdvak van een jaar een aanvraag tot subsidievaststelling over dat tijdvak in, met dien verstande dat na het laatste tijdvak de aanvraag wordt ingediend binnen twee maanden na afloop van het project.
Artikel
11
1
Indien de totale subsidiabele kosten meer bedragen dan € 22.689,01 gaat de aanvraag tot subsidievaststelling vergezeld van een verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek waaruit blijkt dat voldaan is aan de bij of krachtens deze regeling gestelde voorwaarden en verplichtingen.
2
De goedkeurende accountantsverklaring wordt opgesteld overeenkomstig de in bijlage 1 opgenomen model-accountantsverklaring.
Artikel
12
De minister geeft binnen drie maanden na ontvangst van de in artikelen 10 en 11 bedoelde bescheiden een beschikking omtrent subsidievaststelling.
Paragraaf
6
- Overgangs- en slotbepalingen
Artikel
13
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Artikel
14
Deze regeling wordt aangehaald als: Kaderregeling subsidiëring natuurprojecten.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, G.H.Faber
Wij hebben de bijgevoegde financiële verantwoording van <naam instelling> te <plaats> inzake het project <naam project> over de periode van .... t/m .... in het kader van de Kaderregeling subsidiëring natuurprojecten gecontroleerd. De financiële verantwoording is opgesteld onder de verantwoording van <de leiding van naam instelling / naam persoon>.
Het is onze verantwoordelijkheid om een accountantsverklaring inzake de financiële verantwoording te verstrekken. Voor het onderhavige project is bij beschikking van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, kenmerk <nummer> d.d. <datum> een subsidie verleend tot een maximum van f <bedrag>.
Onze controle is verricht overeenkomstig de richtlijnen met betrekking tot controle-opdrachten. Volgens de richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de financiële verantwoording geen onjuistheden van materieel belang bevat. Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de bedragen in de financiële verantwoording.
Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel. Wij zijn van oordeel dat de financiële verantwoording voldoet aan de voor dit doel eraan te stellen eisen.