Besluit van 22 januari 1999, houdende voorschriften van overgangsrechtelijke aard in verband met de invoering van leerwegen in middelbaar algemeen voortgezet onderwijs en voorbereidend beroepsonderwijs, alsmede van leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs (regeling overgangsmaatregelen mavo-vbo)

Besluit houdende voorschriften van overgangsrechtelijke aard ivm invoering van de regeling overgangsmaatregelen mavo-vbo

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, drs. K. Y. I. J. Adelmund, van 10 november 1998, nr. 1998/46958 (3721), directie Wetgeving en Juridische Zaken, gedaan mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
De Raad van State gehoord (advies van 17 december 1998, nr. W05.98 0519);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, K. Y. I. J. Adelmund, van 19 januari 1999, nr. 1998/54973(3721), directie Wetgeving en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Paragraaf

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

Begripsbepalingen

In dit besluit wordt, met uitzondering van artikel 11, verstaan onder:

wet: de Wet van 25 mei 1998 (Stb. 337), houdende wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering van leerwegen in de hogere leerjaren van het middelbaar algemeen voortgezet onderwijs en het voorbereidend beroepsonderwijs, alsmede van leerwegondersteunend en praktijkonderwijs (regeling leerwegen mavo en vbo; invoering leerwegondersteunend en praktijkonderwijs);

WVO: de Wet op het voortgezet onderwijs;

school voor svo-lom: een school voor speciaal voortgezet onderwijs, bezocht door kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden als bedoeld in artikel III, eerste lid, van de wet;

afdeling voor svo-lom: een afdeling voor speciaal voortgezet onderwijs, bezocht door kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden als bedoeld in artikel III, eerste lid, van de wet;

afdeling voor svo-mlk: een afdeling voor speciaal voortgezet onderwijs, bezocht door moeilijk lerende kinderen als bedoeld in artikel VII, eerste lid, van de wet;

school voor mavo: een school voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs;

school voor vbo: een school voor voorbereidend beroepsonderwijs;

scholengemeenschap: een scholengemeenschap waarvan ten minste deel uitmaakt een school voor mavo of een school voor vbo;

school voor praktijkonderwijs: een school voor praktijkonderwijs als bedoeld in artikel 10f van de WVO;

schoolsoortgroep: een schoolsoortgroep als genoemd in de ministeriële regeling op grond van artikel 85, vijfde lid, van de WVO (Uitleg OCenW-regelingen 1998, nr. 17b (VO/FB/1998/24968));

anderstalige leerlingen: leerlingen met een niet-Nederlandse culturele achtergrond als bedoeld in artikel 12 van het Formatiebesluit W.V.O.;

BRIN-nummer: het nummer waaronder een school staat geregistreerd in de Basisregistratie Instellingen.

Paragraaf

2

Overdracht van taken en bevoegdheden van een school of afdeling voor svo-lom aan een orgaan als bedoeld in artikel VI van de wet

Artikel

2

Voorschriften m.b.t. de mededeling, bedoeld in artikel VI van de wet

Artikel

3

Beëindiging bekostiging school of afdeling voor svo-lom

Indien het bevoegd gezag van een school voor svo-lom of afdeling voor svo-lom ten aanzien van die school of afdeling de mededeling, bedoeld in artikel VI, eerste lid, van de wet, doet, wordt met ingang van het schooljaar waarop de mededeling betrekking heeft, een zodanige openbare school of afdeling opgeheven dan wel wordt de aanspraak op bekostiging van een zodanige bijzondere school of afdeling beëindigd. Artikel 265, vierde lid, van de WVO is van overeenkomstige toepassing.

Artikel

4

Leerlingtelling vo-scholen i.v.m. toepassing Formatiebesluit W.V.O. na toepassing artikel VI van de wet

Artikel

5

Toekenning vaste voet aan vo-school of -scholengemeenschap

Indien toepassing wordt gegeven aan artikel VI van de wet, wordt van de school voor mavo of voor vbo of van de scholengemeenschap, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel d, het vaste aantal formatieplaatsen, genoemd in artikel 2 van het Formatiebesluit W.V.O., vermeerderd. De vermeerdering is voor de verschillende schoolsoortgroepen als volgt:

  • a.

    schoolsoortgroep 1: 2,26 formatieplaatsen,

  • b.

    schoolsoortgroep 3: 0,31 formatieplaatsen,

  • c.

    schoolsoortgroep 4: 1,15 formatieplaatsen.

Artikel

6

Vaststelling overgangsbudget en aanvullende personele vergoeding aan vo-school of -scholengemeenschap

Artikel

7

Vaststelling formatie vo-scholen of -scholengemeenschap in verband met anderstalige leerlingen

Artikel

8

Instellingsaccountantscontrole en vereiste documenten

Voor het eerste schooljaar waarin toepassing wordt gegeven aan artikel VI van de wet, geldt bij de controle van de telling van anderstalige leerlingen, in afwijking van de regeling administratie leerlinggegevens WVO (Uitleg OCenW-Regelingen 1995, nr. 29), voor de groep anderstalige leerlingen op grond waarvan het in artikel 7, vierde lid, bedoelde aantal formatieplaatsen is berekend, dat de school of scholengemeenschap, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel c, moet voldoen aan de voorschriften, vastgesteld bij of krachtens deel II van de WVO zoals die luidden op 31 juli voorafgaand aan de bedoelde toepassing.

Artikel

9

Vergoeding exploitatiekosten vo-school of -scholengemeenschap

Paragraaf

3

Norm omzetting svo-mlk-afdelingen in school voor praktijkonderwijs

Artikel

10

Omzetting afdelingen voor svo-mlk in school voor praktijkonderwijs

Het aantal leerlingen, bedoeld in artikel VIII, tweede lid, van de wet, is 75. Indien toepassing van de eerste volzin niet in overeenstemming is met een evenwichtig geheel van onderwijsvoorzieningen, kan Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, in afwijking van de eerste volzin toepassing geven aan artikel VIII, tweede lid, van de wet.

Paragraaf

4

Tijdelijke regeling onderwijsbevoegdheden

Paragraaf

5

Salarisgarantie

Artikel

12

Salarisgarantie

Indien toepassing wordt gegeven aan artikel II, IV, V, VI of VIII van de wet, behoudt het personeel dat:

  • a.

    op de dag voorafgaand aan het tijdstip met ingang waarvan de bedoelde toepassing wordt gegeven, was verbonden aan de desbetreffende school of afdeling voor svo, en

  • b.

    met ingang van het bedoelde tijdstip wordt verbonden aan de desbetreffende school voor mavo, voor vbo, of voor praktijkonderwijs, dan wel aan een orgaan als bedoeld in artikel VI van de wet, zijn aanspraak op salariëring volgens het carrièrepatroon conform de schaal die gold voor de functie op de dag voorafgaand aan het bedoelde tijdstip.

Paragraaf

6

Slotbepalingen

Artikel

13

Inwerkingtreding

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, K. Y. I. J. Adelmund
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, H. H. Apotheker
De Minister van Justitie, A. H. Korthals