Wet van 3 juni 1999 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 ten behoeve van het stellen van nadere regels ten aanzien van het netbeheer en de levering van elektriciteit aan beschermde afnemers

Wijzigingswet Elektriciteitswet 1998 (stellen van nadere regels ten aanzien van het netbeheer en de levering van elektriciteit aan beschermde afnemers)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is, gelet op een daartoe strekkend verzoek van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, om nadere regels ten aanzien van het netbeheer en de levering van elektriciteit aan beschermde afnemers uit te werken in de Elektriciteitswet 1998, waarbij mede uitvoering wordt gegeven aan richtlijn nr. 96/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 19 december 1996 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit (PbEG 1997, L 27), en om de Elektriciteitswet 1998 tevens op een aantal andere punten te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

I

Wijzigt de Elektriciteitswet 1998.

Artikel

II

Wijzigt de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie.

Artikel

III

Artikel

IV

Artikel

V

Artikel

VI

Artikel

VII

De tekst van de Elektriciteitswet 1998 wordt in het Staatsblad geplaatst. Voor de plaatsing in het Staatsblad stelt Onze Minister van Economische Zaken de nummering van de artikelen, hoofdstukken en paragrafen van de Elektriciteitswet 1998 opnieuw vast en brengt hij de in deze wet voorkomende aanhalingen van de artikelen, hoofdstukken en paragrafen met de nieuwe nummering in overeenstemming.

Artikel

VIII

Wijzigt de Elektriciteitswet 1989.

ARTIKEL

IX

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Economische Zaken, A. Jorritsma-Lebbink
De Minister van Justitie, A. H. Korthals