2
Erkenning wordt slechts verleend indien de controlepost voldoet aan de artikelen 3, derde lid, 4, eerste en derde lid, en 5, van de verordening alsmede, indien het een gebouw van een verzamelcentrum of een verzamelcentrum als bedoeld in artikel 2, punt o, van richtlijn 64/432/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschap van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens (PbEG L 121) betreft of als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, punt 3, van richtlijn 91/68/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 januari 1991 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer in schapen en geiten (PbEG L046), aan artikel 4, tweede lid, van de verordening.
3
De minister kan het gebruik van een controlepost tijdelijk verbieden in de gevallen bedoeld in artikel 3, vierde lid, van de verordening. De minister kan het tijdelijke verbod opheffen indien is voldaan aan het bepaalde in artikel 3, vierde lid, van de verordening.