Artikel
1
In deze regeling wordt verstaan onder:
De Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijks-relaties en voor zover het betreft het onderwijs de Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen;
de gemeenten Almelo, Arnhem, Amsterdam, Breda, Den Haag, Deventer, Dordrecht, Eindhoven, Enschede, Groningen, Haarlem, Heerlen, Hengelo, Helmond, ’s Her-togenbosch, Leeuwarden, Leiden, Maastricht, Nijmegen, Rotterdam, Schiedam, Tilburg, Utrecht, Venlo en Zwolle;
het college van burgemeester en wethouders van een tot de G25 behorende gemeente;
het convenant dat op 17 december 1998 tussen het Rijk en de G25 is gesloten;
het ontwikkelingsprogramma dat het gemeentebestuur overeenkomstig de in het doorstartconvenant opgenomen afspraken vóór 1 november 1999 bij het Rijk indient.