Joint Aviation Requirements Synthetic Training Devices, Flight Simulators - Aeroplanes, vastgesteld door de JAA,
2º
JAR-STD 3A:
Joint Aviation Requirements Synthetic Training Devices, Flight & Navigation Procedures Trainers, vastgesteld door de JAA,
3º
JAR-STD 2A:
Joint Aviation Requirements Synthetic Training Devices, Aeroplane Flight Training Devices, vastgesteld door de JAA,
4º
JAR-STD 1H:
Joint Aviation Requirements Synthetic Training Devices, Helicopter Flight Simulators, vastgesteld door de JAA,
5º
FAA AC 120-45 A:
Federal Aviation Administration (FAA) Advisory Circular, Airline Flight Training Device Qualification, vastgesteld door de FAA,
6º
FAA AC 120-40 A en B:
Federal Aviation Administration (FAA) Advisory Circular, Airplane Simulator Qualification, vastgesteld door de FAA,
7º
CAA CAP 453:
Civil Aviation Authority (CAA) Aeronautical Publication, Aeroplane Flight Simulators, vastgesteld door de CAA,
8º
FAA, AC 120-63:
Federal Aviation Administration (FAA) Advisory Circular, Helicopter Simulator Qualification, vastgesteld door de FAA;
b.
minister:
Minister van Verkeer en Waterstaat;
c.
vluchtnabootser:
een flight simulator als bedoeld in de kwalificatiedocumenten, genoemd in onderdeel a, onder 1, 4, 5 en 6;
d.
FNPT I:
een vlieg- en navigatieprocedures trainer (Flight and Navigation Procedures Trainer) Type I als bedoeld in JAR-STD 3A;
e.
FNPT II:
een vlieg- en navigatieprocedures trainer (Flight and Navigation Procedures Trainer) Type II als bedoeld in JAR-STD 3A;
f.
FNPT:
een vlieg- en navigatieprocedures trainer als bedoeld in FAA AC 120-45 A;
g.
FTD:
een vliegtrainingsinstrument (Flight Training Device) als bedoeld in JAR-STD 2A.
Artikel
2
1
De aanvraag tot afgifte van een bewijs van kwalificatie wordt gesteld op een daartoe door de minister verstrekt aanvraagformulier.
2
Afgifte en verlenging van een bewijs van kwalificatie geschiedt niet voordat de aanvrager de kosten heeft vergoed volgens de tarieven, genoemd in de Regeling Tarieven voor de luchtvaart.
Artikel
3
Een STD is gekwalificeerd indien:
a.
de minister op basis van een onderzoek als bedoeld in artikel 4 een bewijs van kwalificatie heeft afgegeven, of
b.
een daartoe bevoegde autoriteit van een JAA-land, genoemd in de bij deze regeling behorende bijlage, op basis van een onderzoek gebaseerd op JAR-STD 1A, 2A, 3A of 1H een bewijs van kwalificatie heeft afgegeven en de locatie van de STD binnen het betreffende JAA-land is.
Artikel
4
1
Op aanvraag van de eigenaar of houder van een STD kan de minister na onderzoek gebaseerd op JAR-STD 1A voor vluchtnabootsers van vleugelvliegtuigen, dan wel FAA AC 120-63 voor vluchtnabootsers van helicopters, JAR-STD 2A voor FTD’s, JAR-STD 1H voor vluchtnabootsers van helikopters dan wel JAR-STD 3A voor FNPT I en FNPT II een STD voor een bepaald niveau kwalificeren.
2
Indien uit het onderzoek blijkt dat een STD aan de eisen voor het gewenste niveau voldoet, wordt door de minister een bewijs van kwalificatie afgegeven voor het gewenste niveau.
3
Indien uit het onderzoek blijkt dat een STD niet aan de eisen voor het gewenste niveau voldoet, maar wel voor een lager niveau van kwalificatie, wordt door de minister een bewijs van kwalificatie afgegeven voor dat niveau.
4
Indien met een vluchtnabootser of FTD meer dan één type luchtvaartuig, waarvoor verschillende typebevoegdverklaringen bestaan, kan worden nagebootst, wordt per afzonderlijk type een bewijs van kwalificatie afgegeven.
5
Voor een FNPT I wordt een bewijs van kwalificatie afgegeven voor een klasse vliegtuigen overeenkomstig het tweede of derde lid.
6
Voor een FNPT II wordt een bewijs van kwalificatie afgegeven voor een meermotorig type of klasse vliegtuigen overeenkomstig het tweede of derde lid.
Artikel
5
1
Het bewijs van kwalificatie wordt voor ten hoogste twaalf maanden afgegeven.
2
De eigenaar of houder van een STD dient ten minste drie maanden voor de datum, waarop afgifte van een bewijs van kwalificatie gewenst is, een aanvraag in voor afgifte van dit bewijs.
3
De termijn, genoemd in het tweede lid kan op verzoek van de aanvrager worden verkort tot een maand voor zover het betreft een aanvraag tot afgifte van een bewijs van kwalificatie voor een FNPT I.
Artikel
6
Het onderzoek, bedoeld in artikel 4, vindt plaats:
a.
voor zover het betreft initiële afgifte van een bewijs van kwalificatie, uiterlijk twee weken voor de datum waarop de eigenaar of houder de STD in gebruik wenst te nemen;
b.
voor zover het betreft de verlenging van een bewijs van kwalificatie, tussen 60 dagen en twee weken voor het verlopen van de termijn van geldigheid, bedoeld in artikel 5, eerste lid.
Artikel
7
In geval van verlenging van een bewijs van kwalificatie verkrijgt dit bewijs zijn geldigheid op het moment dat de geldigheid van het voorafgaande bewijs van kwalificatie afloopt.
Artikel
8
1
De minister kan een bewijs van kwalificatie voor een periode van ten hoogste drie maanden schorsen indien een ernstig vermoeden bestaat dat:
a.
het bewijs van kwalificatie op basis van onjuiste informatie is afgegeven, of
b.
de gekwalificeerde STD als gevolg van veroudering, schade of wijzigingen niet meer dezelfde eigenschappen bezit als tijdens het onderzoek, bedoeld in artikel 4.
2
De eigenaar of houder van een STD is verplicht zo spoedig mogelijk aan de minister melding te doen van overdracht van de STD aan een andere eigenaar, geplande wijzigingen of schade, ontstaan aan een STD, die van zodanige aard zijn dat het kwalificatieniveau kan worden beïnvloed.
3
Een schorsing op grond van het eerste lid, onder b, wordt opgeheven indien de eigenaar of houder van de STD heeft aangetoond dat de STD wederom dezelfde eigenschappen bezit als tijdens het onderzoek, bedoeld in artikel 4.
4
De minister kan tussentijds een bewijs van kwalificatie intrekken of wijzigen:
a.
op één van de gronden, bedoeld in het eerste lid, onder a of b;
b.
indien de eigenaar of houder van een STD medewerking aan het vaststellen van de aanwezigheid van de gronden voor wijziging of intrekking, bedoeld in het eerste lid, onder a of b, weigert;
c.
indien het bewijs van kwalificatie ten minste drie maanden is geschorst; of
d.
op verzoek van de eigenaar of houder van een STD.
5
Wijziging en schorsing zijn niet van invloed op de termijn van geldigheid van het bewijs van kwalificatie, bedoeld in artikel 5, eerste lid.
6
Indien een bewijs van kwalificatie is ingetrokken, is de houder van het bewijs verplicht dat bewijs onverwijld bij de minister in te leveren.
Artikel
9
Het bewijs van kwalificatie van een STD, afgegeven op enig tijdstip voor inwerkingtreding van deze regeling, behoudt de termijn van geldigheid, die in dat bewijs is aangegeven.
Artikel
10
1
In afwijking van artikel 4, eerste lid, kan de minister een vluchtnabootser van een vleugelvliegtuig, gekwalificeerd of goedgekeurd vóór 1 april 1998 op basis van één van de in artikel 1, onder a, onderdeel 4 en 5 genoemde documenten, op aanvraag van de eigenaar of houder, voor een aan JAR-STD 1A vergelijkbaar niveau kwalificeren.
2
In afwijking van artikel 4, eerste lid, kan de minister een FNPT, gekwalificeerd of goedgekeurd vóór 1 juli 1999 op basis van het in artikel 1, onder a, genoemde document, op aanvraag van de eigenaar of houder, voor een aan JAR-STD 3A vergelijkbaar niveau kwalificeren.
3
In afwijking van artikel 4, eerste lid, kan de minister voor een vluchtnabootser voor vliegtuigen of een FNPT die is gekwalificeerd of goedgekeurd vóór 1 juli 1999 respectievelijk vóór 1 oktober 1999 niet op basis van een document, bedoeld in artikel 1, onder a, een bewijs van kwalificatie afgeven met een speciale categorie.
4
In afwijking van artikel 4, eerste lid, kan de minister voor een FTD die is gekwalificeerd of goedgekeurd vóór 1 augustus 2002 niet op basis van een document, bedoeld in artikel 1, onder a een bewijs van kwalificatie afgeven met een speciale categorie.
5
In afwijking van artikel 4, eerste lid, kan de minister voor een vluchtnabootser voor helikopters die is gekwalificeerd of goedgekeurd vóór 1 januari 2003 niet op basis van een document bedoeld in artikel 1, onderdeel a, een bewijs van kwalificatie afgeven met een speciale categorie.
6
In afwijking van artikel 4, eerste lid, kan de minister een vluchtnabootser voor helikopters, gekwalificeerd of goedgekeurd vóór 1 januari 2003 op basis van een in artikel 1, onderdeel a, genoemd document, op aanvraag van de eigenaar of houder, voor een JAR-STD 1H vergelijkbaar niveau kwalificeren.
7
De kwalificatie, bedoeld in het tweede lid, en de kwalificatie met een speciale categorie voor FNPT’s, bedoeld in het derde lid, zijn ten hoogste geldig tot 1 oktober 2005.
Artikel
11
De Regeling kwalificatie vluchtnabootsers wordt ingetrokken.
Artikel
12
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 oktober 1999.
Artikel
13
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling kwalificatie STD’s.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Verkeer en Waterstaat, T.Netelenbos
Bijlage als bedoeld in artikel 3, onderdeel b, en artikel 7, tweede lid, van Regeling Kwalificatie STD's
De JAA-landen bedoeld in artikel 3, onderdeel b, voor zover de kwalificatie gedaan is op basis van JAR-STD 1A, zijn: