Besluit van 25 oktober 1999, houdende regels voor de vergoeding ter zake van het gebruik van spoorweginfrastructuur (Besluit gebruiksvergoeding spoorweginfrastructuur)

Besluit gebruiksvergoeding spoorweginfrastructuur

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 22 juni 1999, nr. DGP/IB/N.BO/99/004, Directoraat-Generaal Personenvervoer;
De Raad van State gehoord, advies van 7 september 1999, nr. WO9.99 0309/V;
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 15 oktober 1999, nr. DGP/VI/U.99 0417, Directoraat-Generaal Personenvervoer;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: De Spoorwegwet;

  • b.

    spoorweginfrastructuur: spoorweginfrastructuur als bedoeld in artikel 28, eerste lid, onder c, van de wet;

  • c.

    beheer van spoorweginfrastructuur: totstandbrengen en onderhouden van spoorweginfrastructuur, daaronder begrepen de regelings- en veiligheidssystemen;

  • d.

    beheerder: de krachtens hoofdstuk III van de wet met het beheer van spoorweginfrastructuur belaste instantie;

  • e.

    het nationale net: de spoorweginfrastructuur die door NS Railinfrabeheer B.V. wordt beheerd;

  • f.

    station: een onderdeel van de onder b bedoelde spoorweginfrastructuur, bestaande uit met spoorwegen verbonden voorzieningen die blijkens hun constructie en inrichting geheel of gedeeltelijk bestemd zijn voor aankomst en vertrek van spoorvoertuigen en voor het in-, uit- of overstappen van reizigers;

  • g.

    spoorwegonderneming: een spoorwegonderneming of een internationaal samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 28, eerste lid, onder a onderscheidenlijk onder b van de wet, niet zijnde een spoorwegonderneming waarvan de activiteiten zich beperken tot stads- en streekvervoer;

  • h.

    dienstregeling: een voor een ieder kenbaar schema van reismogelijkheden;

  • i.

    Onze Minister: Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;

  • j.

    vergoeding: een ingevolge artikel 2, eerste lid, in rekening gebrachte vergoeding;

  • k.

    station van categorie 1: een tot het nationaal net behorend station dat beschikt over een hoog voorzieningenniveau en als zodanig door Onze Minister is aangewezen;

  • l.

    een station van categorie 2: een tot het nationale net behorend station dat geen station van categorie 1 is;

  • m.

    openbaar vervoer van personen: voor een ieder openstaand personenvervoer per trein volgens een dienstregeling;

  • n.

    besloten vervoer van personen: vervoer van personen anders dan bedoeld onder m.

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

De regeling van Onze Minister van 4 december 1997 houdende voorschriften voor de vaststelling van de vergoeding voor het gebruik van spoorweginfrastructuur die deel uitmaakt van een trans-europees goederensnelspoortraject (Stcrt. 240) wordt ingetrokken.

Artikel

8

Artikel

9

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit gebruiksvergoeding spoorweginfrastructuur.

Artikel

10

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip met uitzondering van artikel 8 dat in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Verkeer en Waterstaat, T. Netelenbos
De Minister van Justitie, A. H. Korthals