Artikel
1
In dit besluit wordt verstaan onder:
-
a.
Onze Minister: Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
-
b.
Commissie: Commissie van de Europese Gemeenschappen;
-
c.
richtlijn: richtlijn nr. 98/70/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 oktober 1998 betreffende de kwaliteit van benzine en van dieselbrandstof en tot wijziging van Richtlijn 93/12/EEG van de Raad (PbEG L 350);
-
d.
richtlijn 70/220/EEG: richtlijn nr. 70/220/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 20 maart 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten met betrekking tot maatregelen tegen luchtverontreiniging door emissies van motorvoertuigen (PbEG L 76/1), als geldend op 28 december 1998;
-
e.
richtlijn 88/77/EEG: richtlijn nr. 88/77/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 3 december 1987 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten met betrekking tot de maatregelen die moeten worden genomen tegen de emissie van gasvormige verontreinigingen door dieselmotoren, bestemd voor het aandrijven van voertuigen (PbEG L 036), als geldend op 28 december 1998;
-
f.
GN-code: code als bedoeld in de verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PbEG L 256), als geldend op 28 december 1998;
-
g.
benzine: iedere vluchtige minerale olie bestemd voor verbrandingsmotoren met elektrische ontsteking voor de aandrijving van voertuigen die onder de GN-codes 2710 00 27, 2710 00 29, 2710 00 32, 2710 00 34 of 2710 00 36 valt;
-
h.
dieselbrandstof: gasolie die onder GN-code 2710 00 66 valt en bestemd is voor de aandrijving van voertuigen als bedoeld in richtlijn 70/220/EEG en richtlijn 88/77/EEG.