Besluit van 23 december 1999, houdende afwijkende regels inzake het recht op een uitkering ten aanzien van personen die niet in Nederland wonen (Besluit afwijkende regels beperking export uitkeringen)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst van 8 december 1999, Directie Sociale Verzekeringen, nr. SV/GSV/99/78348;
De Raad van State gehoord (advies van 16 december 1999, nr. W12.99.0609/IV);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. F. Hoogervorst van 21 december 1999, Directie Sociale Verzekeringen, nr. SV/GSV/99/81589;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Hoofdstuk
1
Begripsbepaling
Artikel
1
Werkzaamheden in het algemeen belang
Voor de toepassing van dit besluit wordt onder werkzaamheden die in het algemeen belang worden verricht verstaan werkzaamheden verricht door degene die:
a.
in dienstbetrekking staat tot een Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersoon dan wel uit anderen hoofde loon geniet van een zodanige rechtspersoon;
b.
is uitgezonden om werkzaamheden te verrichten voor door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in overeenstemming met de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking aan te wijzen organisaties voor ontwikkelingssamenwerking;
c.
werkzaam is bij een door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan te wijzen volkenrechtelijke organisatie;
d.
werkzaamheden verricht die worden bekostigd door het Rijk en die tevens in opdracht van het Rijk worden verricht in het kader van een wettelijke taakomschrijving of ter uitvoering van een internationaal verdrag dan wel een daarmee gelijk te stellen overeenkomst of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie.
Hoofdstuk
2
Recht op uitkering bij werken in het algemeen belang en het niet in Nederland wonen
Artikel 19a, eerste lid, van de Ziektewet is niet van toepassing op de persoon die verzekerd is op grond van die wet uit hoofde van een dienstbetrekking tot het verrichten van werkzaamheden in het algemeen belang en zijn, in hetzelfde land wonende, gezinslid.
In afwijking van artikel 7b, eerste lid, van de Algemene Kinderbijslagwet, heeft de verzekerde, bedoeld in dat artikel, recht op kinderbijslag, indien hij werkzaamheden in het algemeen belang verricht en het eigen kind, het aangehuwde kind of het pleegkind woont in hetzelfde land, Nederland of een land waarin op grond van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie recht op kinderbijslag kan bestaan.
Artikel
7
Recht op nabestaandenuitkering, halfwezenuitkering en wezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet
de nabestaande, bedoeld in dat artikel, recht op nabestaandenuitkering, indien de nabestaande werkzaamheden in het algemeen belang verricht;
b.
de nabestaande, bedoeld in dat artikel, recht op halfwezenuitkering, indien de nabestaande werkzaamheden in het algemeen belang verricht en de halfwees woont in hetzelfde land, Nederland, of een land waarin op grond van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie recht op halfwezenuitkering kan bestaan;
c.
de nabestaande, bedoeld in dat artikel, recht op halfwezenuitkering, indien de halfwees werkzaamheden in het algemeen belang verricht en de nabestaande woont in hetzelfde land, Nederland, of een land waarin op grond van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie recht op halfwezenuitkering kan bestaan;
d.
het kind, bedoeld in dat artikel, recht op wezenuitkering, indien het kind werkzaamheden in het algemeen belang verricht.
het recht op nabestaandenuitkering niet, indien de nabestaande werkzaamheden in het algemeen belang verricht;
b.
het recht op halfwezenuitkering niet, indien de nabestaande werkzaamheden in het algemeen belang verricht en de halfwees woont in hetzelfde land, Nederland, of een land waarin op grond van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie recht op halfwezenuitkering kan bestaan;
c.
het recht op halfwezenuitkering niet, indien de halfwees werkzaamheden in het algemeen belang verricht en de nabestaande woont in hetzelfde land, Nederland, of een land waarin op grond van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie recht op halfwezenuitkering kan bestaan;
d.
het recht op wezenuitkering niet, indien het kind werkzaamheden in het algemeen belang verricht.
In afwijking van artikel 19a, eerste lid, van de Ziektewet heeft de verzekerde, bedoeld in dat artikel, recht op ziekengeld indien deze verzekerde op de Nederlandse Antillen woont.
In afwijking van artikel 7b, eerste lid, van de Algemene Kinderbijslagwet, heeft de verzekerde, bedoeld in dat artikel, recht op kinderbijslag, indien hij dan wel het eigen kind, het aangehuwde kind of het pleegkind op de Nederlandse Antillen woont dan wel in Nederland, of een land waarin op grond van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie recht op kinderbijslag kan bestaan.
Artikel
13
Recht op nabestaandenuitkering, halfwezenuitkering en wezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet
de nabestaande, bedoeld in dat artikel, recht op nabestaandenuitkering, indien de nabestaande op de Nederlandse Antillen woont;
b.
de nabestaande, bedoeld in dat artikel, recht op halfwezenuitkering, indien de nabestaande of de halfwees op de Nederlandse Antillen woont dan wel in Nederland, of een land waarin op grond van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie recht op halfwezenuitkering kan bestaan;
c.
het kind, bedoeld in dat artikel, recht op wezenuitkering, indien het kind op de Nederlandse Antillen woont.
nabestaandenuitkering niet, indien de nabestaande op de Nederlandse Antillen woont;
b.
halfwezenuitkering niet, indien de nabestaande of de halfwees op de Nederlandse Antillen woont dan wel in Nederland, of een land waarin op grond van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie recht op halfwezenuitkering kan bestaan;
c.
wezenuitkering niet, indien het kind op de Nederlandse Antillen woont.
In afwijking van artikel 7b, eerste lid, van de Algemene Kinderbijslagwet, heeft de verzekerde, bedoeld in dat artikel, recht op kinderbijslag, indien hij dan wel het eigen kind, het aangehuwde kind of het pleegkind op Aruba woont dan wel in Nederland, of een land waarin op grond van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie recht op kinderbijslag kan bestaan.
Artikel
19
Recht op nabestaandenuitkering, halfwezenuitkering en wezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet
de nabestaande, bedoeld in dat artikel, recht op nabestaandenuitkering, indien de nabestaande op Aruba woont;
b.
de nabestaande, bedoeld in dat artikel, recht op halfwezenuitkering, indien de nabestaande of de halfwees op Aruba woont dan wel in Nederland, of een land waarin op grond van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie recht op halfwezenuitkering kan bestaan;
c.
het kind, bedoeld in dat artikel, recht op wezenuitkering, indien het kind op Aruba woont.
nabestaandenuitkering niet, indien de nabestaande op Aruba woont;
b.
halfwezenuitkering niet, indien de nabestaande of de halfwees op Aruba woont dan wel in Nederland, of een land waarin op grond van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie recht op halfwezenuitkering kan bestaan;
c.
wezenuitkering niet, indien het kind op Aruba woont.
Hoofdstuk
5
Slotbepalingen
Artikel
20
Tijdelijk recht op uitkering op de Nederlandse Antillen
1
Hoofdstuk 3 vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, welk tijdstip in ieder geval niet eerder ligt dan drie jaar na inwerkingtreding van dit besluit.
2
Dit artikel vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Artikel
21
Tijdelijk recht op uitkering op Aruba
1
Hoofdstuk 4 vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, welk tijdstip in ieder geval niet eerder ligt dan drie jaar na inwerkingtreding van dit besluit.
2
Dit artikel vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Artikel
22
Inwerkingtreding
1
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2000.
2
Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst wordt uitgegeven na 31 december 1999, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, en werkt het terug tot en met 1 januari 2000.
Artikel
23
Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit afwijkende regels beperking export uitkeringen.
Lasten en bevelen dat dit besluit met daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,J. F. Hoogervorst