Het UWV vergoedt met inachtneming van de artikelen 95, eerste en tweede lid, en 97h, eerste en tweede lid,van de wet, per kalenderjaar aan de Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid de door de Bank in dat jaar aan werknemers toegekende remigratiebijdragen, doch ten hoogste tot een bedrag gelijk aan het totaal van de bruto-uitkeringen die op grond van de wet in dat kalenderjaar waarin remigratiebijdragen zijn verstrekt, aan deze werknemers hadden moeten worden betaald, indien zij werkloos waren gebleven en niet naar een bestemmingsland als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, van de Remigratiewet waren vertrokken.
Artikel
3
Informatieverplichtingen Bank
Binnen twee maanden na afloop van enig kalenderjaar verstrekt de Bank aan het UWV een lijst met namen van de in artikel 2 bedoelde werknemers, alsmede een overzicht van de aan hen in dat jaar verstrekte remigratiebijdragen.
Artikel
4
Betalingsverplichtingen UWV
Binnen zes maanden na afloop van het kalenderjaar, bedoeld in artikel 3, betaalt het UWV de vergoeding, bedoeld in artikel 2, onder overlegging van een lijst met namen van de personen op wie de vergoeding betrekking heeft.
Artikel
5
Intrekking
De Regeling vergoeding remigratiebijdragen wordt ingetrokken.
Artikel
6
Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vergoeding bijdragen Remigratiewet.
Artikel
7
Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de Remigratiewet in werking treedt.
Deze regeling zal met de daarbij behorende toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
‘s-Gravenhage
De StaatssecretarisvanSociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F.Hoogervorst