International Mobile Telecommunications-2000, de familie van mobiele telecommunicatiesystemen voor de derde generatie, met de daarbij behorende radio- interfaces, zoals door de Internationale Telecommunicatie Unie (ITU) is vastgesteld op basis van resolutie 212 van de ITU;
een of meer radio-frequenties die ter beschikking zijn voor de uitvoering van een vergunning en waarvan het gebruiksrecht wordt verleend door middel van een veiling.
Artikel
2
1
De minister bepaalt de plaats van de veiling, alsmede het tijdstip waarop de veiling een aanvang neemt. Dit wordt schriftelijk aan de deelnemers medegedeeld.
2
De veiling wordt uitsluitend op werkdagen gehouden.
De veilingmeester leidt de veiling en draagt zorg voor een goed verloop van de veiling.
3
Voorzover deze bevoegdheden niet bij of krachtens de wet aan de minister zijn voorbehouden, beschikt de veilingmeester, naast de bevoegdheden in de paragrafen 5 en 6 van deze regeling, over de bevoegdheden die noodzakelijk zijn voor een goede uitvoering van zijn taak.
4
De veilingmeester handelt bij de uitoefening van zijn taak in overeenstemming met de minister.
§
4
De notaris
Artikel
5
1
De minister wijst een notaris aan.
2
De notaris, bedoeld in het eerste lid, beschikt over de bevoegdheden, bedoeld in de paragrafen 5 en 6 van deze regeling en heeft tijdens de veilingprocedure een controlerende taak ten behoeve van een ordelijk verloop van de veiling.
§
5
Algemene bepalingen omtrent de veiling
Artikel
6
1
Gedurende de veiling geschiedt alle communicatie tussen de deelnemers en de veilingmeester uitsluitend schriftelijk, door tussenkomst van de notaris.
2
De deelnemers kunnen gedurende de veiling aan de veilingmeester vragen stellen met betrekking tot de veilingprocedure.
3
De veilingmeester beantwoordt vragen als bedoeld in het tweede lid niet indien die vragen in het kader van de vraag- en antwoordprocedure, bedoeld in artikel 5 van de Regeling aanvraag vergunning voor IMT-2000 zijn gesteld dan wel gesteld hadden kunnen worden.
Artikel
7
1
Een deelnemer onthoudt zich voorafgaand aan en gedurende de veilingprocedure van afspraken of gedragingen die afbreuk doen aan de tot stand te brengen mededinging in de veilingprocedure.
2
Een deelnemer onthoudt zich gedurende de veiling van gedragingen die het goed of ordelijk verloop van de veiling verstoren.
3
De minister kan een deelnemer die handelt in strijd met het eerste lid van verdere deelname aan de veiling uitsluiten.
4
De minister kan op voordracht van de veilingmeester een deelnemer die handelt in strijd met het tweede lid van verdere deelname van de veiling uitsluiten.
5
Een voordracht als bedoeld in het vierde lid wordt niet gedaan dan nadat de veilingmeester de betreffende deelnemer ten minste een maal heeft meegedeeld dat verdere met het tweede lid in strijd zijnde gedragingen kunnen leiden tot uitsluiting van verdere deelname aan de veiling.
Artikel
8
1
De kavels worden gelijktijdig bij opbod geveild.
2
De veiling vindt in ronden plaats.
Artikel
9
1
Het in de eerste ronde minimaal te bieden bedrag bedraagt voor kavel A en voor kavel B honderd miljoen gulden.
2
Het in de eerste ronde minimaal te bieden bedrag bedraagt voor elk van de kavels C tot en met E negentig miljoen gulden.
§
6
De veilingprocedure
Artikel
10
1
De veilingmeester stelt voorafgaand aan de eerste ronde vast:
1°.
het rondenummer;
2°.
vanaf welk tijdstip de biedkaarten kunnen worden ingeleverd; en
3°.
op welk tijdstip uiterlijk de biedkaarten moeten zijn ingeleverd.
2
De veilingmeester stelt voorafgaand aan elke volgende ronde vast:
a.
met betrekking tot de voorgaande ronde:
1º.
het rondenummer;
2º.
het aantal keren dat een paskaart is ingeleverd;
3º.
het aantal keren dat op de kavels een bod is uitgebracht;
4º.
het hoogst geboden bedrag per kavel en het aantal keren dat het hoogste bedrag is geboden;
5º.
voor iedere afzonderlijke kavel, de deelnemer die, na eventuele toepassing van artikel 15 of na eventuele loting, bedoeld in artikel 21, zesde lid, wordt aangemerkt als degene die het hoogste bod op die kavel heeft uitgebracht;
b.
met betrekking tot de volgende ronde:
1º.
het rondenummer;
2º.
het minimaal te bieden bedrag per kavel;
3º.
vanaf welk tijdstip de biedkaarten kunnen worden ingeleverd; en
4º.
op welk tijdstip uiterlijk de biedkaarten moeten zijn ingeleverd.
3
Een ronde eindigt op het tijdstip, bedoeld in het eerste lid, onder 3°, onderscheidenlijk het tweede lid, onderdeel b, onder 4°, of zoveel eerder als alle biedkaarten of paskaarten met inachtneming van artikel 19, tweede lid, onderscheidenlijk artikel 20, zijn ingeleverd.
4
De veilingmeester rondt het hoogst geboden bedrag op de kavels A tot en met E af op eenheden van 100.000 gulden.
5
De notaris deelt aan alle deelnemers mee hetgeen de veilingmeester heeft vastgesteld op grond van het eerste en tweede lid, met dien verstande dat met betrekking tot het bedrag, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, onder 4°, wordt meegedeeld het door de veilingmeester afgeronde bedrag, bedoeld in het vierde lid.
6
De deelnemers van wie de veilingmeester heeft vastgesteld dat deze het hoogst geboden bedrag op een kavel hebben uitgebracht, worden hiervan door de notaris tevens afzonderlijk op de hoogte gesteld.
Artikel
11
1
Het minimaal te bieden bedrag per kavel, bedoeld in artikel 10, tweede lid, onderdeel b, onder 2°, is gelijk aan het in de voorgaande ronde hoogst geboden bedrag voor die kavel vermeerderd met:
a.
een bedrag van tweehonderdduizend gulden, of
b.
een door de veilingmeester vast te stellen percentage van ten hoogste tien procent.
2
De veilingmeester rondt het bedrag, bedoeld in het eerste lid, af op hele guldens.
in de eerste ronde op de betreffende kavel niet het bedrag, bedoeld in artikel 9, tweede lid, is geboden, vast op zestig miljoen gulden;
b.
in de tweede ronde op de betreffende kavel niet het bedrag, bedoeld onder a, is geboden, vast op dertig miljoen gulden;
c.
in de derde ronde op de betreffende kavel niet het bedrag, bedoeld onder b, is geboden, vast op nul gulden.
Artikel
13
Onverminderd artikel 21 is een deelnemer gerechtigd om in iedere ronde een bod uit te brengen op één van de kavels A tot en met E, voor zover de aanvraag van die deelnemer de vergunning betreft ter uitvoering waarvan radio-frequenties van de betreffende kavel ter beschikking zijn.
Artikel
14
Een deelnemer is onvoorwaardelijk en onherroepelijk aan zijn bod gebonden.
Artikel
15
1
In afwijking van artikel 14 vervalt het bod van een deelnemer die op grond van artikel 7 van verdere deelname aan de veiling is uitgesloten.
2
Indien een deelnemer als bedoeld in het eerste lid het hoogste bod op een kavel heeft uitgebracht, stelt de veilingmeester voor de betreffende ronde vast welke deelnemer het hoogste bod op die kavel heeft uitgebracht.
3
Indien toepassing van het tweede lid tot gevolg heeft dat die deelnemer een bod heeft uitgebracht op meer kavels dan waarop de deelnemer op grond van artikel 13 in de betreffende ronde een bod mag uitbrengen, stelt de veilingmeester vast welke deelnemer vervolgens het hoogste bod op de betreffende kavel heeft uitgebracht.
4
De veilingmeester past het derde lid ten hoogste twee keer toe.
5
Indien na toepassing van het vierde lid de veilingmeester ingevolge artikel 13 niet kan vaststellen welke deelnemer het hoogste bod op de betreffende kavel heeft uitgebracht, vervallen alle eerdere biedingen op die kavel.
6
In het geval, bedoeld in het vijfde lid, is het in de volgende ronde voor die kavel minimaal te bieden bedrag, bedoeld in artikel 10, tweede lid, onderdeel b, onder 2°, gelijk aan het minimaal te bieden bedrag dat is vastgesteld voor de daaraan voorafgaande ronde.
Artikel
16
1
De notaris verstrekt voorafgaand aan de eerste ronde aan iedere deelnemer drie paskaarten. Het model van de paskaart is als bijlage 1 bij deze regeling gevoegd.
2
Een deelnemer mag een paskaart inleveren in plaats van een biedkaart.
3
Een paskaart mag slechts tot en met de dertigste ronde worden ingeleverd, met dien verstande dat:
a.
na de tiende ronde nog ten hoogste twee paskaarten mogen worden ingeleverd; en
b.
na de twintigste ronde nog slechts een paskaart mag worden ingeleverd.
Artikel
17
1
De notaris verstrekt voorafgaand aan elke ronde een biedkaart aan iedere deelnemer die gerechtigd is een bod uit te brengen. Het model van deze biedkaart is als bijlage 2 bij deze regeling gevoegd.
2
Een bod wordt uitgebracht door middel van de in het eerste lid bedoelde biedkaart.
3
De biedkaart wordt in de Nederlandse taal ingevuld.
4
Een bod wordt uitgebracht in Nederlandse guldens.
5
Het bedrag van het bod wordt zowel in cijfers als letters geschreven en wordt vermeld in hele guldens.
6
De ingevulde en gesloten biedkaart wordt op de plaats van de veiling in de daartoe bestemde ruimte, met inachtneming van artikel 18, vierde lid, aan de notaris aangeboden.
wordt ingeleverd door een deelnemer die gerechtigd is in de betreffende ronde een bod uit te brengen;
c.
wordt ingeleverd door degene die gerechtigd is om namens de deelnemer handelingen te verrichten in de veilingprocedure;
d.
volledig en op de juiste wijze is ingevuld.
2
De notaris stelt vast of degene die de biedkaart inlevert, niet eerder, onderscheiden-lijk niet later dan de in het eerste lid, onder a, bedoelde tijdstippen in de daartoe bestemde ruimte aanwezig is.
3
De notaris controleert of degene die de biedkaart inlevert, gerechtigd is om namens de deelnemer handelingen te verrichten in de veilingprocedure.
4
Nadat de notaris heeft vastgesteld dat is voldaan aan het eerste lid, onder a, b en c, deponeert de deelnemer de biedkaart in de daartoe bestemde brievenbus.
5
De notaris neemt een biedkaart niet in ontvangst indien niet is voldaan aan het eerste lid, onder a, b of c.
Artikel
19
1
De veilingmeester beslist omtrent de geldigheid van een uitgebracht bod.
2
Indien een bod niet voldoet aan het bepaalde in artikel 9, 11, 12, 13, 16, tweede en derde lid, 17, tweede tot en met vijfde lid, of 18, eerste lid, onder d, wordt de deelnemer gedurende de veiling maximaal acht keer op aanwijzing van de veilingmeester via de notaris in de gelegenheid gesteld alsnog aan de betreffende artikelen te voldoen binnen een door de veilingmeester te stellen termijn.
3
Een bod is ongeldig indien:
a.
na toepassing van het tweede lid nog niet is voldaan aan de daarin genoemde artikelen;
b.
een deelnemer reeds acht keer in de gelegenheid is gesteld om aan de in het tweede lid genoemde bepalingen te voldoen.
Een deelnemer brengt in iedere ronde op één kavel een bod uit.
2
Indien een deelnemer in een ronde overeenkomstig de artikelen 16 en 20 een paskaart heeft ingeleverd, is deze deelnemer gerechtigd om in de daarop volgende ronde een bod uit te brengen.
3
In afwijking van het eerste lid is een deelnemer die het hoogste bod op een kavel heeft uitgebracht tot de ronde die volgt op de ronde waarin een andere deelnemer een hoger bod op die kavel heeft uitgebracht, niet gerechtigd om een bod uit te brengen op enige kavel.
4
Onverminderd het derde lid is een deelnemer die in een ronde geen bod of een ongeldig bod heeft uitgebracht, niet langer gerechtigd in enige daarop volgende ronde een bod uit te brengen.
5
In afwijking van het derde lid, is een deelnemer die in een ronde het hoogste bod op een kavel heeft uitgebracht, gerechtigd op die kavel een bod uit te brengen in de ronde, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onder c.
6
Indien in een ronde twee of meer deelnemers hetzelfde hoogste bedrag voor eenzelfde kavel hebben geboden, stelt de veilingmeester op grond van een door de notaris te houden loting vast wie van hen wordt aangemerkt als degene die het hoogste bod in die ronde op die kavel heeft uitgebracht.
Artikel
22
1
De deelnemer waarvan de veilingmeester heeft vastgesteld dat deze geen bod of een ongeldig bod als bedoeld in artikel 19, derde lid, heeft uitgebracht, wordt hiervan afzonderlijk door de notaris op de hoogte gesteld.
2
Indien de veilingmeester heeft vastgesteld dat een deelnemer op grond van artikel 7 van verdere deelname van de veiling is uitgesloten, of op grond van artikel 21, vierde lid, niet langer gerechtigd is om in enige ronde een bod uit te brengen, deelt de notaris aan alle deelnemers de identiteit van de betreffende deelnemer mee.
Artikel
23
1
De laatste ronde is de ronde:
a.
waarin geen bod is uitgebracht;
b.
waarin, na toepassing van artikel 19, tweede lid, op geen van de kavels een geldig bod is uitgebracht;
c.
die door de veilingmeester als laatste ronde is aangekondigd.
2
De veilingmeester kan de ronde, bedoeld in het eerste lid, onder c, afkondigen indien naar het redelijk oordeel van de veilingmeester het verloop van de veiling zodanig is dat de vergunningen niet binnen de termijn, bedoeld in artikel 15, tweede lid, van het besluit kunnen worden verleend.
3
De ronde, bedoeld in het eerste lid, onder c, wordt door de veilingmeester tien ronden voorafgaand aan die ronde aangekondigd, waarna de notaris dit aan de deelnemers bekend maakt.
4
De veilingmeester stelt na de laatste ronde, bedoeld in het eerste lid, onder a en onder b, vast dat de laatste ronde is gehouden, waarna de notaris dit aan de deelnemers bekend maakt.
Artikel
24
De veiling is afgerond op het tijdstip dat de laatste ronde is gehouden en de veilingmeester met betrekking tot elke kavel heeft vastgesteld:
a.
welke deelnemer het hoogste bod heeft uitgebracht;
De veilingmeester stelt na de laatste ronde per kavel vast welke deelnemer het hoogste bod heeft uitgebracht.
2
De minister verleent aan de deelnemer, bedoeld in het eerste lid, de vergunning waar voor het gebruik de radio-frequenties van de betreffende kavel ter beschikking zijn, nadat het verschuldigde bedrag, bedoeld in artikel 26 is ontvangen.
Artikel
26
De deelnemer, bedoeld in artikel 25, eerste lid, betaalt het door hem verschuldigde bedrag binnen 14 kalenderdagen volgend op het tijdstip waarop is vastgesteld dat hij het hoogste bod op een kavel heeft uitgebracht op onderstaand bankrekeningnummer:
22.58.49.046,
F. van Lanschot Bankiers N.V., Den Haag
t.n.v.:
Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn,
derdengelden notariaat,
inzake IMT-2000.
Artikel
27
1
Indien een deelnemer van wie op grond van artikel 25, eerste lid, is vastgesteld dat hij het hoogste bod op een kavel heeft uitgebracht, zijn betalingsverplichting niet, niet geheel of niet tijdig is nagekomen, stelt de minister binnen drie weken na afronding van de veiling, bedoeld in artikel 24, vast of de betreffende kavel opnieuw wordt geveild.
2
Een deelnemer die op grond van artikel 7 van verdere deelneming aan de veiling is uitgesloten en de deelnemer, bedoeld in het eerste lid, zijn uitgesloten van deelname aan de veiling waarbij een of meer kavels opnieuw worden geveild.
3
Met inachtneming van het eerste en tweede lid, zijn slechts de deelnemers die bij de aanvang van de veiling gerechtigd waren een bod uit te brengen en niet het hoogste bod hebben uitgebracht op een van de andere kavels dan de kavel die opnieuw geveild wordt, gerechtigd om deel te nemen aan deze veiling.
4
De minister maakt uiterlijk twee weken nadat op grond van het eerste lid is vastgesteld dat een kavel opnieuw wordt geveild, de datum en het tijdstip bekend waarop deze veiling een aanvang neemt, alsmede de plaats van deze veiling.
5
Het in de eerste ronde minimaal te bieden bedrag voor een kavel die op grond van het eerste lid opnieuw wordt geveild, bedraagt tachtig procent van het hoogste bod dat door de in het eerste lid bedoelde deelnemer voor de betreffende kavel is uitgebracht.
Indien een kavel niet opnieuw wordt geveild, wordt aan de deelnemer die niet het hoogste bod op een kavel heeft uitgebracht in het geval de deelnemer ter voldoening van het bedrag ter zekerstelling een waarborgsom heeft gestort, deze waarborgsom vermeerderd met de rente van een éénmaandsdeposito van de bank, bedoeld in artikel 9, van de Regeling aanvraag vergunning voor IMT-2000, terugbetaald, of wordt in het geval de betreffende deelnemer ter voldoening van de zekerstelling een bankgarantie heeft overgelegd, deze bankgarantie teruggegeven, mits de staat geen vordering op de deelnemer heeft in verband met door de staat geleden schade dan wel door de staat gemaakte kosten.
2
Indien een kavel opnieuw wordt geveild, en een deelnemer als bedoeld in artikel 27, derde lid, niet het hoogste bod op een kavel heeft uitgebracht in de veiling, bedoeld in artikel 27, eerste lid, is het eerste lid van overeenkomstige toepassing.
3
Indien een kavel opnieuw wordt geveild en een deelnemer als bedoeld in artikel 27, derde lid, niet deelneemt aan de veiling, bedoeld in artikel 27, eerste lid, is het eerste lid van overeenkomstige toepassing.
§
7
Slotbepalingen
Artikel
29
Deze regeling treedt in werking met ingang van 12 april 2000.
Artikel
30
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling veiling gebruiksrecht radio-frequenties voor IMT-2000.
Deze regeling zal met de toelichting en de bijlagen in de Staatscourant worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, J.M. de Vries
Bijlage
1
als bedoeld in artikel 16, van de Regeling gebruiksrecht radiofrequenties voor IMT-2000
Bijlage
2
als bedoeld in artikel 17, van de Regeling gebruiksrecht radiofrequenties voor IMT-2000