Besluit van 26 april 2000 tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 130c van de Werkloosheidswet (Tijdelijk besluit preventieve inzet wachtgeldfondsen)

Tijdelijk besluit preventieve inzet wachtgeldfondsen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst, van 25 februari 2000, Nr. SV/WV/00/10225a;
De Raad van State gehoord (advies van 10 maart 2000, no. W12.00.0082/IV);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst, van 20 april 2000, Directie Sociale Verzekeringen, Nr. SV/WV/00/17519;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

2

Beoogde resultaat besluit

Het met dit besluit beoogde resultaat is het verschaffen van inzicht in het effect van de preventieve inzet van middelen uit de wachtgeldfondsen en het Uitvoeringsfonds voor de overheid om het ontstaan van recht op WW-uitkering te voorkomen.

Artikel

3

Doelgroep

Artikel

4

Taak Lisv

Artikel

5

Nadere regels inzake de aanvraag

Artikel

6

Looptijd

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag gelegen drie maanden na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en vervalt vier jaar na die dag.

Artikel

7

Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijk besluit preventieve inzet wachtgeldfondsen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. F. Hoogervorst
De Minister van Justitie, A. H. Korthals