Wet van 5 juli 2000 tot wijziging van de Wet inkomensvoorziening kunstenaars teneinde kunstenaars met een eigen woning niet langer van een beroep op de Wet inkomensvoorziening kunstenaars uit te sluiten

Wijzigingswet Wet inkomensvoorziening kunstenaars (niet langer uitsluiten van kunstenaars met een eigen woning)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij het in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de Wet inkomensvoorziening kunstenaars te wijzigen teneinde de toegang tot de Wet inkomensvoorziening kunstenaars voor een kunstenaar die over vermogen beschikt dat gebonden is in een door hem of zijn gezin bewoonde woning met bijbehorend erf te bevorderen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

I

Wijzigt de Wet inkomensvoorziening kunstenaars.

Artikel

II

Wijzigt de Algemene bijstandswet.

Artikel

III

Vervallen

Artikel

IV

Vervallen

Artikel

V

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. A. F. G. Vermeend
De Minister van Justitie, A. H. Korthals