Artikel
1
In deze regeling wordt verstaan onder:
suspensie-polyvinylchloride;
vinylchloride-monomeer;
elk industrieel proces waarbij s-PVC uit VCM wordt geproduceerd;
niet-gekanaliseerde emissie naar de lucht als gevolg van lekverliezen.
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
suspensie-polyvinylchloride;
vinylchloride-monomeer;
elk industrieel proces waarbij s-PVC uit VCM wordt geproduceerd;
niet-gekanaliseerde emissie naar de lucht als gevolg van lekverliezen.
Degene die een VCM-inrichting drijft, draagt er zorg voor dat het jaarlijkse gemiddelde van emissies van VCM uit puntbronnen van s-PVC-inrichtingen naar de lucht als gevolg van de productie van s-PVC niet meer dan 80 gram per ton geproduceerd s-PVC bedraagt.
Degene die een VCM-inrichting drijft, draagt er zorg voor dat monsters van emissies van VCM op een zodanige wijze genomen worden dat deze representatief zijn voor de emissie gedurende een periode van één uur.
De analysefrequentie van emissies van VCM wordt bepaald door het bevoegd gezag. Hierbij wordt rekening gehouden met de resultaten van de bemonstering, meting en analyse van emissies van VCM.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling blijft tot 1 januari 2003 buiten toepassing voor een inrichting die s-PVC uit VCM produceert en waaraan vóór de datum van inwerkingtreding van deze regeling een vergunning is verleend op grond van artikel 8.1 van de Wet milieubeheer, tenzij na die datum naar het oordeel van het bevoegd gezag de capaciteit voor het produceren van s-PVC uit VCM aanzienlijk is uitgebreid of aanzienlijke technische wijzigingen van het productieproces hebben plaatsgevonden.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling grenswaarde VCM-luchtemissies s-PVC-inrichtingen milieubeheer.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.