Besluit van 8 juli 2000, houdende aanwijzing van lichamen en personen, met een publieke taak belast, die bevoegd zijn tot het aanbieden van een strafrechtelijke transactie inzake milieudelicten en vaststelling van de grenzen waarbinnen die bevoegdheid kan worden uitgeoefend (Transactiebesluit milieudelicten)

Transactiebesluit milieudelicten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 9 maart 2000, directie Wetgeving, nr. 5014874/00/6, gedaan na overleg met Onze Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, alsmede de Staatssecretarissen van Verkeer en Waterstaat en van Financiën;
De Raad van State gehoord (advies van 22 mei 2000, nr. W03.00.0106/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 4 juli 2000, directie Wetgeving, nr. 5037621/00/6, uitgebracht na overleg met Onze Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, alsmede de Staatssecretarissen van Verkeer en Waterstaat en van Financiën;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel

2

Transactiebevoegdheid wordt toegekend aan de volgende lichamen en personen, met een publieke taak belast:

  • a.

    het college van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant, voorzover het de feiten betreft, genoemd onder de nummers M 100, M 106, M 107, M 110 tot en met M 116, M 250 tot en met M 252, M 254, M 260 tot en met M 262 en M 470 van de bij dit besluit behorende bijlage, en de feiten zijn begaan binnen het arrondissement 's-Hertogenbosch;

  • b.

    de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Beverwijk, Castricum, Heemskerk, Veere, Velzen en Vlissingen, voorzover het de feiten betreft, genoemd onder de nummers M 002 tot en met M 020, M 096, M 097, M 100 tot en met 102, M 161, M 162, M 166 tot en met M 171, M 176, M 210 tot en met M 213, M 220 tot en met M 222, M 230 tot en met M 232, M 250 tot en met M 253, M 271, M 274 c en M 274 d van de bij dit besluit behorende bijlage;

  • c.

    het dagelijks bestuur van het waterschap Friesland, voorzover het de feiten betreft, genoemd onder de nummers M 270 tot en met M 274 van de bij dit besluit behorende bijlage;

  • d.

    de hoofdinspecteur van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid, belast met het toezicht op de hygiëne van het milieu, voorzover het de feiten betreft, genoemd onder de nummers M 272, M 280 tot en met M 288, M 410 tot en met M 414, M 420, M 425, M 426, M 430 en M 440 tot en met M 448 van de bij dit besluit behorende bijlage, en de feiten zijn begaan binnen het arrondissement Rotterdam;

  • e.

    de directeur van de Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, voorzover het de feiten betreft, genoemd onder de nummers M 290 tot en met M 293, M 295, M 296, M 300 tot en met M 312, M 320 tot en met M 324, M 330 tot en met M 332, M 340 tot en met M 352, M 360 tot en met M 369, M 380, M 381, M 390 tot en met M 393, M 400, M 401 en M 450 tot en met M 463 van de bij dit besluit behorende bijlage, en de feiten zijn begaan binnen de arrondissementen Almelo, Arnhem, Assen, Groningen, Leeuwarden, Zutphen en Zwolle;

  • f.

    de directeur-generaal van de Rijkswaterstaat van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, voorzover het de feiten betreft, genoemd onder de nummers M 270 tot en met 273, M 274 a, M 274 d en M 274 e van de bij dit besluit behorende bijlage, en de feiten zijn begaan binnen het arrondissement Leeuwarden;

  • g.

    de directeur van de directie Douane van de Belastingdienst van het Ministerie van Financiën, voorzover het de feiten betreft, genoemd onder de nummers M 456 en M 457 van de bij dit besluit behorende bijlage, en de feiten zijn begaan binnen het arrondissement Haarlem.

Artikel

3

Een lichaam of een persoon maakt van zijn transactiebevoegdheid geen gebruik indien:

  • a.

    over het feit dan wel de strafbaarheid daarvan verschil van inzicht bestaat met de verdachte;

  • b.

    het feit wordt geconstateerd tezamen met drie of meer andere feiten waarvoor transactiebevoegdheid is verleend;

  • c.

    het feit wordt geconstateerd tezamen met een of meer andere feiten waarvoor geen transactiebevoegdheid is verleend;

  • d.

    het feit daadwerkelijk milieuschade tot gevolg heeft gehad en de kosten van herstel van die schade dan wel de kosten van het treffen van voorzieningen om de gevolgen van die schade te compenseren op meer dan € 1200 worden geraamd;

  • e.

    voorwerpen in beslag zijn genomen met het oog op verbeurdverklaring daarvan;

  • f.

    het een overtreding betreft die is begaan door een persoon die jonger is dan twaalf jaar;

  • g.

    het een misdrijf betreft dat is begaan door een persoon die jonger is dan achttien jaar;

  • h.

    het een feit betreft dat is begaan door het lichaam of de persoon of een ander bestuursorgaan.

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 november 2000 en vervalt met ingang van 1 mei 2003.

Artikel

14

Dit besluit wordt aangehaald als: Transactiebesluit milieudelicten.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Justitie, A. H. Korthals
De Minister van Justitie, A. H. Korthals

Bijlage

als bedoeld in artikel 2 van het Transactiebesluit milieudelicten

Nummers M 002–M116: Wet milieubeheer (Wm), Plaatselijke verordening (Pl.v) en Model-Afvalstoffenverordening (MAV)

Huishoudelijke afvalstoffen

M

002

huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aanbieden, terwijl men geen gebruiker van het perceel is

Pl.v

M

003

de voorgeschreven categorieën huishoudelijke afvalstoffen niet afzonderlijk ter inzameling aanbieden

Pl.v

M

004

huishoudelijke afvalstoffen anders aanbieden dan via het aangewezen inzamelmiddel

Pl.v

M

005

het inzamelmiddel voor andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen gebruiken dan waarvoor het bestemd is

Pl.v

M

006

huishoudelijke afvalstoffen niet op de voorgeschreven plaatsen en wijzen aanbieden

Pl.v

M

007

afvalstoffen via het voor dat perceel toegewezen inzamelmiddel aanbieden, terwijl men niet de gebruiker van dat perceel is

Pl.v

M

008

via een inzamelvoorziening op wijkniveau andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanbieden, dan de categorie waarvoor de inzamelvoorziening bestemd is

Pl.v

M

009

huishoudelijke afvalstoffen niet op de voorgeschreven wijzen via een inzamelvoorziening op wijkniveau aanbieden

Pl.v

M

010

via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanbieden, dan de categorie waarvoor het brengdepot bestemd is

Pl.v

M

011

huishoudelijke afvalstoffen niet op de voorgeschreven wijzen via brengdepot op lokaal of regionaal niveau aanbieden

Pl.v

M

012

categorieën huishoudelijke afvalstoffen, die zonder inzamelmiddel moeten worden aangeboden, niet op de voorgeschreven wijzen ter inzameling aanbieden

Pl.v

M

013

huishoudelijke afvalstoffen op andere dan de vastgestelde dagen en tijden ter inzameling aanbieden

Pl.v

M

014

andere categorieën van afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst aanbieden

Pl.v

M

015

niet op de voorgeschreven wijze ter inzameling aanbieden, de door burgemeester en wethouders aangewezen categorieën

Pl.v

van afvalstoffen, niet zijnde huishoudelijke afvalstoffen

M

016

afvalstoffen die ter inzameling gereed staan doorzoeken en verspreiden

Pl.v

M

017

andere afvalstoffen dan straatafval achterlaten in daartoe van gemeentewege geplaatste of voorgeschreven bakken

Pl.v

M

018

afvalstoffen op of in de bodem te brengen of te houden, te verbranden, te bewaren, over te laden of anderszins te bewerken, te verwerken of te vernietigen

28.1 MAV

M

019

afvalstoffen op een zodanige plaats opslaan of opgeslagen houden dat deze vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats zichtbaar zijn

29.1 MAV

M

020

afvalstoffen zodanig te vervoeren dat de weg kan worden verontreinigd of het milieu kan worden beïnvloed

30 MAV

als particulier afval, vuilnis of andere stoffen of voorwerpen buiten een daarvoor bestemde verzamelplaats op of in de bodem plaatsen, te storten, te werpen, uit te gieten, te laten vallen, te laten lopen of te houden, hetgeen

Pl.v

M

096

a

– verontreiniging, beschadiging of onvoldoende afwatering van een weg tot gevolg heeft

M

096

b

– aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beinvloeding van het milieu

M

097

als particulier huishoudelijk afval op de bodem werpen/laten vallen/laten lopen, waardoor verontreiniging van de weg ontstaat

Pl.v.

Afvalstoffen

M

100

afvalstoffen – al dan niet in verpakking – buiten een inrichting op of in de bodem te brengen

10.2 WM

in de uitoefening van beroep of bedrijf onvoldoende zorg voor afvalstoffen in acht nemen, waardoor nadelige gevolgen voor het milieu ontstaan of kunnen ontstaan:

10.3 WM

M

101

a

– niet voortdurend en voldoende opruimen van afval rond verkooppunten van dranken en spijzen

M

101

b

– onzorgvuldig aanbieden op straat van horeca-bedrijfsafvalstoffen ter inzameling

M

101

c

– bij bouw- en sloopafval

M

101

d

– bij gevelreiniging (eenmanszaak)

M

101

e

– bij gevelreiniging (rechtspersonen niet zijnde eenmanszaak)

M

101

f

– opslag in garagebedrijven (eenmanszaak)

M

101

g

– opslag in garagebedrijven (rechtspersoon niet zijnde eenmanszaak)

M

101

h

– zwerfafval binnen inrichtingen (eenmanszaak)

M

101

i

– zwerfafval binnen inrichtingen (rechtspersoon niet zijnde eenmanszaak)

M

102

als particulier anders vanuit een inrichting afvalwaterstoffen laten weglopen in een rioolput

10.15 WM

Autowrakken

M

106

een autowrak aanwezig hebben op een voor het publiek zichtbare plaats; maximaal 4 wrakken

10.17, eerste lid, WM

M

107

zich ontdoen van een autowrak; maximaal 4 wrakken

10.18, eerste lid, WM

Verdere verwijdering afvalstoffen

M

110

zich door afgifte aan een ander ontdoen van bedrijfsafvalstoffen of van ingezamelde of afgegeven huishoudelijke afvalstoffen; maximaal 10 m3

10.19 WM

Verwijdering gevaarlijke afvalstoffen

M

111

zich als particulier door afgifte aan een ander ontdoen van gevaarlijke afvalstoffen; maximaal 5 m3

10.30 WM

niet melden van ontdoen door afgifte aan een ander van gevaarlijke afvalstoffen dan wel niet voldoen aan de voorschriften met betrekking tot de melding

10.31 WM

M

112

a

– eenmanszaak/ klein bedrijf

M

112

b

– rechtspersoon, niet eenmanszaak/klein bedrijf

bij afgifte van gevaarlijke afvalstoffen niet verstrekken van een omschrijving van aard, eigenschappen en samenstelling van die afvalstoffen dan wel niet verstrekken van een begeleidingsbrief aan de vervoerder

10.32 WM

M

113

a

– eenmanszaak/klein bedrijf

M

113

b

– rechtspersoon niet zijnde eenmanszaak/klein bedrijf

M

114

niet melden van ontvangst gevaarlijke afvalstoffen c.q. niet voldoen aan de voorschriften met betrekking tot de melding

10.33 WM

als vervoerder van gevaarlijke stoffen terwijl hij die afvalstoffen onder zich heeft geen begeleidingsbrief bij die afvalstoffen aanwezig hebben

10.34 WM

M

115

a

– eenmanszaak/klein bedrijf

M

115

b

– rechtspersoon niet zijnde eenmanszaak/klein bedrijf

Verdere verwijdering gevaarlijke afvalstoffen

M

116

gevaarlijke afvalstoffen buiten een inrichting bewaren, bewerken, verwerken en/of vernietigen; maximaal 5 m3

10.43 WM

Nummers M 161-M 176: Vuurwerkbesluit (Vb)

als particulier vuurwerk voorhanden hebben dat niet voldoet aan de gestelde eisen:

1.2.2 Vb

M

161

a

– strijkers 1 t/m 100 stuks

M

161

b

– strijkers 101 t/m 300 stuks

M

162

toegestaan vuurwerk voorhanden hebben dat niet voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van de etikettering, gebruiksaanwijzing of de aanduiding «voor particulier gebruik»; maximaal 20 kg

1.2.2 Vb

M

166

vuurwerk is niet voorzien van de aanduiding: bestemd voor particulier gebruik (uitgezonderd handel)

2.1.3 Vb

M

167

afleveren van toegestaan vuurwerk aan particuliere gebruiker buiten toegestane dagen

2.3.2 Vb

M

168

bedrijfsmatig afleveren van toegestaan vuurwerk aan particuliere gebruiker buiten toegestane ruimte

2.3.4 Vb

M

169

afleveren van meer dan 10 kg toegestaan vuurwerk aan particulier gebruiker

2.3.3 Vb

afleveren van toegestaan vuurwerk aan personen jonger dan 16 jaar

2.3.5 Vb

M

170

a

– t/m 11 jaar

M

170

b

– 12 t/m 15 jaar

M

171

vuurwerk afsteken buiten de toegestane tijden (31-12 10.00 uur tot 01-01 02.00 uur)

2.3.6 Vb

als particulier vuurwerk voorhanden hebben anders dan in een inrichting als bedoeld in artikel 1.1.4, 2.2.1, 2.2.2 of 3.2.1 van het Vuurwerkbesluit

1.2.4, eerste lid, Vb

M

176

a

– t/m 10 kg (buiten de ingevolge 2.3.2 en 2.3.6 Vb toegestane periode)

M

176

b

– 11 kg t/m 50 kg

M

176

c

– 51 kg t/m 100 kg

M

176

d

– meer dan 100 kg

Nummers M 210–M 213: Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer (BHIM)

niet op verzoek van het bevoegd gezag aangeven welke maatregelen of voorzieningen zijn getroffen of zullen worden getroffen t.a.v.:

M

210

a

– energieverbruik

4, eerste lid, i.v.m. voorschrift 1.2.1. Bijlage BHIM

M

210

b

– afvalstoffen

4, eerste lid, i.v.m. voorschrift 1.3.1., onder b, Bijlage BHIM

M

210

c

– watergebruik

4, eerste lid, i.v.m. voorschrift 1.7.1. Bijlage BHIM

niet voldoen aan voorschriften t.a.v.:

M

211

a

– gasflessen

4, eerste lid, i.v.m. voorschrift 1.6.2. Bijlage BHIM

M

211

b

– afsluiters in vaste gasleidingen

4, eerste lid, i.v.m. voorschrift 1.6.3. Bijlage BHIM

M

211

c

– brandbestrijding (onvoldoende mobiele brandblusapparaten aanwezig)

4, eerste lid, i.v.m. voorschrift 1.6.8. Bijlage BHIM

M

211

d

– opslag en afvoer van dierlijke afvalstoffen

4, eerste lid, i.v.m. voorschrift 1.6.8. Bijlage BHIM

niet voldoen aan nadere eisen t.a.v.:

M

212

a

– geluidniveau en/of piekniveau

4, eerste lid, i.v.m. voorschrift 4.1.1. Bijlage BHIM

M

212

b

– openstelling (gedeelte) van de inrichting en/of de situering van een terras of een parkeerterrein

4, eerste lid, i.v.m. voorschrift 4.1.4., onder b en c, Bijlage BHIM

M

212

c

– situering van de uitmonding van een afvoerleiding

4, eerste lid, i.v.m. voorschrift 4.4.1, onder b, Bijlage BHIM

M

212

d

– onderzoek m.b.t. hinder door verlichting

4, eerste lid, i.v.m. voorschrift 4.5.1, onder a, Bijlage BHIM

M

212

e

– onderzoek m.b.t. stoffen die een bedreiging van de bodemkwaliteit vormen

4, eerste lid, i.v.m. voorschrift 4.7.1 Bijlage BHIM

M

213

bij de melding van de oprichting van een inrichting is geen rapportage van een akoestisch onderzoek gevoegd

6, vijfde lid, BHIM

Nummers M 220–M 222: Besluit detailhandel en ambachtsbedrijven milieubeheer (BDHM)

niet op verzoek van het bevoegd gezag aangeven welke maatregelen of voorzieningen zijn getroffen of zullen worden getroffen t.a.v.:

M

220

a

– energieverbruik

4, eerste lid, i.v.m. voorschrift 1.2.1. Bijlage 2 BDHM

M

220

b

– afvalstoffen

4, eerste lid, i.v.m. voorschrift 1.3.1., onder b, Bijlage 2 BDHM

niet voldoen aan voorschriften t.a.v.:

M

221

a

– gasflessen

4, eerste lid, i.v.m. voorschrift 1.6.2. Bijlage 2 BDHM

M

221

b

– afsluiters in vaste gasleidingen

4, eerste lid, i.v.m. voorschrift 1.6.3. Bijlage 2 BDHM

M

221

c

– brandbestrijding (onvoldoende mobiele brandblusapparaten aanwezig)

4, eerste lid, i.v.m. voorschrift 1.6.9. Bijlage 2 BDHM

M

221

d

– opslag, overslag, bewerking en verwerking van gevaarlijke stoffen

4, eerste lid, i.v.m. voorschrift 2.1.1. Bijlage 2 BDHM

niet voldoen aan nadere eisen t.a.v.:

M

222

a

– geluidniveau en/of piekniveau

4, eerste lid, i.v.m. voorschrift 4.1.1. Bijlage 2 BDHM

M

222

b

– situering van de uitmonding van een afvoerleiding

4, eerste lid, i.v.m. voorschrift 4.4.1, onder b, Bijlage 2 BDHM

M

222

c

– onderzoek m.b.t. hinder door verlichting

4, eerste lid, i.v.m. voorschrift 4.5.1, onder a, Bijlage 2 BDHM

M

222

d

– onderzoek m.b.t. stoffen die een bedreiging van de bodemkwaliteit vormen

4, eerste lid, i.v.m. voorschrift 4.6.1 Bijlage 2 BDHM

Nummers M 230–M 232: Besluit woon- en verblijfsgebouwen milieubeheer (BWGM)

niet op verzoek van het bevoegd gezag aangeven welke maatregelen of voorzieningen zijn getroffen of zullen worden getroffen t.a.v.:

M

230

a

– energieverbruik

4, eerste lid, i.v.m. voorschrift 1.2.1. Bijlage BWGM

M

230

b

– afvalstoffen

4, eerste lid, i.v.m. voorschrift 1.3.1., onder b, Bijlage BWGM

M

230

c

– watergebruik

4, eerste lid, i.v.m. voorschrift 1.7.1. Bijlage BGWM

niet voldoen aan voorschriften t.a.v.:

M

231

a

– gasflessen, gastanks en/of hoge drukleidingen

4, eerste lid, i.v.m. voorschrift 1.6.2. Bijlage BGWM

M

231

b

– afsluiters in vaste gasleidingen

4, eerste lid, i.v.m. voorschrift 1.6.3. Bijlage BGWM

M

231

c

– brandbestrijding (onvoldoende mobiele brandblusapparaten aanwezig)

4, eerste lid, i.v.m. voorschrift 1.6.10. Bijlage BGWM

M

231

d

– opslag, overslag, bewerking en verwerking van gevaarlijke stoffen

4, eerste lid, i.v.m. voorschrift 2.1.1. Bijlage BWGM

niet voldoen aan nadere eisen t.a.v.:

M

232

a

– geluidniveau en/of piekniveau

4, eerste lid, i.v.m. voorschrift 4.1.1. Bijlage BGWM

M

232

b

– situering van de uitmonding van een afvoerleiding

4, eerste lid, i.v.m. voorschrift 4.4.1, onder b, Bijlage BGWM

M

232

c

– onderzoek m.b.t. hinder door verlichting

4, eerste lid, i.v.m. voorschrift 4.5.1, onder a, Bijlage BGWM

M

232

d

– onderzoek m.b.t. stoffen die een bedreiging van de bodemkwaliteit vormen

4, eerste lid, i.v.m. voorschrift 4.7.1. Bijlage BGWM

Nummers M 250–M 254: Wet bodembescherming (WBB) en Wet milieubeheer (WM)

M

250

handelingen verrichten, met betrekking tot een hoeveelheid niet gevaarlijk afval, waardoor de bodem wordt/kan worden verontreinigd of aangetast zonder maatregelen te nemen die verontreiniging of aantasting te voorkomen, te beperken of ongedaan te maken; max. 3 m3

13 WBB

verbranden van afval binnen een inrichting, waardoor de bodem kan worden verontreinigd of aangetast zonder maatregelen te nemen die verontreiniging of aantasting te voorkomen, te beperken of ongedaan te maken

13 WBB en 18.18 WM

M

251

a

– als particulier

M

251

b

– bedrijfsmatig

M

252

handelingen verrichten, met betrekking tot een auto, waardoor de bodem wordt/kan worden verontreinigd of aangetast zonder maatregelen te nemen die verontreiniging of aantasting te voorkomen, te beperken of ongedaan te maken

13 WBB

M

253

bij mestopslag is niet voorzien in een vloeistofdichte plaat, waardoor de bodem wordt/kan worden verontreinigd of aangetast

13 WBB en 18.18 WM

M

254

niet/niet volgens voorschriften melden van grondverplaatsing ten gevolge waarvan de verontreiniging van de bodem wordt verminderd en/of verplaatst

28 WBB

Nummers M 260–M 262: Grondwaterwet (GWW)

M

260

de inrichting die grondwater onttrekt niet opgeven aan het bevoegde gezag (registratieplicht)

11, eerste lid, onder a, GWW

grondwater onttrekken of water infiltreren zonder vergunning (vergunningplicht)

14, eerste lid, GWW

M

261

a

– tot en met 50 m3/u

M

261

b

– 51 m3/u tot en met 500 m3/u

M

262

handelen in strijd met voorschriften verbonden aan de vergunning voor het onttrekken van grondwater of het infiltreren van water

14, tweede lid, GWW

Nummers M 270–M 274: Wet verontreiniging oppervlaktewateren (WVO), Lozingenbesluit WVO bodemsanering en proefbronnering (LWVOBP), Lozingenbesluit WVO glastuinbouw (LWVOG), Lozingenbesluit WVO huishoudelijk afvalwater (LWVOHA), Bouwstoffenbesluit bodem- en oppervlaktewaterenbescherming (BBO), Lozingenbesluit WVO vaste objecten (LBVO) en Lozingenbesluit open teelt en veehouderij (LBOTV)

M

270

zonder vergunning met behulp van een werk een geringe omvang van minder schadelijke stoffen brengen in oppervlaktewateren in niet-kwetsbare gebieden

1, eerste lid, WVO

zonder vergunning minder schadelijke stoffen anders dan met behulp van een werk in oppervlaktewateren brengen

1, derde lid, WVO

M

271

– incidentele lozing van geringe omvang in niet-kwetsbare gebieden

1, derde lid, WVO

a

Particulier (anders dan woning)

b

Kleine rechtspersoon

c

Grote rechtspersoon

M

271

d

– door particulier weggooien van klein consumptieafval in kwetsbaar gebied

1, derde lid, WVO

M

271

e

– door particulier weggooien van klein consumptieafval in niet-kwetsbaar gebied

1, derde lid, WVO

– weggooien van overig afval (inclusief vloeibaar) in niet-kwetsbaar gebied

1, derde lid, WVO

f

particulier

g

kleine rechtspersoon

h

grote rechtspersoon

M

272

niet melden door de vergunninghouder aan wie gevaarlijke afvalstoffen worden afgegeven van elke aan hem verrichte afgifte aan het bevoegde gezag

9a WVO

handelen in strijd met een aan een vergunning verbonden voorschrift

26 WVO

M

273

– niet melden van een calamiteit van relatief geringe omvang

a

kleine rechtspersoon

b

grote rechtspersoon

M

273

– overtreden van een administratief voorschrift, zoals achterwege laten van melden (veranderingen in) rechtsopvolging, rapportageplicht

c

kleine rechtspersoon

d

grote rechtspersoon

M

273

– niet treffen van voorgeschreven voorziening, zoals olieafscheider

e

kleine rechtspersoon

f

grote rechtspersoon

M

273

g

– het, gelet op de aard en de hoeveelheid van de geloosde stof, in geringe mate overschrijden van vergunningsnormen niet voldoen aan de lozingsvoorschriften gesteld bij of krachtens:

M

274

a

– Lozingenbesluit WVO bodemsanering en proefbronnering

15 LWVOBP

M

274

b

– Lozingenbesluit WVO glastuinbouw

4, 5, 7 en 9 LWVOG

M

274

c

– Lozingenbesluit WVO huishoudelijk afvalwater

4,6,7 en 10 LWVOHA

M

274

d

– Bouwstoffenbesluit bodem- en oppervlaktewaterenbescherming

18, tweede lid, 19 en 21, tweede lid, BBO

M

274

e

– Lozingenbesluit WVO vaste objecten

14 tot en met 24 en 28 LBVO

M

274

f

– Lozingenbesluit open teelt en veehouderij

4, 5 en 19 LBOTV

Nummers M 280–M 288: Verordening (EG) toezicht en controle op de overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de Europese Gemeenschap (EVOA)

handelen in strijd met regels gesteld ter uitvoering van de Verordening (EG) betreffende toezicht en controle op de overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de Europese Gemeenschap

M

280

a

– overbrenging van voor verwijdering bestemde afvalstoffen gaat niet vergezeld van het begeleidende document met toestemmingsstempel

10.44a, tweede lid, WM jo 5, eerste lid, REVOA jo 5, derde lid, EVOA

M

280

b

– overbrenging van voor nuttige toepassing bestemde afvalstoffen gaat niet vergezeld van het begeleidende document

10.44a, tweede lid, WM jo 5, tweede lid, REVOA jo 8, derde lid, EVOA

M

280

c

– uitvoer van voor verwijdering bestemde afvalstoffen gaat niet vergezeld van het begeleidende document met toestemmingsstempel

10.44a, tweede lid, WM jo 5, eerste lid, REVOA jo 15, achtste lid, EVOA

M

280

d

– invoer van voor verwijdering bestemde afvalstoffen gaat niet vergezeld van het begeleidende document met toestemmingsstempel

10.44a, tweede lid, WM jo 5, eerste lid, REVOA jo 20, zevende lid, EVOA

M

281

minder dan 3 dagen voordat de overbrenging van voor verwijdering bestemde afvalstoffen plaatsvindt een afschrift van de vergunning zenden aan het bevoegde gezag

10.44e, tweede lid, onder c jo 5, tweede lid, EVOA

M

282

minder dan 3 dagen voordat de overbrenging van voor nuttige toepassing bestemde afvalstoffen plaatsvindt een afschrift van de vergunning zenden aan het bevoegde gezag

10.44e, tweede lid, onder c jo 8, tweede lid, EVOA

M

283

overbrenging van voor nuttige toepassing bestemde afvalstoffen gaat niet vergezeld van vereiste informatie

10.44e, tweede lid, onder c, jo 11 EVOA

M

284

minder dan 3 dagen voordat de uitvoer van voor verwijdering bestemde afvalstoffen plaatsvindt een afschrift van de vergunning zenden aan het bevoegde gezag

10.44e, tweede lid, onder c jo 15, achtste lid, EVOA

M

285

minder dan 3 dagen voordat de invoer van voor verwijdering bestemde afvalstoffen plaatsvindt een afschrift van de vergunning zenden aan het bevoegde gezag

10.44e, tweede lid, onder c, jo 20, zevende lid, EVOA

M

286

minder dan 3 dagen voordat de doorvoer van voor verwijdering en/of nuttige toepassing bestemde afvalstoffen plaatsvindt een afschrift van de vergunning zenden aan het bevoegde gezag

10.44e, tweede lid, onder c, jo 23, achtste lid, EVOA

M

287

doorvoer van voor verwijdering en/of nuttige toepassing bestemde afvalstoffen gaat niet vergezeld van het begeleidende document met toestemmingsstempel

10.44e, tweede lid, onder e, WM jo 23, zesde lid, EVOA

M

288

een voor de overbrenging van afvalstoffen niet daartoe aangewezen douanekantoor van binnenkomst en van uitgang gebruiken

10.44e, tweede lid, onder c, WM jo 39, tweede lid, EVOA

Nummers M 290–M 291: Destructiewet (DW)

M

290

destructiemateriaal aan verwerking onttrekken; uitsluitend kleine dieren ter maximale grootte van een schaap; maximaal 5 dieren

4, eerste lid, DW

M

291

geen aangifte doen van destructiemateriaal; uitsuitend kleine dieren ter maximale grootte van een schaap; maximaal 5 dieren

12, eerste lid, DW jo 2 regeling

M

292

op verkeerde dag aanbieden

12 DW jo 3 regeling

M

293

niet goed afgedekt aanbieden van destructiemateriaal uitsluitend kleine dieren ter maximale grootte van een schaap; maximaal 5 dieren

12 DW jo 4 regeling

Nummers M 295–M 296: Besluit gebruik dierlijke meststoffen 1998 (BGDM)

dierlijke meststoffen op of in de bodem brengen van

2, eerste lid, BGDM

M

295

a

– natuurterrein

M

295

b

– overige grond

dierlijke meststoffen op of in de bodem brengen van bouwland, braakland, niet beteelde grond of grasland

M

296

a

gedurende de maanden januari, september, oktober, november en december

4, eerste lid, i.v.m. bijlage I BGDM

M

296

b

– niet emissie-arm aangewend

5, eerste lid, i.v.m. bijlage I BGDM

Nummers M 300–M 312: Besluit kwaliteit en gebruik overige organische meststoffen (BOOM)

Algemeen

M

300

in enig jaar zuiveringsslib of compost, een mengsel van deze stoffen, dan wel een mengsel van deze stoffen met dierlijke meststoffen op of in de bodem brengen

13, eerste lid, BOOM

Landbouwgrond

M

301

op of in de bodem van landbouwgrond zuiveringsslib brengen zonder voorafgaande bemonstering en analyse van de bodem waarop het zuiveringsslib wordt gebruikt

14 BOOM

Overige grond

M

302

op of in de bodem van andere grond dan landbouwgrond zuiveringsslib of een mengsel van zuiveringsslib met compost, zwarte grond of dierlijke meststoffen, brengen

23, eerste lid, BOOM

M

303

op of in de bodem van andere grond dan landbouwgrond een grotere hoeveelheid dan 6 ton niet zeer schone en droge compost per hectare per jaar, dan wel 12 ton per hectare per twee jaren, brengen

23, tweede lid, BOOM

M

304

tegelijkertijd of achtereenvolgens een grotere hoeveelheid compost of een mengsel van deze stof met dierlijke of verschillende meststoffen, gemeten in kilogrammen fosfaat per hectare, dan 20 kg fosfaat per jaar op of in de bodem brengen van andere grond dan landbouwgrond

25 BOOM

Natuurterrein

M

305

op of in de bodem van natuurterrein zuiveringsslib, compost of zwarte grond, een mengsel van deze stoffen of een mengsel van deze stoffen met dierlijke meststoffen brengen

27 BOOM

M

306

op of in de bodem van natuurterrein zuiveringsslib, compost of zwarte grond, een mengsel van deze stoffen of een mengsel van deze stoffen met dierlijke meststoffen brengen, indien de bodem geheel of gedeeltelijk is bevroren of geheel of gedeeltelijk is bedekt met sneeuw

28 BOOM

M

307

zuiveringsslib of een mengsel van dierlijke meststoffen met zuiveringsslib op of in de bodem brengen van weideland gedurende de periode van beweiding

28a, onder a, BOOM

M

308

zuiveringsslib of een mengsel van dierlijke meststoffen met zuiveringsslib op of in de bodem brengen van grond voor de teelt van voedergewassen, minder dan drie weken voor de oogst

28a, onder b, BOOM

M

309

zuiveringsslib of een mengsel van dierlijke meststoffen met zuiveringsslib op of in de bodem brengen van grond voor groente- en fruitaanplant, m.u.v. fruitbomen, gedurende de groeiperiode

28a, onder c, BOOM

M

310

zuiveringsslib of een mengsel van dierlijke meststoffen met zuiveringsslib op of in de bodem brengen van grond voor de teelt van groenten en vruchten, die rechtstreeks in contact met de bodem staan en rauw worden geconsumeerd, minder dan 10 maanden voor de oogst, tijdens de oogst

28a, onder d, BOOM

M

311

gedurende de maanden januari, september, oktober, november en december zuiveringsslib of een mengsel van dierlijke meststoffen met zuiveringsslib, compost of zwarte grond op of in de bodem van bouwland, braakland of niet-beteelde grond of grasland brengen

29 BOOM i.v.m. bijlage I BGDM 1998

M

312

zuiveringsslib, compost of een mengsel van dierlijke meststoffen met zuiveringsslib, compost of zwarte grond op of in de bodem brengen anders dan door een zo gelijkmatige verspreiding over het perceel

34 BOOM

Nummers M 320–M 324: Besluit administratieve verplichtingen Meststoffenwet (BAVM) en Regeling administratieve verplichtingen Meststoffenwet (RAVM)

als producent van dierlijke meststoffen niet een administratie bijhouden met betrekking tot de door hem geproduceerde mest, de tot het bedrijf behorende oppervlakte grond en/of de aantallen gehouden dieren van de onderscheiden diersoorten, onderverdeeld in categorieën per soort

M

320

a

– veesaldokaart (maximaal 5 bewijzen)

2 BAVM jo 2 i.v.m. bijlage 1 RAVM

M

320

b

– grondkaart (maximaal 5 bewijzen)

2 BAVM jo 2 i.v.m. bijlage 2 RAVM

M

320

c

– diertelkaart (maximaal 1 bewijs)

2 BAVM jo 3 i.v.m. bijlage 3 RAVM

M

320

d

– verklaring in- en uitscharen (maximaal 5 bewijzen)

2 BAVM jo 4 i.v.m. bijlage 4 RAVM

M

321

bij aflevering van dierlijke meststoffen wordt door de leverancier en de afnemer geen afleveringsbewijs opgemaakt (maximaal 5 bewijzen)

7 BAVM jo 16 i.v.m. bijlage 7 RAVM

M

322

niet tijdig indienen van het kwartaaloverzicht afgeleverde geanalyseerde hoeveelheden dierlijke meststoffen bij het Bureau Heffingen (LNV)

12, derde lid, BAVM

M

323

bij aflevering van overige organische meststoffen wordt door de leverancier en de afnemer geen afleveringsbewijs opgemaakt (maximaal 5 bewijzen)

13 BAVM jo 16 i.v.m. bijlage 8 RAVM

M

324

afgeleverde dierlijke of overige organische meststoffen vervoeren zonder afschrift van het afleveringsbewijs

14 BAVM

– producent/gebruiker

– intermediair, transporteur, handelaar, opslaghouder

Nummers M 330–M 332: Regeling voorraden Meststoffenwet (RVM)

M

330

als heffingplichtige niet een administratie bijhouden per tijdig aangemelde opslag dierlijke meststoffen

11, eerste lid, RVM

M

331

de in de administratie opgenomen hoeveelheden dierlijke meststoffen en hoeveelheden fosfaat komen niet overeen met de hoeveelheden dierlijke meststoffen en de hoeveelheden fosfaat in de desbetreffende opslag

11, vijfde lid, RVM

M

332

de in de administratie opgenomen hoeveelheden stikstof in dierlijke meststoffen zijn hoger dan de hoeveelheden stikstof in de desbetreffende opslag

11, zesde lid, RVM

Nummers M 340–M 352: Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (BMW), Uitvoeringsregeling bestrijdingsmiddelen (URBM) en Besluit vakkennis en vakbekwaamheidseisen bestrijdingsmiddelen (BVVBM)

M

340

een niet meer toegelaten bestrijdingsmiddel afleveren

2, eerste lid, BMW

een niet toegelaten bestrijdingsmiddel afkomstig uit het buitenland binnen Nederland

2, eerste lid, BMW

M

341

a

– gebruiken

M

341

b

– in voorraad of voorhanden houden (telers)

een niet meer toegelaten bestrijdingsmiddel gebruiken

2, vijfde lid, BMW

M

342

a

– gebruiker/teler

M

342

b

– loonspuiter

M

343

een niet meer toegelaten bestrijdingsmiddel in voorraad of voorhanden houden (restanten)

2, vijfde lid, BMW

handelen in strijd met de voorschriften voor het gebruik van bestrijdingsmiddelen in grondwaterbeschermingsgebied of watergang dan wel voor toepassing in consumptiegewas

10, eerste lid, BMW

M

344

a

– gebruiker/teler

M

344

b

– loonspuiter

handelen in strijd met de voorschriften voor het gebruik van bestrijdingsmiddelen in niet-grondwaterbeschermingsgebied bij overige toepassing

10, eerste lid, BMW

M

345

a

– gebruiker/teler

M

345

b

– loonspuiter

M

346

een hoeveelheid bestrijdingsmiddel voorhanden of in voorraad hebben niet bestemd voor een gebruik waarvoor het middel is toegelaten of ter aflevering

10, tweede lid, BMW jo 4 URBM

voorschriften voor het gebruik niet of niet op de voorgeschreven wijze bij of aan de verpakking van een toegelaten bestrijdingsmiddel vermeld

11 BMW

M

347

a

– importeur/toelatinghouder

M

347

b

– handelaar

M

348

aanbevelen of aanprijzen van een niet toegelaten bestrijdingsmiddel of niet toegestaan gebruik van een bestrijdingsmiddel

11a BMW

M

349

aan een persoon jonger dan zestien jaren bestrijdingsmiddelen afleveren waarvan de giftigheid wordt aangeduid door middel van een doodshoofd

12 BMW

M

350

beroeps- of bedrijfsmatig een gewasbeschermingsmiddel voorhanden of in voorraad hebben of gebruiken zonder een vergunning uitvoeren gewasbescherming, een vergunning bedrijfsvoeren gewasbescherming of een vergunning distribueren gewasbeschermingsmiddelen

2 en 3 BVVBM

M

351

als beheerder van een landbouwspuitbedrijf een gewasbeschermingsmiddel voorhanden of in voorraad hebben of gebruiken zonder een vergunning bedrijfsvoeren gewasbescherming of een vergunning distribueren gewasbeschermingsmiddelen

4 BVVBM

M

352

een gewasbeschermingsmiddel afleveren of daartoe in voorraad of voorhanden hebben en de beheerder van een verkooppunt beschikt niet over een vergunning distribueren gewasbeschermingsmiddelen en degene die verkoopt, niet zijnde de beheerder, is niet in het bezit van een vergunning bedrijfsvoeren gewasbeschermingsmiddelen

5 BVVBM

Nummers M 360–M 369:Bestrijdingsmiddelenbesluit (BMB)

bestrijdingsmiddelen in voorraad hebben of afleveren anders dan in de verpakking waarin zij voor de eerste maal hier te lande in het verkeer zijn gebracht

2, eerste lid, BMB

M

360

a

– gebruiker/teler

M

360

b

– loonspuiter/handel

M

361

onvoldoende zorgvuldigheid betrachten bij het vervoeren van bestrijdingsmiddelen

4, tweede lid, BMB

M

362

bestrijdingsmiddelen, waarvan de verpakking is voorzien van een afbeelding van een doodshoofd, Andreaskruis of inwerkend zuur, gebruiken door middel van personeel jonger dan achttien jaren

5, eerste lid, BMB

M

363

bestrijdingsmiddelen, waarvan de verpakking niet is voorzien van een afbeelding van een doodshoofd, Andreaskruis of inwerkend zuur, gebruiken door middel van personeel jonger dan zestien jaren

5, tweede lid, BMB

bestrijdingsmiddelen, waarvan de verpakking is voorzien van een afbeelding van een doodshoofd, gebruiken op plaatsen waar dat niet is toegestaan

5a BMW

M

364

a

– gebruiker/teler

M

364

b

– loonspuiter

M

365

bestrijdingsmiddelen voorhanden of in voorraad hebben, dan wel resten daarvan of ongereinigde verpakkingen, niet in een daarvoor gebezigde bewaarplaats

8, eerste lid, BMB

bestrijdingsmiddelen voorhanden of in voorraad hebben in winkels, op markten of andere voor het publiek toegankelijke verkoopplaatsen

8, eerste lid, BMB

M

366

a

– waarvan de verpakking is voorzien van een afbeelding van een doodshoofd

M

366

b

– die niet zijn bestemd voor gebruik door particulieren

M

366

c

– die binnen het bereik van kinderen worden bewaard

M

367

de toegang tot de bewaarplaats is buiten de tijd gedurende welke de beheerder onmiddellijk toezicht uitoefent niet met een deugdelijk slot afgesloten

8 juncto 9 BMB

M

368

gebruikte verpakkingen zodanig vernietigen, dat die verpakkingen of delen daarvan anders dan als grondstof kunnen worden gebezigd

13, eerste lid, BMB

gebruikte verpakkingen of resten van al dan niet verdunde bestrijdingsmiddelen zodanig verwijderen, dat zij:

13, tweede lid, BMB

M

369

a

– in enig oppervlaktewater geraken of kunnen geraken

13, tweede lid, onder a, BMB

M

369

b

– in de bodem van grondwaterbeschermingsgebied geraken of kunnen geraken, uitgezonderd spuitresten van bestrijdingsmiddelen of resten in spoelwater, mits deze over landbouwgrond worden verspreid

13, tweede lid, onder b, BMB

M

369

c

– op of langs de openbare weg geraken of kunnen geraken

13, tweede lid, onder c, BMB

Nummers M 380–M 381: Besluit luchtvaarttoepassingen bestrijdingsmiddelen (BLBM)

bestrijdingsmiddelen gebruiken met behulp van een luchtvaartuig

M

380

a

– bij een windsnelheid boven vijf meter per seconde, bij ultra low volumeformulering vier meter per seconde

4, eerste lid, onder a, BLBM

M

380

b

– waarbij hoger wordt gevlogen dan 3 meter boven het gewas, bij ultra low volumeformulering hoger dan 4 meter boven het gewas

4, eerste lid, onder f, BLBM

M

381

op het tijdstip waarop de toepassing aanvangt is geen schriftelijke verklaring aanwezig op het gemeentehuis van de gemeente op welker grondgebied de toepassing plaatsvindt

6 BLBM

Nummers M 390–M 393: Verordening reiniging verpakking gewasbeschermingsmiddelen 1997 (VRGBM) en Verordening gebruik verdeelapparatuur gewasbeschermingsmiddelen 1997 (VGVGB)

niet beschikken over voorgeschreven apparatuur

2 VRGBM

M

390

a

– gebruiker

M

390

b

– loonspuiter

niet reinigen van geleegde verpakkingen

2 VRGBM

M

391

a

– gebruiker

M

391

b

– loonspuiter

aanwezig hebben van verpakkingen met resten

2 VRGBM

M

392

a

– gebruiker

M

392

b

– loonspuiter

M

393

niet toegestane verdeelapparatuur gebruiken

2 VGVGB

Nummers M 400–M 401: Besluit regulering grondbesmettingsmiddelen (BRGM)

een grondontsmettingsmiddel gebruiken of door middel van derden gebruiken zonder of in strijd met een daarbij behorende vergunning

3 BRGM

M

400

a

– gebruiker

M

400

b

– loonspuiter

een grondontsmettingsmiddel afleveren

M

401

a

– zonder een gewaarmerkte kopie van de daarbij behorende vergunning in ontvangst te nemen

4, eerste lid, BRGM

M

401

b

– in strijd met de gewaarmerkte kopie van de daarbij behorende vergunning

4, eerste lid, BRGM

Nummers M 410–M 414: Wet milieugevaarlijke stoffen (WMS)

M

410

niet schriftelijke kennis geven van het voornemen een stof te vervaardigen of, al dan niet verwerkt in een preparaat, in Nederland in te voeren

3, eerste lid, WMS

M

411

een stof vervaardigen of, al dan niet verwerkt in een preparaat, in Nederland invoeren zonder kennisgeving

8, eerste lid, onder a, WMS

M

412

een stof vervaardigen en die stof, al dan niet verwerkt in een preparaat, aan een ander ter beschikking stellen zonder kennisgeving

8, tweede lid, onder a, WMS

M

413

niet voldoen aan opdracht nadere gegevens over te leggen met betrekking tot een stof waarvan overeenkomstig artikel 3 Wet milieugevaarlijke stoffen kennis is gegeven

16, eerste lid, WMS

M

414

stof niet of onjuist aangeduid op de verpakking

34, eerste lid, WMS

Nummer M 420: Besluit verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten (BVAMS)

M

420

niet voldoen aan opdracht nadere gegevens over te leggen of onderzoek te verrichten met betrekking tot preparaten

6, eerste lid, BVAMS jo 34, eerste lid, WMS

Nummers M 425–M 426: Veiligheidsinformatiebladen Wet milieugevaarlijke stoffen (VBWMS)

M

425

het veiligheidsinformatieblad ontbreekt

2, eerste lid, VBWMS jo 24 WMS

M

426

het veiligheidsinformatieblad is niet in de Nederlandse taal opgesteld

2, vierde lid, VBWMS jo 24 WMS

Nummer M 430: Cadmiumbesluit Wet milieugevaarlijke stoffen (CBWMS)

cadmiumhoudende produkten:

2, eerste lid, CBWMS jo 24 WMS

M

430

a

– vervaardigen

M

430

b

– in Nederland invoeren

M

430

c

– aan een ander ter beschikking stellen

M

430

d

– voorhanden hebben in handelsvoorraden

Nummers M 440–M 448: Besluit inzake stoffen die de ozonlaag aantasten 1995 (BSOA) en Regeling lekdichtheidsvoorschriften koelinstallaties 1997 (RLK)

M

440

een koelinstallatie met een totale hoeveelheid koudemiddelvulling die groter is dan of gelijk is aan drie kilogram en kleiner is dan 125 kilogram, niet ten minste eenmaal per kalenderjaar laten controleren

6 i.v.m. voorschrift 6.1.3. Bijlage RLK jo 15, derde lid, BSOA

M

441

een koelinstallatie met een totale hoeveelheid koudemiddelvulling die groter is dan of gelijk is aan drie kilogram en kleiner is dan 125 kilogram, laten controleren door een persoon die niet beschikt over een erkenningsbewijs

6 i.v.m. voorschrift 6.1.3. Bijlage RLK jo 13, derde lid, BSOA

M

442

beheerder van een koelinstallatie met een totale hoeveelheid koudemiddelvulling die groter is dan of gelijk is aan drie kilogram en kleiner is dan 250 kilogram, beschikt niet over een installatiegebonden logboek

6 i.v.m. voorschrift 6.2.1 Bijlage RLK jo 15, derde lid, BSOA

M

443

onvoldoende zorg voor het bijhouden van het installatiegebonden logboek bij een koelinstallatie met een totale hoeveelheid koudemiddelvulling die groter is dan of gelijk is aan drie kilogram en kleiner is dan 250 kilogram

6 i.v.m. voorschrift 6.2.3. Bijlage RLK jo 15, derde lid, BSOA

M

444

de gasdetectie-apparatuur ten behoeve van het opsporen van koudemiddellekkage in een machinekamer, niet ten minste eenmaal per half jaar laten controleren

6 i.v.m. voorschrift 6.3.1 Bijlage RLK jo 15, derde lid, BSOA

M

445

een koelinstallatie met een totale hoeveelheid koudemiddelvulling die groter is dan of gelijk is aan drie kilogram en kleiner dan 125 kilogram, is niet ten minste eenmaal per 12 maanden gecontroleerd op het correct functioneren van de installatie en uit oogpunt van preventie op mogelijke oorzaken van lekkage van koudemiddel.

6 i.v.m. voorschrift 6.4.1. Bijlage RLK 1997 jo 15, derde lid, BSOA

M

446

op een koelinstallatie is geen kenplaat bevestigd

6 i.v.m. voorschrift 6.5.1. Bijlage RLK jo 15, derde lid, BSOA

M

447

de beheerder heeft bij een koelinstallatie geen instructiekaart op een goed toegankelijke plaats beschikbaar

6 i.v.m. voorschrift 6.5.5. Bijlage RLK jo 15, derde lid, BSOA

M

448

bij een koelinstallatie met een totale hoeveelheid koudemiddelvulling die groter is dan of gelijk is aan driehonderd kg zijn geen bedieningsvoorschriften aanwezig

6 i.v.m. voorschrift 6.6.1. Bijlage RLK jo 15, derde lid, BSOA

Nummers M 450–M 463: Flora- en Faunawet (FFW), Natuurbeschermingswet (NBW), Vogelwet (VOW), Regeling zoeken en rapen van kievietseieren (RZRKE) en Wet bedreigde uitheemse dier- en plantensoorten (BUDEP)

M

450

beschermde inheemse planten plukken, verzamelen, afsnijden, uitsteken, vernielen, beschadigen, ontwortelen of op andere wijze van hun groeiplaats verwijderen

8 FFW (23, eerste lid, NBW)

M

451

beschermde inheemse dieren doden, verwonden, vangen, bemachtigen of met het oog daarop opsporen

9 FFW (24, eerste lid, NBW) (5 VOW)

M

452

beschermde inheemse dieren opzettelijk verontrusten

10 FFW (24, derde lid, NBW) (5 VOW )

M

453

nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde inheemse dieren beschadigen, vernielen, uithalen, wegnemen of verstoren

11 FFW (8 VOW )

eieren van beschermde inheemse dieren zoeken, rapen, uit het nest nemen, beschadigen of vernielen

12 FFW (8 en 17 VOW)

M

454

a

– kievietseieren buiten toegestane periode

17 VOW jo 2, 4 en 5 RZRKE

M

454

b

– kievietseieren, in de periode van 1 maart tot en met 8 april, zonder eierzoekkaart

17 VOW jo 2, 4 en 5 RZRKE

M

454

c

– kievietseieren, in de periode 1 maart tot en met 8 april, zonder schriftelijke toestemming grondgebruiker

17 VOW jo 2, 4 en 5 RZRKE

M

454

d

– niet-roofvogeleieren; max. 10 eieren

12 FFW (8 VOW)

M

454

e

– roofvogeleieren; max. 10 eieren

12 FFW (8 VOW)

ten verkoop voorhanden of in voorraad hebben, verkopen of ten verkoop aanbieden, vervoeren, ten vervoer aanbieden, afleveren gebruiken voor commercieel gewin, huren of verhuren, ruilen of in ruil aanbieden, uitwisselen of tentoonstellen voor handelsdoeleinden, binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen of onder zich hebben van beschermde in- of uitheemse vogels

13, eerste lid, onder a, FFW (7 VOW, 9 jo 19 VOW, 3 en 3a BUDEP)

M

455

a

– particulier, maximaal 10 vogels

13, eerste lid, onder a, FFW (7 VOW)

M

455

b

– tentoonstelling, maximaal 10 vogels

13, eerste lid 1, onder a, FFW (7 VOW)

als particulier exemplaren, delen of producten van beschermde uitheemse dieren of planten binnen of buiten het grondgebied van Nederland te brengen, te vervoeren of onder zich te hebben

13, eerste lid, onder a en b, FFW (3, eerste en tweede lid, BUDEP)

M

456

a

– maximaal 2 levende of dode planten en/of dieren

M

456

b

– delen van maximaal 2 levende of dode planten en/of dieren

M

456

c

– producten van maximaal 2 levende of dode planten en/of dieren

M

456

d

– kaviaar (250 gr–350 gr)

M

456

e

– kaviaar (350 gr–500 gr)

M

456

f

– ivoor ( 0 gr–100 gr)

M

456

g

– ivoor (100 gr–200 gr)

M

456

h

– ivoor (200 gr–300 gr)

M

456

i

– ivoor (300 gr–400 gr)

M

456

j

– ivoor (400 gr–500 gr)

als particulier exemplaren, delen of producten van beschermde uitheemse dieren of planten binnen of buiten het grondgebied van Nederland te brengen, te vervoeren of onder zich te hebben

13, eerste lid, onder a en b, FFW (3a, eerste, derde en vierde lid, BUDEP)

M

457

a

– maximaal 2 levende of dode planten en/of dieren

M

457

b

– delen van maximaal 2 levende of dode planten en/of dieren

M

457

c

– producten van maximaal 2 levende of dode planten en/of dieren

M

457

d

– koraal, schelpen, rainsticks en dergelijke kennelijk als souvenir aan te merken voorwerpen, delen of producten; zeer kleine voorwerpen

als souvenir aan te merken voorwerpen, delen of producten

M

457

e

– kaviaar (250 gr-350) gr

M

457

f

– kaviaar (350 gr-500 gr)

onder zich hebben, binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen, ten verkoop voorradig of voorhanden hebben, verkopen of ten verkoop aanbieden, vervoeren, ten vervoer aanbieden of afleveren, gebruiken voor commercieel gewin, huren of verhuren, ruilen of in ruil aanbieden, tentoonstellen voor handelsdoeleinden van bij algemene maatregel van bestuur aangewezen planten of dieren

14, derde lid, FFW

M

458

a

– particulier

M

458

b

– handelaar

onder zich hebben van bij algemene maatregel van bestuur aangewezen middelen die geschikt en bestemd zijn voor het doden of vangen van dieren

15, eerste lid, FFW (23, tweede lid, VOW)

M

459

a

– voor het doden of vangen van een individueel dier

M

459

b

– voor het doden of vangen van een groter aantal dieren

M

460

zich buiten gebouwen bevinden met bij algemene maatregel van bestuur aangewezen middelen die geschikt zijn voor het doden of vangen van dieren of met materialen ter onmiddellijke vervaardiging van die middelen

15, tweede lid, FFW

M

461

niet voorzien van een jachtakte in het veld een geweer of een gedeelte van een geweer dragen

16, eerste lid, FFW (23, eerste lid, (Jachtwet)

M

462

als degene die zich in het veld ophoudt, zich zonder gegronde reden met een fret, een buidel of een kastval bevinden op gronden waarop hij niet is bevoegd van die middelen gebruik te maken voor de uitoefening van de jacht of in verband met beheer en bestrijding van schade

16, tweede lid, FFW (23, derde lid, Jachtwet)

M

463

niet verhinderen dat een dier dat hem toebehoort of onder zijn toezicht staat, in het veld dieren opspoort, doodt, verwondt, vangt of bemachtigt

16, derde lid, FFW

M

470

vellen of doen vellen van houtopstand, anders dan bij wijze van dunning, zonder voorafgaande kennisgeving

2, derde lid, Boswet