Artikel
1
In deze regeling wordt verstaan onder:
richtlijn 1999/36/EG van de Raad van 29 april 1999 betreffende vervoerbare drukapparatuur (PbEG L 138);
vervoerbare drukapparatuur als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de richtlijn, te onderscheiden in recipiënten en tanks als bedoeld in randnummer 1.2.1 van het ADR;
Commissie van de Europese Gemeenschappen;
hernieuwde overeenstemmingsbeoordeling als bedoeld in artikel 7;
Accord Européen relatif au transport international des marchandises dangereuses par route, Genève 1957 (Trb. 1959, 81);
Règlement concernant le transport international ferroviaire des marchandises dangereuses (Trb. 1993, 15);
richtlijn 84/525/EEG van de Raad van 17 september 1984 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake naadloze stalen gasflessen (PbEG L 300);
richtlijn 84/526/EEG van de Raad van 17 september 1984 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake naadloze gasflessen van niet-gelegeerd aluminium en van een aluminiumlegering (PbEG L 300);
richtlijn 84/527/EEG van de Raad van 17 september 1984 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake gelaste gasflessen van ongelegeerd staal (PbEG L 300).
richtlijn 94/55/EG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 november 1994 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (PbEG L 319);
richtlijn 96/49/EG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 23 juli 1996 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor (PbEG L 235);
richtlijn 97/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 mei 1997 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende drukapparatuur (PbEG L 181);
de Minister van Verkeer en Waterstaat.