Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat, houdende de implementatie van richtlijn 1999/36/EG

Regeling vervoerbare drukapparatuur

De Minister van Verkeer en Waterstaat,
Gelet op de richtlijn 1999/36/EG van de Raad van de Europese Unie van 29 april 1999 betreffende vervoerbare drukapparatuur (PbEG L 138), en artikel 2 van het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen;

Besluit:

§

1

Algemeen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.
richtlijn:

richtlijn 1999/36/EG van de Raad van 29 april 1999 betreffende vervoerbare drukapparatuur (PbEG L 138);

b.
vervoerbare drukapparatuur:

vervoerbare drukapparatuur als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de richtlijn, te onderscheiden in recipiënten en tanks als bedoeld in randnummer 1.2.1 van het ADR;

c.
Commissie:

Commissie van de Europese Gemeenschappen;

d.
aangemelde instantie:

instantie, bedoeld in artikel 9;

e.
erkende instantie:

instantie, bedoeld in artikel 12;

f.
overeenstemmingsbeoordeling:

beoordeling als bedoeld in artikel 4, eerste lid;

g.
hernieuwde overeenstemmingsbeoordeling:

hernieuwde overeenstemmingsbeoordeling als bedoeld in artikel 7;

h.
ADR:

Accord Européen relatif au transport international des marchandises dangereuses par route, Genève 1957 (Trb. 1959, 81);

i.
RID:

Règlement concernant le transport international ferroviaire des marchandises dangereuses (Trb. 1993, 15);

j.
richtlijn 84/525/EEG:

richtlijn 84/525/EEG van de Raad van 17 september 1984 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake naadloze stalen gasflessen (PbEG L 300);

k.
richtlijn 84/526/EEG:

richtlijn 84/526/EEG van de Raad van 17 september 1984 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake naadloze gasflessen van niet-gelegeerd aluminium en van een aluminiumlegering (PbEG L 300);

l.
richtlijn 84/527/EEG:

richtlijn 84/527/EEG van de Raad van 17 september 1984 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake gelaste gasflessen van ongelegeerd staal (PbEG L 300).

m.
richtlijn 94/55/EG:

richtlijn 94/55/EG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 november 1994 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (PbEG L 319);

n.
richtlijn 96/49/EG:

richtlijn 96/49/EG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 23 juli 1996 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor (PbEG L 235);

o.
richtlijn 97/23/EG:

richtlijn 97/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 mei 1997 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende drukapparatuur (PbEG L 181);

p.
Minister:

de Minister van Verkeer en Waterstaat.

Artikel

2

Artikel

3

§

2

Overeenstemmingsbeoordeling

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

§

3

Hernieuwde overeenstemmingsbeoordeling van bestaande vervoerbare drukapparatuur

Artikel

7

§

4

Periodieke keuring

Artikel

8

§

5

Aangemelde instantie

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

10a

Een instantie die met toepassing van artikel 9 wenst te worden aangemeld, verstrekt de Minister desgevraagd alle informatie over en bewijzen van haar naleving van de criteria van de bijlagen I en II bij de Richtlijn, die de Minister ter aanvulling op artikel 10, eerste lid, nodig acht.

Artikel

11

§

6

Erkende instantie

§

7

Markering

Artikel

13

§

8

Overgangsbepaling

Artikel

14

§

9

Slotbepalingen

Artikel

15

Artikel

16

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vervoerbare drukapparatuur.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, T. Netelenbos

Bijlage

1

bij artikel 9, vierde lid, van de Regeling vervoerbare drukapparatuur

Artikel 1

Voor de volgende werkzaamheden is de Dienst Wegverkeer aangewezen als keuringsinstantie voor het keuren van vervoerbare drukapparatuur:

  • a.

    het uitvoeren van de overeenstemmingsbeoordelingsprocedures inzake nieuwe vervoerbare drukapparatuur, voorzover het tanks betreft, op grond van bijlage IV, deel I, module B (EG-typeonderzoek), module B1 (EG-ontwerponderzoek), module F (EG-productkeuring) en module G (EG-eenheidskeuring) bij richtlijn nr. 1999/36/EG van de Europese Raad van 29 april 1999 betreffende vervoerbare drukapparatuur (PbEG L 138);

  • b.

    het uitvoeren van de hernieuwde overeenstemmingsbeoordeling van de bestaande types of van de bestaande vervoerbare drukapparatuur, voorzover het tanks betreft, ten opzichte van de vereisten van de bijlagen bij richtlijn nr. 94/55/EG van de Europese Raad van 21 november 1994 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (PbEG L 319) en richtlijn nr. 96/49/EG van de Europese Raad van 23 juli 1996 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor (PbEG L 235), op grond van bijlage IV, deel II, bij de in onderdeel a genoemde richtlijn;

  • c.

    de periodieke keuringen van tanks op grond van bijlage IV, deel III, module 1, bij de in onderdeel a genoemde richtlijn.

Artikel 2

De Dienst Wegverkeer kan voor de in artikel 1 genoemde werkzaamheden vergoedingen vaststellen alsmede de wijze van betaling daarvan. De vergoedingen zijn verschuldigd aan de Dienst Wegverkeer.

Artikel 3

1. De in artikel 1 genoemde werkzaamheden en de hiervoor door de Dienst Wegverkeer vast te stellen vergoedingen voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    de exploitatie gaat niet ten koste van de op grond van de Wegenverkeerswet 1994 opgedragen taken;

  • b.

    de exploitatie leidt niet tot concurrentieverstoring.