Besluit van 15 januari 2001, houdende vaststelling van de voorschriften voor de tenuitvoerlegging van taakstraffen (Besluit tenuitvoerlegging taakstraffen)

Besluit tenuitvoerlegging taakstraffen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 19 oktober 2000, nr. 5057030/00/6;
De Raad van State gehoord (advies van 22 december 2000, nr. WO300.0488/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 8 januari 2001, nr. 5073409/01/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

I

Begripsbepalingen

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: het Wetboek van Strafrecht;

  • b.

    reclassering: een reclasseringsinstelling als bedoeld in artikel 1, onder b, van de Reclasseringsregeling 1995;

  • c.

    raad: de raad voor de kinderbescherming;

  • d.

    uitvoerder taakstraffen: de reclasserings- of raadsmedewerker die onder verantwoordelijkheid van de reclassering of de raad belast is met begeleiding en toezicht in het kader van de tenuitvoerlegging van de taakstraf;

  • e.

    contactpersoon: degene die handelt namens de instelling of organisatie, waar de taakstraf wordt verricht;

  • f.

    taakgestrafte: degene aan wie een taakstraf is opgelegd;

  • g.

    jeugdige taakgestrafte: taakgestrafte op wie titel VIIIA van het Eerste Boek van de wet is toegepast;

  • h.

    projectplaats: de plaats bij een instelling of organisatie waar de taakstraf wordt verrricht;

  • i.

    Centraal Justitieel Incassobureau: het Centraal Justitieel Incassobureau, genoemd in artikel 1 van het Besluit Instelling Centraal Justitieel Incassobureau;

  • j.

    Onze Minister: Onze Minister van Veiligheid en Justitie.

Hoofdstuk

II

De inhoud van de taakstraf

Artikel

2

Onverminderd de taken en bevoegdheden van het openbaar ministerie ten aanzien van de tenuitvoerlegging van de taakstraf zijn de reclassering en de raad belast met de zorg voor het aanbod van projectplaatsen.

Artikel

3

Projectplaatsen voor het verrichten van een taakstraf voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    het te verrichten werk is additioneel; er mag geen sprake zijn van het bezetten van arbeidsplaatsen die anders ter beschikking zouden komen van de reguliere arbeidsmarkt;

  • b.

    het werk dient zo veel mogelijk een publiek doel;

  • c.

    de werkzaamheden op de projectplaats zijn zinvol en in voldoende mate aanwezig;

  • d.

    per projectplaats is een contactpersoon aangewezen die ter plaatse verantwoordelijk is voor de gang van zaken rond het verrichten van de taakstraf;

  • e.

    op de projectplaats is voorzien in begeleiding, de veroordeelde mag niet langdurig alleen zijn werkzaamheden uitvoeren;

  • f.

    de instelling of organisatie waar de taakstraf wordt verricht houdt zich aan de regelgeving omtrent de arbeidsomstandigheden en andere veiligheidsvoorschriften; werkzaamheden waarvoor bijzondere deskundigheid is vereist of die bijzondere risico's met zich meebrengen die niet aansluiten bij de werkervaring van de taakgestrafte worden niet opgedragen;

  • g.

    op de projectplaats wordt terughoudend omgegaan met het plaatsen van taakgestraften op posities waar geldhandelingen worden verricht of de taakgestrafte toegang heeft tot alcohol, drugs of medicijnen;

  • h.

    de contactpersoon controleert de taakgestrafte en geeft onregelmatigheden, het aantal gewerkte uren, de getoonde inzet en een afloopbericht op basis van afspraken met de uitvoerder taakstraffen door aan de reclassering of de raad.

Artikel

4

Artikel

5

Projecten voor het verrichten van arbeid tot herstel van de door het strafbare feit aangerichte schade, als bedoeld in artikel 77h, tweede lid, onderdeel a, van de wet, voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    de jeugdige taakgestrafte beschikt over de vaardigheden om de schade te herstellen;

  • b.

    op de plaats waar de schade wordt hersteld, is voorzien in begeleiding van de werkzaamheden van de jeugdige taakgestrafte en het houden van toezicht op deze;

  • c.

    herstel bij particulieren kan alleen plaatsvinden, als wordt voorzien in begeleiding en toezicht door de raad.

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Hoofdstuk

III

De plaatsing

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

Nadat de taakstraf is verricht stuurt de uitvoerder taakstraffen zo spoedig mogelijk een afloopbericht aan het openbaar ministerie.

Hoofdstuk

IV

De uitvoerder taakstraffen

Artikel

12

De uitvoerder taakstraffen oefent toezicht uit op de verrichtingen van de taakgestrafte en de omstandigheden waaronder deze plaatsvinden. Het toezicht omvat ook de veiligheid, de gezondheid en arbeidsomstandigheden op de projectplaats en de redelijkheid van de opgedragen werkzaamheden of opgelegde verplichtingen.

Artikel

13

Artikel

14

Bijzondere gevallen, als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a, kunnen zijn: onvoldoende beschikbaarheid van werk, een onoplosbaar conflict op de projectplaats, ongeschiktheid van de taakgestrafte voor het werk of het niet aansluiten van verplichtingen bij de specifieke omstandigheden van de taakgestrafte.

Artikel

15

De uitvoerder taakstraffen geeft ten hoogste eenmaal een waarschuwing aan de taakgestrafte wegens het niet naar behoren verrichten van de taakstraf.

Artikel

16

Hoofdstuk

V

De taakgestrafte

Artikel

17

De taakgestrafte kan door de uitvoerder taakstraffen worden opgedragen, voordat het verrichten van de taakstraf aanvangt, zich door een door de uitvoerder taakstraffen aan te wijzen keuringsarts medisch te laten keuren, indien de werkzaamheden dit vereisen, de taakgestrafte medische klachten heeft of arbeidsongeschikt is.

Artikel

18

Artikel

19

De taakgestrafte geeft veranderingen in de woon- of werksituatie onmiddellijk door aan de uitvoerder taakstraffen.

Artikel

20

Artikel

21

Hoofdstuk

VI

Klachten

Hoofdstuk

VII

Het Centraal Justitieel Incassobureau

Artikel

24

Hoofdstuk

VIII

Overige bepalingen

Artikel

25

De reclassering en de raad leggen in elk arrondissement ten minste eenmaal per jaar verantwoording aan het openbaar ministerie af over het gevoerde beleid inzake de tenuitvoerlegging van taakstraffen, waaronder de begeleiding, het toezicht, de genomen beslissingen en de afhandeling van klachten.

Artikel

26

Wijzigt de Reclasseringsregeling 1995.

Hoofdstuk

IX

Slotbepalingen

Artikel

27

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel

28

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit tenuitvoerlegging taakstraffen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Justitie, A. H. Korthals
De Minister van Justitie, A. H. Korthals