Besluit van 19 januari 2001, houdende vaststelling van het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten

Warenwetbesluit Kruidenpreparaten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 25 augustus 2000, kenmerk GZB/VVB 2099119, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
De Raad van State gehoord (advies van 19 oktober 2000, no. W13.00.0392/III)
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 15 januari 2001, GZB/VVB 2144381, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Artikel

2

Het is verboden kruidenpreparaten of waren die kruidenpreparaten bevatten, te bereiden, te vervaardigen of te verhandelen, indien deze niet voldoen aan de bij of krachtens dit besluit gestelde eisen.

Artikel

3

Kruidenpreparaten bevatten slechts kruidensubstanties in hoeveelheden die niet schadelijk zijn voor de volksgezondheid.

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Vervallen

Artikel

8

Dit besluit wordt aangehaald als: Warenwetbesluit Kruidenpreparaten.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. Borst-Eilers
De Minister van Justitie, A. H. Korthals

Bijlage

Deze bijlage behoort bij artikel 4.

De in artikel 4 bedoelde planten en schimmels zijn:

Aconitum carmichaelii

Aconitum kusnezoffii

Aconitum napellus (Monnikskap of Duivelskruid)

Adonis vernalis (Voorjaarsadonis of Duivelsoog)

Artemisia cina (Echt wormkruid)

Artemisia maritima Zeealsem)

Atropa belladonna (Wolfskers)

Brassica nigra (Zwarte mosterd), behoudens de toepassing in levensmiddelen van het zaad Bryonia alba (Heggerank)

Cephaelis acuminata of Uragoga granatensis (waaronder Ipecacuanhae radix)

Chenopodium ambrosioides (var. anthelminthicum) (Welriekende ganzevoet)

Chrysanthemum vulgare of Tanacetum vulgare (Boerenwormkruid of Reinvaren)

Citrullus colocynthis (Kolokwint of Kwintappel)

Claviceps purpurea (Moederkoorn)

Colchicum autumnale (Herfsttijloos)

Convallaria majalis (Lelietje-van-dalen)

Convolvulus scammonia

Croton tiglium

Datura stramonium (Doornappel)

Digitalis lanata (Wollig vingerhoedskruid)

Digitalis purpurea (Vingerhoedskruid)

Dryopteris filix-mas (Mannetjesvaren)

Exogonium purga of Ipomoea purga (Jalappe)

Genista tinctoria (Verfbrem)

Hyoscyamus niger (Bilzekruid)

Juglans regia (Walnotenboom of Okkernotenboom), behalve de noten

Juniperus sabina (Zevenboom)

Ledum palustre (Moerasrozemarijn)

Lobelia inflata (Lobeliakruid)

Lycopus europaeus (Wolfspoot)

Mallotus philippensis of Rottlera tinctoria (Kamala)

Mandragora officinarum (alruin)

Nerium oleander (Oleander)

Pausinystalia johimbe of Corynanthe johimbe

Pilocarpus jaborandi

Piper methysticum (Kava kava)

Podophyllum peltatum (Voetblad, Meiappel of Eendvoet), met uitzondering van de vruchten

Pulsatilla vulgaris of Anemona pulsatilla (Wildemanskruid of Paarse anemoon)

Rauwolfia serpentina (Rauwolfia)

Ricinus communis (Kruisboom of Wonderboom)

Rubia tinctorum (Meekrap)

Sarothamnus scoparius of Cystisus scoparius (Bremkruid)

Scopolia carniolica (Klokbilzenkruid)

Solanum dulcamara (Bitterzoet)

Strophantus kombé (Strofantus)

Strychnos nux-vomica (Braaknootboom)

Teucrium chamaedrys (Gamander of Wilde salie)

Urginea maritima of Scilla maritima (Zeeajuin)

Vinca minor (Kleine maagdepalm)