Artikel
1
In deze regeling wordt verstaan onder:
Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
dienst Landelijk Gebied van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
verwerving van het recht van eigendom of het recht van erfpacht indien het erfpachtrecht door de bloot eigenaar wordt gekocht van de erfpachter;
vervreemding van het recht van eigendom of verlenen van het recht van erfpacht;
iedere natuurlijke of rechtspersoon die land vervreemdt aan bureau beheer landbouwgronden;
iedere natuurlijke of rechtspersoon die land verwerft van bureau beheer landbouwgronden;
de verwerving van een onroerende zaak van een verkoper en directe vervreemding van die zaak;
project van herinrichting, ruilverkaveling en aanpassingsinrichting, bedoeld in artikel 13 van de Landinrichtingswet;
natuurgebied bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Subsidieregeling natuurbeheer 2000, zoals het krachtens die regeling nader door de provincie is begrensd;
project waarvan het werkgebied is weergegeven op kaart 3 van het Structuurschema Groene Ruimte, deel 4, planologische kernbeslissing;
project waarvan het werkgebied is aangegeven op kaart 1 van het Structuurschema Groene Ruimte, deel 4, planologische kernbeslissing;
zone zoals aangegeven op de kaart bufferzones van de Vierde nota over de ruimtelijke ordening Extra, deel 4, planologische kernbeslissing;
uiterwaarden bedoeld in de samenwerkingsafspraak 1999-2015 LNV-V&W;
gebied dat als reservaat is aangeduid in een begrenzingenplan, landschapsplan of inventarisatieplan;
verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van de Europese Unie van 17 mei 1999 betreffende steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en instelling van een aantal verordeningen (PbEG L160);
geldmiddelen verstrekt door de Commissie van de Europese Gemeenschappen.