Besluit mandaat en machtiging Novem ter uitvoering van de programma's Ketenmobiliteit 1999, 2000, 2001 en 2002

De Minister van Verkeer en Waterstaat,
Gelet op de artikelen 1, onder b en 2 van de Kaderregeling personenvervoer van deur tot deur en op maat en het contract tussen;
Gezien de schriftelijke instemming van de Nederlandse Onderneming Voor Energie en Milieu B.V. (hierna NOVEM), d.d. 16 januari 2001, kenmerk 01/0013/931/00300;

Besluit:

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

De besluiten Verlening mandaat en machtiging aan NOVEM worden ingetrokken.

Artikel

6

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dag-tekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel

7

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat en machtiging Novem ter uitvoering van de programma's Ketenmobiliteit 1999, 2000, 2001 en 2002.

Dit besluit en de daarbij behorende toelichting worden in de Staatscourant geplaatst en in afschrift gezonden aan de directeur van NOVEM.

Den Haag
De Minister van Verkeer en Waterstaat, T.Netelenbos

Algemene instructie, behorende bij artikel 3, eerste lid, Besluit mandaat en machtiging Novem ter uitvoering van de programma's Ketenmobiliteit 1999, 2000, 2001 en 2002

1

De in de artikelen 1 en 2 van het besluit genoemde gemandateerden verzenden een afschrift van de aanvraag, van het op een aanvraag genomen besluit, van een daartegen gericht bezwaarschrift en van het op het bezwaarschrift genomen besluit aan de minister. Afschriften van de op een beroepsprocedure betrekking hebbende stukken worden eveneens aan de minister gezonden.

2

De in artikel 2 van het besluit genoemde gemandateerden voeren in het kader van een beroepsprocedure nauw overleg met de minister terzake van de in te nemen standpunten.

3

De in de artikel 1 van het besluit genoemde gemandateerde onderzoekt regelmatig ten aanzien van iedere subsidieverlening of er omstandigheden zijn op grond waarvan een subsidieverlening moet worden ingetrokken of gewijzigd.

4

De in de artikelen 1 en 2 van het besluit genoemde gemandateerden treden tenminste éénmaal per kwartaal in overleg met de afdeling Marktordening en Vraagbeïnvloeding van het Directoraat-Generaal Personenvervoer ten aanzien van de door de gemandateerden uitgevoerde programma's Ketenmobiliteit 1999, 2000, 2001 en 2002.

5

De in de artikelen 1 en 2 van het besluit genoemde gemandateerden richten de administratie zodanig in, dat daarin alle van belang zijnde vastleggingen en bewijsstukken ten behoeve van het besluitvormings-, uitvoerings-, controle- en verantwoordingsproces zijn vastgelegd. Zij verschaffen de minister desgevraagd alle inlichtingen die betrekking hebben op de uitoefening van de bij het Besluit mandaat en machtiging Novem in het kader van het programma Keten-mobiliteit verleende bevoegdheden.

6

De in de artikelen 1 en 2 van het besluit genoemde gemandateerden signaleren tijdig problemen die zijn gerezen in het kader van de uitvoering van de Kaderregeling personenvervoer van deur tot deur en op maat en melden deze tijdig aan het hoofd van de afdeling Marktordening en Vraagbeïnvloeding.