De minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid,
Handelende in overeenstemming met de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Besluit:
Artikel
1
In deze regeling wordt verstaan onder:
a)
minister:
de Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid;
b)
gemeenten:
de gemeenten Culemborg, Diemen, Gorinchem, Harderwijk, Hoogezand-Sappemeer, Leerdam, Maassluis, Roermond, Tiel, Weesp, IJsselstein en Zeist;
c)
gemeentebestuur:
het college van burgemeester en wethouders van een gemeente, genoemd in onderdeel b;
d)
oudkomers:
leden van etnische minderheidsgroepen die al voor langere tijd legaal in Nederland verblijven;
De minister verstrekt het gemeentebestuur voor de uitvoering van het gemeentelijk beleid ter verbetering van de inburgering van oudkomers een bijdrage ter hoogte van het in de bij deze regeling behorende bijlage vermelde bedrag voor de periode 2001 tot en met 2003, indien het gemeentebestuur de minister een meerjarig plan voorlegt, waarin een samenstel van maatregelen is opgenomen dat naar het oordeel van de minister voldoet aan de in de artikelen 4 en 5 gestelde voorwaarden.
2
De minister verstrekt het gemeentebestuur ten behoeve van de ontwikkeling, de voorbereiding en de start van het meerjarig plan een bijdrage ter hoogte van het bedrag vermeld in de bij deze regeling behorende bijlage voor het jaar 2000.
Artikel
3
De op grond van deze regeling toe te kennen bijdragen worden beschikbaar gesteld onder het voorbehoud van autorisatie door de begrotingswetgever.
Artikel
4
Aan het meerjarig plan legt het gemeentebestuur de volgende doelstelling ten grondslag: het vergroten van deelname aan en succesvolle afronding van trajecten voor in het bijzonder de beheersing van de Nederlandse taal door werklozen en opvoeders uit de groep oudkomers.
Artikel
5
1
Het gemeentebestuur geeft in het meerjarig plan een beschrijving van de omvang en de samenstelling van de groepen waarop het gemeentelijk beleid met het oog op het bereiken van de in artikel 4 genoemde doelstelling is gericht.
2
Het gemeentebestuur geeft in het meerjarig plan een beschrijving van de maatregelen die met het oog op de in artikel 4 genoemde doelstelling worden genomen en een globale indicatie van de bestedingen die ten laste van de bijdrage, bedoeld in artikel 2, eerste lid, zullen worden gedaan.
3
Het gemeentebestuur geeft ten aanzien van de in het tweede lid bedoelde maatregelen aan welke prestaties in termen van streefcijfers ten opzichte van de vastgestelde beginsituatie zullen worden bereikt.
Artikel
6
Indien de minister van oordeel is dat het meerjarig plan niet voldoet aan de artikelen 4 en 5, stelt hij het gemeentebestuur in de gelegenheid het meerjarig plan aan te passen. Hij stelt daarbij een termijn en geeft aan op welke onderdelen het meerjarig plan aanpassing behoeft.
Artikel
7
1
Het gemeentebestuur ontvangt de bijdrage, bedoeld in artikel 2, tweede lid, voor 1 december 2000.
2
Het gemeentebestuur ontvangt de bijdrage, bedoeld in artikel 2, eerste lid, in drie jaarlijkse termijnen, die telkens voor 1 juli betaalbaar worden gesteld.
3
Indien op 1 juli 2001 het meerjarig plan nog niet is goedgekeurd wordt de termijn in 2001 onder voorbehoud van goedkeuring van het meerjarig plan uitbetaald.
Artikel
8
1
Het gemeentebestuur brengt uiterlijk 1 oktober 2004 aan de minister verslag uit over de besteding van de bijdragen, bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid.
De minister kan de bijdrage, bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid, geheel of gedeeltelijk terugvorderen, indien uit het financieel verslag, bedoeld in artikel 8, blijkt dat de bijdrage niet is besteed aan de voorbereiding en uitvoering van het meerjarig plan.
Artikel
10
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 15 november 2000.
Artikel
11
Deze regeling wordt aangehaald als: Bijdrageregeling inburgering oudkomers 12 gemeenten.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid,R.H.L.M. vanBoxtel