Artikel
1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
a.
bilateraal akkoord: tussen Nederland en een andere lidstaat van de Europese Unie geldend verdrag als bedoeld in artikel 3 van de bijlage bij de Overeenkomst inzake een Internationaal Energieprogramma (Trb. 1975, 47) en artikel 7, eerste tot en met derde lid, van richtlijn 2006/67/EG;
-
b.
COVA: Stichting Centraal Orgaan Voorraadvorming Aardolieprodukten;
-
c.
internationale verplichtingen: verplichtingen tot het aanhouden van een voorraad aardolieproducten, voortvloeiend uit de Overeenkomst inzake een Internationaal Energieprogramma (Trb. 1975, 47) en uit richtlijn 2006/67/EG;
-
d.
Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;
-
e.
referentiejaar: kalenderjaar dat voorafgaat aan het voorraadjaar;
-
f.
richtlijn 2006/67/EG: richtlijn 2006/67/EG van de Raad van 24 juli 2006 houdende verplichting voor de lidstaten om minimumvoorraden ruwe aardolie en/of aardolieproducten in opslag te houden (PbEU L 217).
-
g.
uitslag: uitslag als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de accijns, met uitzondering van afleveringen met bestemming internationale zeevaart;
-
h.
voorraadjaar: tijdvak van 12 maanden dat begint op 1 april van enig jaar;
-
i.
voorraadplichtige: degene die op grond van deze wet een wettelijke voorraad moet aanhouden of zich daartoe heeft verbonden bij een overeenkomst als bedoeld in artikel 5, eerste lid;
-
j.
wettelijke voorraad: voorraad aardolieproducten waarmee wordt beoogd aan de voor Nederland geldende internationale verplichtingen te voldoen, alsmede de extra voorraad die COVA aanhoudt op grond van artikel 7, tweede lid.