gegevens omtrent een hoeveelheid door een netbeheerder gemeten duurzame elektriciteit die een producent met zijn installatie heeft opgewekt en op het net heeft ingevoed, alsmede omtrent de soort installatie.
d.
groencertificaat:
gegevens op een groencertificatenrekening, waarmee wordt aangetoond dat een producent met zijn installatie een hoeveelheid duurzame elektriciteit die een meervoud is van 1 MWh heeft opgewekt en op het net heeft ingevoed;
e.
groencertificatenrekening:
rekening in het systeem van elektronische gegevensverwerking dat in stand wordt gehouden door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet en waarmee wordt bijgehouden voor welke hoeveelheid duurzame elektriciteit groencertificaten zijn verstrekt en aan wie de groencertificaten op enig moment toekomen;
f.
zuivere biomassa:
producten, afvalstoffen en residuen van de landbouw – met inbegrip van plantaardige en dierlijke stoffen –, de bosbouw en aanverwante bedrijfstakken die geheel biologisch afbreekbaar zijn, alsmede industrieel en huishoudelijk afval dat geheel biologisch afbreekbaar is;
g.
NTA 8003:
de Nederlandse Technische Afspraak 8003, Classificatie van biomassa voor energietoepassing, uitgegeven door het Nederlands Normalisatie-Instituut, zoals deze luidde in maart 2001;
h.
naar haar aard zuivere biomassa:
de zuivere biomassa opgenomen in het classificatie-overzicht van de NTA 8003, met uitzondering van de zuivere biomassa met groepsnummer 701, 709, 729 of 890;
i.
naar zijn aard zuiver biogas:
stortgas, rioolwaterzuiveringsgas en biogas dat is ontstaan door inwerking van micro-organismen op biologisch afbreekbare materialen;
j.
partij:
de op basis van één specificatie geleverde hoeveelheid biomassa die voor controle op het aandeel onvermijdbare kunststoffen en ander materiaal van langcyclisch organische oorsprong door de producent, die met behulp van de biomassa elektriciteit opwekt, gedurende een door hem vastgestelde periode als eenheid wordt aangemerkt en als zodanig identificeerbaar is.
2
Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel f, worden producten, afvalstoffen en residuen van de landbouw – met inbegrip van plantaardige en dierlijke stoffen –, de bosbouw en aanverwante bedrijfstakken, alsmede industrieel en huishoudelijk afval met een aandeel onvermijdbare kunststoffen en ander materiaal van langcyclisch organische oorsprong van ten hoogste drie massaprocent per partij geacht geheel biologisch afbreekbaar te zijn.
Artikel
2
Onderzoek installatie voor opwekking duurzame elektriciteit
1
Een in Nederland gevestigde producent van duurzame elektriciteit verzoekt de daartoe bevoegde netbeheerder de hoeveelheid duurzame elektriciteit te meten die hij met zijn installatie opwekt en op het net invoedt. Een aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van het origineel van een ondertekend formulier, dat is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 1.
2
Naar aanleiding van het verzoek stelt de netbeheerder vast of de installatie geschikt is voor de opwekking van duurzame elektriciteit en of de meter geschikt is om de hoeveelheid op het net ingevoede duurzame elektriciteit te meten, door een administratief onderzoek in te stellen naar de installatie en de aansluiting daarvan op het net.
3
De netbeheerder kan in aanvulling op het administratief onderzoek en ter verificatie van de in het formulier opgenomen gegevens de installatie van de producent onderzoeken om te bepalen welk gedeelte van de totale hoeveelheid door de installatie opgewekte en op het net ingevoede elektriciteit kan worden aangemerkt als duurzame elektriciteit.
4
De netbeheerder deelt de uitkomst van het onderzoek, bedoeld in het tweede en derde lid, mee aan de producent en de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet.
5
Indien een producent geen verzoek doet als bedoeld in het eerste lid, dan wel indien uit het onderzoek, bedoeld in het tweede en derde lid, blijkt dat de installatie niet geschikt is voor de opwekking van duurzame elektriciteit, beschouwt de netbeheerder de totale hoeveelheid door hem gemeten elektriciteit die door de installatie van de producent wordt opgewekt en op het net wordt ingevoed als elektriciteit die niet is opgewekt op een wijze als bedoeld in artikel 53, tweede lid, onder e, van de wet.
Artikel
3
Meten van duurzame elektriciteit
1
Nadat de netbeheerder overeenkomstig artikel 2 heeft vastgesteld dat de installatie en de meetinrichting van de producent geschikt zijn voor de opwekking en meting van duurzame elektriciteit, meet de netbeheerder op grond van artikel 16, eerste lid, onderdeel h, van de wet, overeenkomstig de voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel b, van de wet, de hoeveelheid duurzame elektriciteit die de producent met zijn installatie opwekt en op het net invoedt.
2
Bij installaties met een aansluitwaarde van 3 x 80 A of groter geschiedt de meting, bedoeld in het eerste lid, iedere kalendermaand. Bij installaties met een aansluitwaarde kleiner dan 3 x 80 A geschiedt de meting gelijktijdig met de jaarlijkse bepaling van de meterstanden. Op verzoek van de producent kan de meting vaker plaatsvinden.
3
Indien de installatie van de producent voor de opwekking van duurzame elektriciteit gebruik maakt van elektriciteit die is afgenomen van een net, brengt de netbeheerder voor de bepaling van de hoeveelheid duurzame elektriciteit die op het net is ingevoed, de hoeveelheid elektriciteit die daarvoor is afgenomen van het net in mindering op de hoeveelheid duurzame elektriciteit die hij op grond van het eerste lid meet.
4
Tenzij de tariefstructuren, bedoeld in artikel 27 van de wet, iets anders bepalen, brengt de netbeheerder de kosten van het vaststellen of de installatie en de meter van de producent geschikt zijn en van het meten van de hoeveelheid duurzame elektriciteit in rekening bij de producent.
Artikel
4
Verplichting producent
1
De producent van duurzame elektriciteit stelt de netbeheerder in staat de hoeveelheid duurzame elektriciteit te meten die met zijn installatie is opgewekt en op het net is ingevoed.
2
Indien zich een omstandigheid voordoet die van belang is voor de bepaling hoeveel duurzame elektriciteit is opgewekt en op het net is ingevoed, meldt de producent die omstandigheid en het tijdstip waarop deze zich voordeed binnen twee weken aan de netbeheerder.
Artikel
5
Meetgegevens omtrent duurzame elektriciteit
1
De netbeheerder deelt na meting overeenkomstig de voorwaarden, bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdelen a, b en c, van de wet, de meetgegevens omtrent duurzame elektriciteit mee aan de producent en aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet.
2
De netbeheerder deelt op verzoek van de Belastingdienst de meetgegevens mee die voor de Belastingdienst van belang zijn voor het uitoefenen van haar taak.
Artikel
6
Groencertificatenrekening
1
De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet opent op verzoek van een producent, afnemer, leverancier of handelaar een groencertificatenrekening.
2
De producent deelt bij het verzoek de uitkomst van het onderzoek, verkregen overeenkomstig artikel 2, vierde lid, mee aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet.
3
De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet boekt op verzoek groencertificaten op een daarbij aangegeven groencertificatenrekening, indien een in Nederland gevestigde producent of zijn gemachtigde bij het verzoek de meetgegevens omtrent duurzame elektriciteit, ontvangen overeenkomstig artikel 5, eerste lid, overlegt: en verklaart dat de desbetreffende hoeveelheid elektriciteit niet reeds in Nederland of in andere landen op enigerlei wijze als duurzame elektriciteit is verkocht of daarvoor een vergoeding is ontvangen. 3. In het zesde lid wordt ‘op grond van het derde lid’ vervangen door: op grond van het derde lid en van artikel 7a, eerste lid.
4
Een groencertificaat heeft betrekking op duurzame elektriciteit die in Nederland is geproduceerd na 1 juli 2001.
5
De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet boekt op verzoek van degene aan wie groencertificaten toekomen, een bij het verzoek aan te geven hoeveelheid groencertificaten over op een daarbij aangegeven andere groencertificatenrekening.
6
Een groencertificaat verliest zijn geldigheid uiterlijk één jaar na de datum van boeking op grond van het derde lid en van artikel 7a, eerste lid, dan wel nadat het groencertificaat is gebruikt voor toepassing van artikel 36i van de Wet belastingen op milieugrondslag. Nadat een groencertificaat zijn geldigheid heeft verloren, wordt het afgeboekt van de groencertificatenrekening.
7
De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet brengt de kosten van het beheer van de groencertificatenrekening in rekening bij degene die het verzoek, bedoeld in het eerste lid, doet.
Artikel
6a
Producentenverklaring voor zuivere biomassa
1
Indien de duurzame elektriciteit waarvoor boeking van groencertificaten wordt verzocht op grond van artikel 6, derde lid, wordt opgewekt met behulp van zuivere biomassa, overlegt de producent of zijn gemachtigde iedere zes kalendermaanden ten hoogste een maand voor aanvang van deze zes kalendermaanden een verklaring dat hij met behulp van een daartoe geëigende methode aan de hand van bemonstering per partij vaststelt dat het materiaal waaruit de duurzame elektriciteit wordt opgewekt, is aan te merken als zuivere biomassa. De verklaring wordt overgelegd aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet met gebruikmaking van het origineel van een ondertekend formulier, dat is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 2.
2
Indien de duurzame elektriciteit waarvoor boeking van groencertificaten wordt verzocht op grond van artikel 6, derde lid, wordt opgewekt met behulp van door de producent gewonnen, niet naar zijn aard zuiver biogas, hanteert de producent of zijn gemachtigde ten aanzien van de grondstof die bij het ontstaan van dit biogas gebruikt wordt, een daartoe geëigende methode om aan de hand van bemonstering per partij vast te stellen dat het materiaal waaruit de duurzame elektriciteit is opgewekt, is aan te merken als zuivere biomassa.
3
De methode van vaststelling, bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt geacht geëigend te zijn als de producent ter zake van de werkzaamheden voor de bepaling van de biologisch afbreekbare fractie van de zuivere biomassa beschikt over een productcertificaat als bedoeld in de Kiwa-beoordelingsrichtlijn BRL-K 10016 voor de vaststelling van het aandeel biomassa in secundaire brandstoffen, dan wel over een schriftelijk bewijs dat hij voldoet aan vergelijkbare procesnormen als vastgelegd in de Kiwa-beoordelingsrichtlijn BRL-K 10016.
4
Steeds wanneer de producent voornemens is andere materialen in zijn installatie te verwerken dan in de verklaring zijn opgenomen, overlegt hij ten hoogste een maand voordat hij deze andere materialen daadwerkelijk verwerkt een nieuwe verklaring. De in het eerste lid bedoelde periode van zes kalendermaanden wordt in dit geval geacht aan te vangen op het moment dat de producent de in de vorige volzin bedoelde andere materialen daadwerkelijk verwerkt.
Artikel
6b
Naar haar aard zuivere biomassa en naar zijn aard zuiver biogas
1
Indien de duurzame elektriciteit waarvoor boeking van groencertificaten wordt verzocht op grond van artikel 6, derde lid, uitsluitend wordt opgewekt met behulp van naar haar aard zuivere biomassa of naar zijn aard zuiver biogas, behoeft de producent of zijn gemachtigde, in afwijking van artikel 6a, geen verklaring te overleggen dat hij met behulp van een daartoe geëigende methode aan de hand van bemonstering per partij vaststelt dat het materiaal waaruit de duurzame elektriciteit wordt opgewekt, is aan te merken als zuivere biomassa.
2
In dit geval verklaart de producent of zijn gemachtigde dat hij gedurende de periode waarop de verklaring betrekking heeft uitsluitend met behulp van naar haar aard zuivere biomassa of naar zijn aard zuiver biogas duurzame elektriciteit zal opwekken. De verklaring wordt overgelegd aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet met gebruikmaking van het origineel van een ondertekend formulier, dat is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 2.
Artikel
6c
Groencertificaten voor zuivere biomassa
1
Indien de duurzame elektriciteit waarvoor boeking van groencertificaten wordt verzocht op grond van artikel 6, derde lid, is opgewekt met behulp van zuivere biomassa, deelt de producent of zijn gemachtigde bij het verzoek mee welk gewogen percentage van de door zijn installatie opgewekte totale hoeveelheid elektriciteit is opgewekt met behulp van zuivere biomassa in de periode, bedoeld in artikel 3, tweede lid, die voorafgaat aan het tijdstip waarop het verzoek wordt gedaan.
2
De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet geeft op groencertificaten, geboekt ten behoeve van duurzame elektriciteit opgewekt met behulp van zuivere biomassa, in ieder geval aan: a. uit welke soorten zuivere biomassa de desbetreffende duurzame elektriciteit is opgewekt, met gebruikmaking van de codering van de NTA 8003; b. of de producent andere brandstoffen dan zuivere biomassa in zijn installatie verwerkt.
Artikel
6d
Accountantsverklaring
1
De producent of zijn gemachtigde zendt telkens binnen dertien weken na de periode van zes kalendermaanden, die aanvangt op 1 januari en eindigt op 30 juni en de periode van zes kalendermaanden die aanvangt op 1 juli en eindigt op 31 december, aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet een verklaring van een accountant, die betrekking heeft op de voorafgaande periode van zes kalendermaanden.
2
De accountantsverklaring heeft geen betrekking op de periode, bedoeld in artikel 7, zesde lid.
3
Uit de accountantsverklaring blijkt eenduidig:
a.
wat de aard en de verhouding van de in de installatie verwerkte brandstoffen zijn;
b.
of de door de producent of zijn gemachtigde op grond van artikel 6c, eerste lid, meegedeelde percentages overeenstemmen met de verhouding van de onder a bedoelde brandstoffen;
c.
of uit de administratie van de producent of uit andere de accountant ter beschikking staande gegevens volgt dat er gedurende de afgelopen periode van zes kalendermaanden in overeenstemming is gehandeld met de op grond van de artikelen 6a, eerste en vierde lid, en 6b overgelegde verklaringen.
4
Ten aanzien van het bepaalde in het vorige lid, onderdeel b, gaat de accountant, voor zover van toepassing, na of de in artikel 6a bedoelde geëigende methode voor de vaststelling of het in de installatie verwerkte materiaal als zuivere biomassa kan worden aangemerkt, op een juiste wijze is toegepast voor zover dit betrekking heeft op de berekening die volgt uit de toepassing van de methode op de onder b genoemde gegevens.
5
Indien de overeenkomstig artikel 6c, eerste lid, meegedeelde percentages afwijken van de percentages die uit de accountantsverklaring blijken, corrigeert de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet het ten gevolge van deze afwijking ontstane verschil in de hoeveelheid groencertificaten door groencertificaten bij te boeken op dan wel af te boeken van de groencertificatenrekening van de desbetreffende producent.
6
Indien uit de accountantsverklaring blijkt dat de producent in de periode, bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, niet in overeenstemming heeft gehandeld met zijn op grond van artikel 6a, eerste en vierde lid, en 6b overgelegde verklaringen, wordt de in de desbetreffende periode opgewekte elektriciteit aangemerkt als niet-duurzaam. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet boekt ten onrechte geboekte groencertificaten af van de groencertificatenrekening van de desbetreffende producent.
7
Indien geen accountantsverklaring binnen de termijn, genoemd in het eerste lid, wordt overgelegd, dan wel indien de accountantsverklaring niet voldoet aan de vereisten, bedoeld in het derde en vierde lid, wordt de in de desbetreffende periode opgewekte elektriciteit aangemerkt als niet-duurzaam. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet boekt ten onrechte geboekte groencertificaten af van de groencertificatenrekening van de desbetreffende producent.
8
De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet meldt de toepasselijkheid van het vijfde, zesde en zevende lid aan de desbetreffende producent of zijn gemachtigde en aan de Belastingdienst.
Artikel
7
Steekproef
1
De producent die met behulp van naar haar aard zuivere biomassa duurzame elektriciteit opwekt en op het net invoedt, draagt er zorg voor dat een daartoe bevoegde instantie ten minste een keer per kalenderjaar een steekproef uitvoert met behulp van een daartoe geëigende methode waarbij zonodig aan de hand van bemonstering wordt vastgesteld of het materiaal waaruit de duurzame elektriciteit wordt opgewekt, is aan te merken als naar haar aard zuivere biomassa en wat de aard en de verhouding van de in de installatie verwerkte brandstoffen zijn.
2
De producent die met behulp van naar zijn aard zuiver biogas duurzame elektriciteit opwekt en op het net invoedt, draagt er zorg voor dat een daartoe bevoegde instantie ten minste een keer per twee kalenderjaren een steekproef uitvoert met behulp van een daartoe geëigende methode waarbij zonodig aan de hand van bemonstering wordt vastgesteld of het materiaal waaruit de duurzame elektriciteit wordt opgewekt, is aan te merken als naar zijn aard zuiver biogas en wat de aard en de verhouding van de in de installatie verwerkte brandstoffen zijn.
3
De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet bepaalt de tijdstippen waarop de in de vorige twee leden bedoelde steekproeven worden uitgevoerd en deelt deze tijdig aan de producent of zijn gemachtigde mee.
4
Bevoegde instanties als bedoeld in het eerste en tweede lid zijn de instanties die vermeld zijn op een door de Minister van Economische Zaken op te stellen lijst van instanties, die onafhankelijk zijn van producenten van elektriciteit en die naar zijn oordeel in staat zijn de steekproeven, bedoeld in het eerste en tweede lid, uit te voeren. Indien een instantie niet op de lijst is opgenomen, kan degene die het in artikel 6, derde lid, bedoelde verzoek doet de Minister van Economische Zaken verzoeken de instantie op de lijst te plaatsen. De Minister van Economische Zaken plaatst een instantie op de lijst, indien die instantie voldoet aan de vereisten, genoemd in de eerste volzin.
5
De instantie brengt de kosten van de steekproef in rekening bij de producent en deelt het resultaat van de steekproef ten hoogste vier weken na het moment waarop de monsterneming in het kader van de steekproef heeft plaatsgevonden mee aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet en aan de producent of zijn gemachtigde.
6
Indien geen steekproef wordt uitgevoerd op het tijdstip, bedoeld in het derde lid, dan wel indien uit de steekproef blijkt dat de biomassa niet aangemerkt kan worden als naar haar aard zuivere biomassa of naar zijn aard zuiver biogas, wordt de elektriciteit, opgewekt in de periode waarop de op het moment van uitvoering van de steekproef geldende verklaring, bedoeld in de artikelen 6a, eerste en vierde lid, en 6b, betrekking heeft, aangemerkt als niet-duurzaam. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet boekt ten onrechte geboekte groencertificaten af van de groencertificatenrekening van de desbetreffende producent.
7
Indien zich een geval voordoet als bedoeld in het vorige lid, is vanaf het moment waarop het resultaat van de steekproef op grond van het vijfde lid is meegedeeld aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet en aan de producent of zijn gemachtigde artikel 6a van toepassing ten aanzien van de desbetreffende producent.
8
De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet meldt de toepasselijkheid van het zesde en zevende lid aan de desbetreffende producent of zijn gemachtigde en aan de Belastingdienst.
Artikel
7a
Buitenlandse duurzame elektriciteit
1
Op verzoek van een afnemer, leverancier of handelaar of diens gemachtigde boekt de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet groencertificaten op een bij het verzoek aangegeven groencertificatenrekening, indien die afnemer, leverancier, handelaar of gemachtigde bij het verzoek de meetgegevens overlegt omtrent duurzame elektriciteit die uit een ander land afkomstig is en die op het Nederlandse net is ingevoed, mits de betrouwbaarheid van die gegevens is gewaarborgd.
2
De betrouwbaarheid van de gegevens, bedoeld in het eerste lid, is gewaarborgd, indien de gegevens zijn verkregen van een of meer in het desbetreffende land tot afgeven van die gegevens bevoegde instanties. Een instantie wordt aangemerkt als bevoegde instantie, indien zij onafhankelijk is van producenten en leveranciers van elektriciteit en zij in het land van vestiging bevoegd is tot het meten van de opwekking of de afname van elektriciteit.
3
De Minister van Economische Zaken stelt een lijst op van bevoegde instanties, waarop in ieder geval zijn opgenomen die instanties die voor het afgegeven van de gegevens, bedoeld in het eerste lid, zijn aangewezen of erkend door de overheid van het land van vestiging, door de Raad voor Accreditatie of in het kader van de organisatie ‘Renewable energy certificate system’. Indien een instantie niet op de lijst is opgenomen, kan degene die het in het eerste lid bedoelde verzoek doet de Minister van Economische Zaken verzoeken de instantie op de lijst te plaatsen. De Minister van Economische Zaken plaatst een instantie op de lijst, indien die instantie voldoet aan de vereisten, genoemd in het tweede lid, tweede volzin.
4
De afnemer, leverancier, handelaar of diens gemachtigde doet het verzoek, bedoeld in het eerste lid, binnen een maand na verkrijging van de gegevens, bedoeld in dat lid.
5
Bij zijn verzoek verklaart de afnemer, leverancier, handelaar of diens gemachtigde dat de duurzame elektriciteit waarvoor overeenkomstig het eerste lid boeking van groencertificaten wordt verzocht, niet in het land van productie of in andere landen op enigerlei wijze als duurzame elektriciteit is verkocht of daarvoor een vergoeding is ontvangen.
6
De artikelen 6a tot en met 7 zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van duurzame elektriciteit, afkomstig uit een ander land dan Nederland, met inachtneming van het achtste lid en met dien verstande dat:
a.
onder ‘producent’ in de artikelen 6a tot en met 7 mede verstaan wordt: afnemer, leverancier, handelaar of diens gemachtigde;
voor de toepassing van het begrip naar haar aard zuivere biomassa met de NTA 8003 wordt gelijkgesteld een norm die toepasselijk in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een staat die partij is bij de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte en die ten minste een gelijk beschermingsniveau biedt.
7
De elektriciteit is op het Nederlandse net ingevoed, indien de afnemer, leverancier, handelaar of gemachtigde bij het verzoek, bedoeld in het eerste lid, aangeeft dat hij voldoende transportcapaciteit op het landsgrensoverschrijdende net heeft verkregen om de duurzame elektriciteit waarop het groencertificaat betrekking heeft, te transporteren naar Nederland. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet gaat na of de transportcapaciteit gebruikt is om de desbetreffende hoeveelheid elektriciteit naar Nederland te transporteren.
8
De Minister van Economische Zaken stelt ten aanzien van duurzame elektriciteit opgewekt met behulp van zuivere biomassa, afkomstig uit een ander land dan Nederland, voor de toepassing van de artikelen 6a en 7 een lijst op van instanties, die onafhankelijk zijn van producenten en leveranciers van elektriciteit en in het land van vestiging bevoegd zijn met behulp van een daartoe geëigende methode aan de hand van bemonstering vast te stellen of het materiaal waaruit de duurzame elektriciteit wordt opgewekt, is aan te merken als zuivere biomassa. Indien een instantie niet op de lijst is opgenomen, kan degene die het in het eerste lid bedoelde verzoek doet de Minister van Economische Zaken verzoeken de instantie op de lijst te plaatsen. De Minister van Economische Zaken plaatst een instantie op de lijst, indien die instantie voldoet aan de vereisten, genoemd in de eerste volzin.
Artikel
8
Gegevensverstrekking
De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet deelt iedere maand aan de Minister van Economische Zaken mee, voor welke hoeveelheid duurzame elektriciteit overeenkomstig de artikelen 6, derde lid, en 7a, eerste lid, groencertificaten zijn geboekt en overeenkomstig artikel 6, zesde lid, zijn afgeboekt, alsmede op welke wijze de duurzame elektriciteit waarop die groencertificaten betrekking hebben, is opgewekt.
Artikel
9
Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Artikel
10
Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling groencertificaten Elektriciteitswet 1998.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
's-Gravenhage
De Minister van Economische Zaken, A.Jorritsma-Lebbink
Bijlage
1
Verzoek tot meting van duurzame elektriciteit
Met dit formulier verklaart u duurzame elektriciteit te produceren en verzoekt u de netbeheerder deze elektriciteit als zodanig te meten. Dit formulier is een bijlage bij de Regeling groencertificaten Elektriciteitswet 1998.
1
Gegevens aanvrager
Vul onderstaande gegevens juist en volledig in.
a. Naam:
b. Adres:
c. Postcode:
d. Woonplaats:
e. Land:
f. Telefoonnummer:
g. Faxnummer:
h. E-mailadres:
i. Inschrijfnummer Kamer van Koophandel:
j. Sofi-nummer Belastingdienst:
2
Locatiegegevens installatie
Vul onderstaande gegevens juist en volledig in.
a. Adres:
b. Postcode:
c. Plaats:
d. Locatienummer Kadaster:
e. Aansluitnummer volgens EAN-code:
f. Netbeheerder van het net waarop de installatie is aangesloten:
3
Typegegevens installatie
Kruis aan om wat voor soort installatie het gaat bij deze aanvraag. Er is slechts een antwoord mogelijk.
O a. Een installatie voor opwekking van elektriciteit door middel van windenergie.
O b. Een installatie voor de opwekking van elektriciteit door middel van zonne-energie.
O c. Een waterkrachtcentrale voor de opwekking van elektriciteit met een vermogen van minder dan 15 MW.
O d. Een installatie waarin biomassa zonder bijstook of bijmenging van kunststoffen thermisch wordt verwerkt onder omzetting in elektriciteit.
Vul onderstaande gegevens juist en volledig in.
e. Elektrisch vermogen installatie (MW):
f. Aansluitwaarde installatie (VA):
g. Indien u optie d (biomassa) hebt aangekruist; welke soort(en) biomassa word(t)(en) in de installatie verwerkt?
4
Algemene verklarring
U verklaart door het invullen en ondertekenen van dit formulier:
a. dat de in dit formulier bedoelde installatie zodanig op het net is aangesloten en voorzien van een meter die voldoet aan de criteria gesteld in de Meetcode, dat door de netbeheerder de netto op het net ingevoede elektriciteit eenduidig kan worden gemeten, dan wel uit een combinatie van metingen eenduidig kan worden berekend;
b. dat u te allen tijde zult meewerken aan door de netbeheerder uit te voeren controles van de in dit formulier bedoelde installatie en de bijbehorende meter, voorzover deze controle betrekking heeft op dit verzoek tot meting van duurzame elektriciteit.
5
Aanvullende verklaring voor biomassa-installaties
Indien u bij vraag 3 optie d (biomassa) heeft aangekruist, verklaart u door het invullen en ondertekenen van dit formulier, tevens:
dat u uw administratie zodanig zult inrichten dat door derden op eenduidige wijze de hoeveelheid geproduceerde en op het net ingevoede duurzame elektriciteit achteraf kan worden vastgesteld.
6
Ondertekening
Plaats:
Datum:
Handtekening aanvrager:
Let op! Maak een kopie van dit ingevulde aanvraagformulier voor eigen gebruik.
Ruimte voor opmerkingen netbeheerder:
Bijlage
2
Biomassaverklaring
Dit formulier is bijlage 2 bij de Regeling groencertificaten Elektriciteitswet 1998.
Tevens verklaart u door ondertekening van dit formulier dat u aan alle regels voldoet om in aanmerking te komen voor groencertificaten voor de elektriciteit, opgewekt uit biomassa.
Voordat u (een) andere soort(en) biomassa wilt gaan omzetten in uw installatie, dient u een maand daaraan voorafgaand een nieuwe verklaring af te geven en verder een maand voorafgaand aan iedere nieuwe periode van zes kalendermaanden.
Dit formulier dient te allen tijde volledig, juist, in origineel, ondertekend en – voor zover van toepassing – voorzien van de noodzakelijke bijlagen te worden ingediend bij de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet.
1
Gegevens aanvrager
a. Naam:
b. Adres:
c. Postcode:
d. Woonplaats:
e. Land:
f. Telefoonnummer:
g. Faxnummer:
h. E-mail adres:
i. Inschrijfnummer Kamer van Koophandel:
j. Sofi-nummer Belastingdienst:
2
Locatiegegevens installatie
a. Adres:
b. Postcode:
c. Plaats:
d. Locatienummer Kadaster:
e. Aansluitnummer volgens EANcode:
f. Netbeheerder van het net waarop de installatie is aangesloten:
3
Soort biomassa
A. Indien u naar haar aard zuivere biomassa omzet in elektriciteit, dient u onderstaand de codes, zoals gehanteerd in de Nederlandse Technische Afspraak NTA 8003 ‘Classificatie van biomassa voor energietoepassing’, zoals deze luidde in maart 2001, te vermelden. Biomassa met het groepsnummer 701, 709, 729 of 890 wordt niet aangemerkt als naar haar aard zuivere biomassa.
Groepsnummers: ….
….
….
….
….
B. Indien u naar zijn aard zuiver biogas omzet in elektriciteit, dient u onderstaand aan te geven welke soort naar haar aard zuiver biogas dat is.
0 Stortgas
0 Rioolwaterzuiveringsgas
0 Biogas dat is ontstaan door de inwerking van micro-organismen op biologisch afbreekbare materialen (vergistingsproces) Indien er uitsluitend sprake is van naar haar aard zuivere biomassa of naar zijn aard zuiver biogas, kan op grond van de Regeling groencertificaten Elektriciteitswet 1998 een methode van bemonstering achterwege worden gelaten, maar dient op verzoek van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet op een door hem te bepalen moment regelmatig een steekproef te worden uitgevoerd zoals bedoeld in artikel 7 van de regeling.
C. Indien u biomassa die niet naar haar aard zuiver is of biogas dat niet naar zijn aard zuiver is omzet in elektriciteit, dient u onderstaand aan te geven welke soorten biomassa of biogas dat zijn.
0 Biomassa, namelijk:…
…
…
…
0 Biogas, namelijk:…
…
…
…
…
In de Regeling groencertificaten Elektriciteitswet 1998 is bepaald dat met behulp van een daartoe geëigende methode van bemonstering moet worden bepaald of de biomassa als zuiver kan worden aangemerkt. Voor wat betreft biogas dat niet naar zijn aard zuiver is, dient de biomassa waaruit het biogas wordt geproduceerd met behulp van een daartoe geëigende methode bemonsterd te worden.
Wordt de biomassa die u hierboven heeft aangeduid bemonsterd met behulp van een daartoe geëigende methode?
0 Ja
0 Nee
Indien u hier ‘ja’, heeft aangekruist dient u als bijlage bij deze verklaring het originele bewijs van hantering van een daartoe geëigende methode van bemonstering mee te zenden, tenzij een eerder door u aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet gezonden origineel bewijs nog betrekking heeft op de periode ten aanzien waarvan u de onderhavige verklaring overlegt.
4
Overige vragen
Wordt de biomassa die u heeft aangekruist bij vraag 3 in uw installatie bijof meegestookt met één of meer fossiele brandstoffen?
0 Ja, namelijk:
0 Nee
Deze verklaring heeft betrekking op de periode van ... ... ... tot en met … ... ... (zes kalendermaanden)
5
Verklaring
U verklaart door het invullen en ondertekenen van dit formulier:
a.
Dat u te allen tijde zult meewerken aan door de instantie die de bemonstering en/of certificering uitvoert, de Belastingdienst of de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet uit te voeren controles van de in dit formulier opgenomen gegevens.
b.
Dat u, indien u uitsluitend naar haar aard zuivere biomassa of naar zijn aard zuiver biogas omzet in elektriciteit zult meewerken aan de steekproeven die in opdracht van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet dienen te worden uitgevoerd.
c.
Dat u uw administratie zodanig zult inrichten dat door derden op eenduidige wijze de gebruikte soort(en) biomassa en fossiele brandstof en de hoeveelheden en de calorische waarden daarvan, alsmede de juistheid van de door u opgegeven gewogen percentages, bedoeld in artikel 6c van de Regeling groencertificaten Elektriciteitswet 1998, achteraf kunnen worden vastgesteld.
d.
Dat u, in het geval dat één van de zaken zoals door u is aangegeven bij de vragen 3 en/of 4 verandert, hier vooraf melding van maakt door dit formulier opnieuw in te vullen en uiterlijk een maand voordat bedoelde verandering plaats vindt te doen toekomen aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet.
e.
Dat u deze verklaring naar waarheid heeft ingevuld.
6
Ondertekening
Plaats:
Datum:
Handtekening aanvrager:
Bijlage(n):
Let op! Maak een kopie van dit ingevulde formulier voor eigen gebruik.
Ruimte voor opmerkingen netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet: