Regeling herstelmaatregelen heek 2001

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Gelet op verordening (EG) 1162/2001 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 14 juni 2001 tot vaststelling van maatregelen voor het herstel van het heekbestand in ICES-deelgebieden III, IV, V, VI en VII en in ICES-sectoren VIIIa, b, d, e en van daarmee samenhangende bepalingen inzake de controle op de activiteiten van vissersvaartuigen (PbEG L 159);

Besluit:

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder verordening: verordening (EG) 1162/2001 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 14 juni 2001 tot vaststelling van maatregelen voor het herstel van het heekbestand in ICES-deelgebieden III, IV, V, VI en VII en in ICES-sectoren VIIIa, b, d, e en van daarmee samenhangende bepalingen inzake de controle op de activiteiten van vissersvaartuigen (PbEG L 159).

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

3a

Het is verboden in de gebieden, bedoeld in artikel 1 van de verordening, heek aan boord te houden van een vissersvaartuig waarop een sleepnet met een maaswijdte van 55 tot 99 mm aan boord wordt gehouden of wordt gebruikt indien de hoeveelheid heek meer dan 20% uitmaakt van de totale hoeveelheid mariene organismen aan boord, tenzij het een vissersvaartuig betreft met een lengte over alles van minder dan 12 meter, dat binnen 24 uur terugkeert naar de laatste haven waaruit het is vertrokken.

Artikel

3b

Het is verboden

  • a.

    een kuil of een tunnel van een sleepnet als bedoeld in artikel 3, onderdeel a, van de verordening aan boord te houden van een vissersvaartuig of te gebruiken in de gebieden, bedoeld in artikel 1 van de verordening, met uitzondering van ICES-deelgebieden V en VI;

  • b.

    bodemsleepnetten als bedoeld in artikel 3, onderdelen b, c en d, van de verordening aan boord te houden van een vissersvaartuig of te gebruiken in de gebieden, bedoeld in artikel 1 van de verordening;

  • c.

    boomkorren als bedoeld in artikel 4 van de verordening aan boord te houden van een vissersvaartuig of te gebruiken in de gebieden, bedoeld in artikel 1 van de verordening;

  • d.

    sleepnetten met een maaswijdte tussen 55 en 99 mm aan boord te houden van een vissersvaartuig of te gebruiken in de gebieden, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdelen a en b, van de verordening;

  • e.

    staand vistuig met een maaswijdte van minder dan 120 mm aan boord te houden van een vissersvaartuig of te gebruiken in de gebieden, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel a, van de verordening;

  • f.

    staand vistuig met een maaswijdte van minder dan 100 mm aan boord te houden van een vissersvaartuig of te gebruiken in de gebieden, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel b, van de verordening;

    tenzij dit vistuig is geborgen overeenkomstig artikel 20, eerste lid, van verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (PbEG L 261).

Artikel

4

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretarisvan Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, G.H.Faber