Regeling paardensperma

Regeling paardensperma

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Besluit:

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

b.
Minister:

Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

c.
NVWA:

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

d.
keuringsdierenarts:

dierenarts verbonden aan de NVWA;

e.
winning:

hoeveelheid sperma die op een bepaald moment van een donor is verkregen;

f.
dierenarts van het centrum:

dierenarts verbonden aan het paardenspermawincentrum;

g.
hengst:

geslachtsrijpe paardachtige van het mannelijk geslacht die kennelijk bestemd is voor de fokkerij;

h.

Richtlijn 92/65/EEG van de Raad van Europese Gemeenschappen van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo's waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, onder I, van Richtlijn 90/425/EEG geldt (PbEG L 268);

i.
geaccrediteerde keuringsinstantie:

keuringsinstantie, waarvan

  • 1.

    door de Nederlandse Raad voor Accreditatie of een gelijkwaardige buitenlandse instantie is verklaard dat de keuringsinstantie voldoet aan de criteria van EN 45004 en ISO 17020 en de relevante criteria van ISO 9001/9002, voorzover deze verklaring betrekking heeft op het opstellen van het in artikel 10 genoemde bedrijfsrapport, dan wel,

  • 2.

    door de Nederlandse Raad voor Accreditatie of een gelijkwaardige buitenlandse instantie is verklaard dat de keuringsinstantie voldoet aan de criteria van EN 45004 en ISO 17020 en de relevante criteria van ISO 9001/9002, voorzover deze verklaring betrekking heeft op verrichtingen in de veehouderij, en de keuringsinstantie aan de Nederlandse Raad voor Accreditatie of een gelijkwaardige buitenlandse instantie heeft verzocht te verklaren dat de keuringsinstantie aan genoemde criteria voldoet met betrekking tot de in artikel 10 genoemde bedrijfsrapport en dit verzoek niet is afgewezen.

Artikel

2

Het paardenspermawincentrum voldoet aan Bijlage D, hoofdstuk I, van Richtlijn 92/65/EEG.

Artikel

3

Artikel

4

Het winnen, bewerken en opslaan van paardensperma geschiedt voor zover van toepassing overeenkomstig Bijlage D, hoofdstuk III, van Richtlijn 92/65/EEG.

Artikel

5

Artikel

6

Van toezicht van een dierenarts van het centrum als bedoeld in Bijlage D, Hoofdstuk I, onderdeel I, subonderdeel 1, punt 1.1, van richtlijn 92/65/EEG is sprake, indien die dierenarts overeenkomstig de krachtens artikel 5 vastgestelde procedures en protocollen erop toeziet dat de voorschriften bedoeld in artikel 2, 3 en 4 in acht worden genomen en dat door betrokkenen de krachtens artikel 5 vastgestelde procedures en protocollen correct worden uitgevoerd.

Artikel

7

Vervallen

Artikel

8

Artikel

9

Als laboratorium, bedoeld in Bijlage D, Hoofdstuk II, onderdeel I, subonderdeel 1, punt 1.5, van richtlijn 92/65/EEG, wordt erkend het Centraal Veterinair Instituut, te Lelystad.

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

De eigenaar of de exploitant van een paardenspermawincentrum dan wel diens vertegenwoordiger beschikt over een administratie waarmee de keuringsdierenarts en de geaccrediteerde keuringsinstantie op elk moment een overzicht kan worden geboden van het sperma dat in het paardenspermawincentrum gewonnen dan wel opgeslagen is, en die de tracering van contacten tussen het paardenspermawincentrum met inseminatoren, dierenartsen, vervoerders, handelaren en gebruikers van het sperma inzichtelijk maakt.

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

Het is de eigenaar of de exploitant van een paardenspermawincentrum dan wel diens vertegenwoordiger uitsluitend toegestaan paardensperma voorhanden te hebben, in voorraad te hebben, te bewaren, op te slaan, te gebruiken, te ontvangen of af te leveren indien op de verpakking van iedere dosis sperma onuitwisbaar de in artikel 8, derde lid, bedoelde gegevens zijn vermeld.

Artikel

16

Artikel

18

Het uitsluitend toegestaan paardensperma voorhanden te hebben, in voorraad te hebben, te bewaren, op te slaan, te gebruiken, te ontvangen of af te leveren indien op de verpakking van iedere dosis sperma onuitwisbaar de navolgende gegevens zijn vermeld:

  • a.

    het identificatienummer van het betrokken sperma;

  • b.

    de datum van de winning;

  • c.

    de identiteit van de hengst waarvan het sperma is gewonnen, en

  • d.

    het identificatienummer van het paardenspermawincentrum.

Artikel

19

Artikel

20

Een wijziging van een of meer onderdelen van richtlijn 92/65/EEG gaat voor de toepassing van de artikelen van deze regeling, waarin naar die onderdelen wordt verwezen, gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekend gemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.

Artikel

21

Artikel 5, eerste lid, is gedurende de periode van 9 maanden vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling niet van toepassing op de eigenaar of de exploitant van een paardenspermawincentrum die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling beschikt over een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de Verordening K.I. bij dieren 1985 door het Landbouwschap verleende toestemming tot het winnen van sperma van paarden.

Artikel

22

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2001.

Artikel

23

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling paardensperma.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, L.J.Brinkhorst