Regeling rundersperma

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Gelet op Richtlijn nr. 88/407/EEG van de Raad van 14 juni 1988 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften van toepassing op het intracommunautaire handelsverkeer in sperma van runderen en de invoer daarvan (PbEG L 194);

Besluit:

§

1

Algemeen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

b.
minister:

Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

c.
VWA:

de Voedsel en Waren Autoriteit, ingesteld bij besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 8 juli 2002 (Stcrt. 127);

d.
keuringsdierenarts:

dierenarts verbonden aan de VWA;

e.
winning:

hoeveelheid sperma die op een bepaald moment van een donor is verkregen;

f.
dierenarts van het centrum:

dierenarts verbonden aan het erkende runderspermawincentrum;

g.
quarantaineruimte:

door de minister voor de toepassing van deze regeling erkende afzonderingsruimte waarin zich slechts runderen bevinden die tenminste dezelfde gezondheidsstatus bezitten.

§

2

Nadere voorschriften inzake de erkenning van runderspermawincentra

Artikel

2

Artikel

3

Van voortdurend toezicht van een dierenarts van het centrum als bedoeld in Bijlage A, Hoofdstuk I, onderdeel a, van richtlijn 88/407/EEG is sprake, indien die dierenarts overeenkomstig de krachtens artikel 2 vastgestelde procedures en protocollen erop toeziet dat de voorschriften van richtlijn 88/407/EEG in acht worden genomen en dat door betrokkenen de krachtens artikel 2 vastgestelde procedures en protocollen correct worden uitgevoerd.

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Als laboratorium, bedoeld in Bijlage B, Hoofdstuk I, punt 2, en in Bijlage B, Hoofdstuk II, punt 2, van richtlijn 88/407/EEG, wordt aangewezen het Instituut voor Dierhouderij en Diergezondheid te Lelystad.

Artikel

8

§

3

De erkenning van runderspermawincentra en quarantaineruimten

Artikel

9

Bij de aanvraag om erkenning van een runderspermawincentrum worden de volgende gegevens verstrekt:

  • a.

    de naam, het adres en de vestigingsplaats van het runderspermawincentrum;

  • b.

    het aan het runderspermawincentrum krachtens het Besluit identificatie en registratie van dieren uitgegeven uniek bedrijfsnummer;

  • c.

    een plattegrond van kadastrale eenheden waarop het runderspermawincentrum is gesitueerd, waarbij is aangegeven:

    • de afscheiding ten opzichte van de directe omgeving;

    • de afstand en de aard van de omliggende bedrijven, en

    • de ligging van de in artikel 5, eerste lid, van deze regeling bedoelde ruimten en voorzieningen;

  • d.

    voor zover de in artikel 5, eerste lid, onder g en h, bedoelde voorzieningen niet zijn gelegen op de kadastrale eenheden waarop het runderspermawincentrum is gesitueerd, de naam, het adres en de vestigingsplaats van deze voorzieningen, en

  • e.

    de naam van de dierenarts van het centrum.

Artikel

10

De erkenning wordt door de minister verleend, nadat uit een door de keuringsdierenarts ingesteld onderzoek is gebleken, dat voldaan wordt aan de in artikel 9, tweede lid, van het besluit bedoelde voorschriften.

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

Een runderspermawincentrum waarvan de erkenning werd ingetrokken of waarvan een aanvraag voor het opnieuw verlenen van de erkenning werd afgewezen en dat weer voor erkenning in aanmerking wenst te komen, moet opnieuw een aanvraag indienen, de gegevens, bedoeld in artikel 9, opnieuw verstrekken en tevens kunnen aantonen, dat de omstandigheden welke tot de intrekking dan wel de afwijzing hebben geleid, zijn opgeheven.

Artikel

14

Een erkend runderspermawincentrum stelt de minister in kennis van elke wijziging van de bij de oorspronkelijke aanvraag verstrekte gegevens.

Artikel

15

Artikel

16

Een erkende quarantaineruimte voldoet aan de volgende eisen:

  • a.

    de gebouwen van de quarantaineruimte zijn gelegen op een minimale afstand van 100 meter van de gebouwen behorend bij overige bedrijven waar runderen worden gehouden;

  • b.

    de quarantaineruimte is zodanig omheind, dat vrije toegang tot de quarantaineruimte niet mogelijk is;

  • c.

    voor het personeel en de bezoekers is een hygiënesluis aanwezig die zodanig gesitueerd is, dat zij deze passeren alvorens zij de quarantaineruimte betreden. De hygiënesluis is voorzien van omkleed- en douchefaciliteiten. Schone bedrijfskleding en laarzen zijn in de hygiënesluis aanwezig;

  • d.

    de quarantaineruimte beschikt over:

    • een stalruimte voor de dagelijkse huisvesting en verzorging van de runderen die op efficiënte wijze fysiek is afgesloten van de overige ruimten van de quarantaineruimte;

    • een lokaal voor de reiniging en ontsmetting van de gebruikte materialen, en

    • -voor runderen ontoegankelijke ruimten voor de opslag van stro, voer, kleding en medicijnen;

  • e.

    de quarantaineruimte voldoet aan de relevante voorschriften van Bijlage B, hoofdstuk I, van richtlijn 88/407/EEG;

  • f.

    de eigenaar of exploitant van de quarantaineruimte dan wel diens vertegenwoordiger draagt ervoor zorg dat het personeel en de bezoekers zich douchen en zich kleden met schone bedrijfskleding en laarzen voordat zij de quarantaineruimte betreden;

  • g.

    de quarantaineruimte beschikt over een door de keuringsdierenarts vanuit één plaats op de quarantaineruimte te raadplegen register dat dagelijks wordt bijgehouden en dat zodanig is ingericht, dat daaruit te allen tijde op eenvoudige wijze met betrekking tot elk rund kan worden afgeleid:

    • het krachtens het Besluit identificatie en registratie van dieren toegekende identificatienummer;

    • gegevens inzake de uitgevoerde vaccinaties;

    • gegevens uit het ziekte/gezondheidsdossier;

    • de datum van toelating op de quarantaineruimte;

    • de beslagen of bedrijven van waaruit het rund afkomstig is, en

    • de gegevens, waaronder de laboratoriumuitslagen, onder vermelding van de datum, betreffende de in Bijlage B, Hoofdstuk I, punt 1, onderdeel d en e, van richtlijn 88/407/EEG voorgeschreven tests, en

  • h.

    de keuringsdierenarts wordt in verband met het door hem uit te oefenen toezicht op de naleving van onderdeel a tot en met g, praktisch in de gelegenheid gesteld de werkzaamheden van de quarantaineruimte te controleren.

§

4

Overige voorschriften aan erkende runderspermawincentra

Artikel

17

Artikel

18

Artikel

19

De eigenaar of exploitant van een runderspermawincentrum dan wel diens vertegenwoordiger beschikt over een administratie waarmee de keuringsdierenarts op elk moment een overzicht kan worden geboden van het sperma dat in het runderspermawincentrum gewonnen dan wel opgeslagen is, en die de tracering van contacten tussen het runderspermawincentrum met inseminatoren, dierenartsen, vervoerders, handelaren en gebruikers van het sperma inzichtelijk maakt.

Artikel

20

Artikel

21

Behoudens indien het sperma bestemd is om overeenkomstig de Regeling handel levende dieren en levende producten buiten Nederland te worden gebracht, gaat een partij sperma bij afvoer van de kadastrale eenheid, waarop het runderspermawincentrum is gelegen, vergezeld van een geleidebiljet, waarop met betrekking tot de partij de volgende gegevens zijn vermeld:

Artikel

22

Het is de eigenaar of exploitant van een runderspermawincentrum dan wel diens vertegenwoordiger uitsluitend toegestaan rundersperma voorhanden te hebben, in voorraad te hebben, te bewaren, op te slaan, te gebruiken, te ontvangen of af te leveren indien op de verpakking van iedere dosis sperma onuitwisbaar de in artikel 6, derde lid, bedoelde gegevens zijn vermeld.

§

5

Voorschriften voor het vervoer en de verhandeling van sperma

Artikel

23

Artikel

25

Het is uitsluitend toegestaan rundersperma voorhanden te hebben, in voorraad te hebben, te bewaren, op te slaan, te gebruiken, te ontvangen of af te leveren indien op de verpakking ervan onuitwisbaar de navolgende gegevens zijn vermeld:

  • a.

    het identificatienummer van het betrokken sperma;

  • b.

    de datum waarop het sperma is verkregen;

  • c.

    het krachtens het Besluit identificatie en registratie van dieren aan de stier waarvan het sperma is gewonnen, toegekende identificatienummer, en

  • d.

    het identificatienummer van het runderspermawincentrum.

§

6

Overige bepalingen

Artikel

26

Artikel

27

Quarantaineruimten worden, onder de voorwaarde dat een daartoe strekkende volledige aanvraag als bedoeld in artikel 15 binnen drie maanden na inwerkingtreding van deze regeling is ingediend, voor de duur van zes maanden na inwerkingtreding van deze regeling voorlopig erkend als quarantaineruimte of tot zoveel eerder als op die aanvraag onherroepelijk zal zijn besloten.

Artikel

28

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2001.

Artikel

29

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling rundersperma.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, L.J.Brinkhorst