Regeling varkenssperma

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Gelet op Richtlijn nr. 90/429/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften van toepassing op het intracommunautaire handelsverkeer in sperma van varkens en de invoer daarvan (PbEG L 224);

Besluit:

1

Algemeen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

b.
minister:

Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

c.
VWA:

de Voedsel en Waren Autoriteit, ingesteld bij besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 8 juli 2002 (Stcrt. 127);

d.
keuringsdierenarts:

dierenarts verbonden aan de VWA;

e.
winning:

hoeveelheid sperma die op een bepaald moment van een donor is verkregen;

f.
dierenarts van het centrum:

dierenarts verbonden aan het erkende spermawincentrum;

g.
quarantaineruimte:

door de Minister voor de toepassing van deze regeling erkende afzonderingsruimte waarin zich slechts varkens bevinden die tenminste dezelfde gezondheidsstatus bezitten.

2

Nadere voorschriften inzake de erkenning van varkensspermawincentra

Artikel

2

Artikel

3

Van voortdurend toezicht van een dierenarts van het centrum als bedoeld in Bijlage A, Hoofdstuk I, punt 1, van richtlijn 90/429/EEG is sprake, indien die dierenarts overeenkomstig de krachtens artikel 2 vastgestelde procedures en protocollen erop toeziet dat de voorschriften van richtlijn 90/429/EEG in acht worden genomen en dat door betrokkenen de krachtens artikel 2 vastgestelde procedures en protocollen correct worden uitgevoerd.

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Als laboratorium bedoeld in Bijlage B, Hoofdstuk I, punt 2, en in Bijlage B, Hoofdstuk II, punt 2, van richtlijn 90/429/EEG wordt aangewezen het Instituut voor Dierhouderij en Diergezondheid te Lelystad.

Artikel

8

3

De erkenning van varkensspermawincentra en quarantaineruimten

Artikel

9

Bij de aanvraag om erkenning van een varkensspermawincentrum worden de volgende gegevens verstrekt:

  • a.

    de naam, het adres en de vestigingsplaats van het varkensspermawincentrum;

  • b.

    het aan het varkensspermawincentrum krachtens het Besluit identificatie en registratie van dieren uitgegeven uniek bedrijfsnummer;

  • c.

    een plattegrond van kadastrale eenheden waarop het varkensspermawincentrum is gesitueerd, waarbij is aangegeven:

    • de afscheiding ten opzichte van de directe omgeving;

    • de afstand en de aard van de omliggende bedrijven, en

    • de ligging van de in artikel 5, eerste lid, van deze regeling bedoelde ruimten en voorzieningen;

  • d.

    voor zover de in artikel 5, eerste lid, onder g en h, bedoelde voorzieningen niet zijn gelegen op de kadastrale eenheden waarop het varkensspermawincentrum is gesitueerd, de naam, het adres en de vestigingsplaats van deze voorzieningen, en

  • e.

    de naam van de dierenarts van het centrum.

Artikel

10

De erkenning wordt door de minister verleend, nadat uit een door de keuringsdierenarts ingesteld onderzoek is gebleken, dat voldaan wordt aan de in artikel 3, tweede lid, van het besluit bedoelde voorschriften.

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

Een varkensspermawincentrum waarvan de erkenning werd ingetrokken of waarvan een aanvraag voor het opnieuw verlenen van de erkenning werd afgewezen en dat weer voor erkenning in aanmerking wenst te komen, moet opnieuw een aanvraag indienen, de gegevens, bedoeld in artikel 9, opnieuw verstrekken en tevens kunnen aantonen, dat de omstandigheden welke tot de intrekking dan wel de afwijzing hebben geleid, zijn opgeheven.

Artikel

14

Een erkend varkensspermawincentrum stelt de minister in kennis van elke wijziging van de bij de oorspronkelijke aanvraag verstrekte gegevens.

Artikel

15

Artikel

16

Een erkende quarantaineruimte voldoet aan de volgende eisen:

  • a.

    de gebouwen van de quarantaineruimte zijn gelegen op een minimale afstand van 100 meter van de gebouwen behorend bij overige bedrijven waar varkens worden gehouden;

  • b.

    de quarantaineruimte is zodanig omheind, dat vrije toegang tot de quarantaineruimte niet mogelijk is;

  • c.

    voor het personeel en de bezoekers is een hygiënesluis aanwezig die zodanig gesitueerd is, dat zij deze passeren alvorens zij de quarantaineruimte betreden. De hygiënesluis is voorzien van omkleed- en douchefaciliteiten. Schone bedrijfskleding en laarzen zijn in de hygiënesluis aanwezig;

  • d.

    de quarantaineruimte beschikt over:

    - een stalruimte voor de dagelijkse huisvesting en verzorging van de varkens die op efficiënte wijze fysiek is afgesloten van de overige ruimten van de quarantaineruimte;

    • een lokaal voor de reiniging en ontsmetting van de gebruikte materialen, en

    • voor varkens ontoegankelijke ruimten voor de opslag van stro, voer, kleding en medicijnen;

  • e.

    de quarantaineruimte voldoet aan de relevante voorschriften van Bijlage B, Hoofdstuk I, van richtlijn 90/429/EEG;

  • f.

    de eigenaar of exploitant van de quarantaineruimte dan wel diens vertegenwoordiger draagt ervoor zorg dat het personeel en de bezoekers zich douchen en zich kleden met schone bedrijfskleding en laarzen voordat zij de quarantaineruimte betreden;

  • g.

    de quarantaineruimte beschikt over een door de keuringsdierenarts vanuit één plaats op de quarantaineruimte te raadplegen register dat dagelijks wordt bijgehouden en dat zodanig is ingericht, dat daaruit te allen tijde op eenvoudige wijze met betrekking tot elk varken kan worden afgeleid:

    • het identificatienummer;

    • gegevens inzake de uitgevoerde vaccinaties;

    • gegevens uit het ziekte/gezondheidsdossier;

    • de datum van toelating op de quarantaineruimte;

    • de beslagen of bedrijven van waaruit het varken afkomstig is, en

    • de gegevens, waaronder de laboratoriumuitslagen, onder vermelding van de datum, betreffende de in Bijlage B, Hoofdstuk I, punt 1, onderdeel c en d, van richtlijn 90/429/EEG voorgeschreven tests, en

  • h.

    de keuringsdierenarts wordt in verband met het door hem uit te oefenen toezicht op de naleving van onderdeel a tot en met g, praktisch in de gelegenheid gesteld de werkzaamheden van de quarantaineruimte te controleren.

4

Overige voorschriften aan erkende varkensspermawincentra

Artikel

17

Artikel

18

Artikel

19

De eigenaar of exploitant van een varkensspermawincentrum dan wel diens vertegenwoordiger beschikt over een administratie waarmee de keuringsdierenarts op elk moment een overzicht kan worden geboden van het sperma dat in het varkensspermawincentrum gewonnen dan wel opgeslagen is, en die de tracering van contacten tussen het varkensspermawincentrum met inseminatoren, dierenartsen, vervoerders, handelaren en gebruikers van het sperma inzichtelijk maakt.

Artikel

20

Artikel

21

Behoudens indien het sperma bestemd is om overeenkomstig de Regeling handel levende dieren en levende producten buiten Nederland te worden gebracht, gaat een partij sperma bij afvoer van de kadastrale eenheid, waarop het varkensspermawincentrum is gelegen, vergezeld van een geleidebiljet, waarop met betrekking tot de partij de volgende gegevens zijn vermeld:

  • a.

    de datum van afvoer;

  • b.

    het identificatienummer van het betrokken sperma;

  • c.

    het identificatienummer van de beer waarvan het sperma is gewonnen;

  • d.

    het afgeleverde aantal doses sperma;

  • e.

    de naam en het adres van de ontvanger, en

  • f.

    indien het buiten Nederland gewonnen sperma betreft, het nummer van het gezondheidscertificaat, bedoeld in artikel 9.5, onderdeel b, of in artikel 9.6, derde lid, onderdeel b, van de Regeling handel levende dieren en levende producten, alsmede de datum waarop dit sperma binnen Nederland is gebracht.

Artikel

22

5

Voorschriften voor het vervoer en de verhandeling van sperma

Artikel

23

Artikel

24

Behoudens indien het sperma bestemd is om overeenkomstig de Regeling handel levende dieren en levende producten buiten Nederland te worden gebracht, is een partij sperma gedurende het vervoer en de verhandeling voorzien van het in artikel 21 bedoelde geleidebiljet.

Artikel

25

6

Overige bepalingen

Artikel

26

Artikel

27

Artikel

28

Wijzigt de Regeling handel levende dieren en levende producten

Artikel

29

Wijzigt de Regeling varkensleveringen

Artikel

30

Regeling verbod gebruik mengsperma wordt ingetrokken.

Artikel

31

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2001.

Artikel

32

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling varkenssperma.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, L.J.Brinkhorst