Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer houdende vaststelling van de wijze van meten en berekenen van luchtverontreiniging ingevolge het Besluit luchtkwaliteit

Meetregeling luchtkwaliteit

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Gelet op richtlijn nr. 1999/30/EG van de Raad van de Europese Unie van 22 april 1999 betreffende grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, zwevende deeltjes en lood in de lucht (PbEG L 163), alsmede op artikel 6 van richtlijn nr. 96/62/EG van de Raad van de Europese Unie van 27 september 1996 inzake de beoordeling en het beheer van de luchtkwaliteit (PbEG L 296), artikel 59, vijfde lid, van de Wet inzake de luchtverontreiniging, artikel 5.3, tweede lid, van de Wet milieubeheer en de artikelen 2, eerste lid, en 4, van het Besluit luchtkwaliteit;

Besluit:

§

1

Definitie

§

2

Agglomeraties en zones

Artikel

2

Voor de toepassing van het besluit worden als agglomeraties aangewezen:

  • a.

    agglomeratie Amsterdam/Haarlem, omvattend de gemeenten Amsterdam, Aalsmeer, Amstelveen, Uithoorn, Ouder-Amstel, Diemen, Zaanstad, Heemskerk, Beverwijk, Velsen, Haarlem, Bloemendaal, Zandvoort, Heemstede, Bennebroek, Haarlemmerliede, Spaarnwoude en Haarlemmermeer;

  • b.

    agglomeratie Den Haag/Leiden, omvattend de gemeenten Den Haag, Monster, `s-Gravenzande, Naaldwijk, De Lier, Maasland, Schipluiden, Wateringen, Delft, Rijswijk, Voorburg, Leidschendam, Wassenaar, Voorschoten, Leiden, Oegstgeest, Katwijk, Valkenburg, Rijnsburg en Leiderdorp;

  • c.

    agglomeratie Rotterdam/Dordrecht, omvattend de gemeenten Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Maassluis, Rozenburg, Spijkenisse, Albrandswaard, Capelle aan de IJssel, Ridderkerk, Barendrecht, Heerjansdam, Zwijndrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Dordrecht, Papendrecht en Sliedrecht;

  • d.

    agglomeratie Utrecht, omvattend de gemeenten Utrecht, Houten, Nieuwegein, IJsselstein, Vleuten-De Meern en Maarssen;

  • e.

    agglomeratie Eindhoven, omvattend de gemeenten Eindhoven, Best, Veldhoven, Geldrop, Mierlo, Nuenen en Helmond;

  • f.

    agglomeratie Heerlen/Kerkrade, omvattend de gemeenten Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Brunssum, Voerendaal en Nuth.

Artikel

3

Voor de toepassing van het besluit worden als zones aangewezen:

  • a.

    zone noord, omvattend de provincies Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel en Flevoland;

  • b.

    zone midden, omvattend de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Gelderland, met uitzondering van de zich in dit gebied bevindende agglomeraties;

  • c.

    zone zuid, omvattend de provincies Zeeland, Noord-Brabant en Limburg, met uitzondering van de zich in dit gebied bevindende agglomeraties.

§

3

Meetstations

Artikel

4

Artikel

5

§

4

Plaatsing van meetstations

Artikel

6

Meetstations voor de meting van concentraties zwaveldioxide en stikstofoxiden ter controle van de naleving van het bepaalde in artikel 6 onderscheidenlijk 12 van het besluit worden geplaatst:

  • a.

    op een afstand van ten minste 20 kilometer van agglomeraties of op een afstand van ten minste 5 kilometer van andere gebieden met bebouwing, van inrichtingen of van autosnelwegen, in de zin van artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • b.

    op een zodanig punt dat door middel van metingen op dat punt een representatief beeld ontstaat van de luchtkwaliteit in een gebied van ten minste 1000 km2.

Artikel

7

Meetstations voor de meting van concentraties zwaveldioxide, stikstofdioxide, zwevende deeltjes (PM10) en lood ter controle van de naleving van het bepaalde in de artikelen 5, 7, 8, 9, 10, 11, 13, 14 en 15 van het besluit worden zodanig geplaatst dat:

  • a.

    gegevens worden verkregen over de gebieden binnen zones en agglomeraties waar de hoogste concentraties voorkomen waaraan de bevolking direct of indirect kan worden blootgesteld gedurende een periode die in vergelijking met de middelingstijd van de grenswaarde(n) significant is;

  • b.

    gegevens worden verkregen over de concentraties in andere gebieden binnen de zones en agglomeraties die representatief zijn voor de blootstelling van de bevolking als geheel;

  • c.

    gegevens worden verkregen die representatief zijn voor de luchtkwaliteit op plaatsen die sterk door het verkeer worden beïnvloed in een gebied van ten minste 200 m²;

  • d.

    op plaatsen die sterk door het verkeer worden beïnvloed de afstand tot grote kruispunten ten minste 25 meter is en de afstand tot het midden van de dichtstbij gelegen rijbaan ten minste 4 meter is;

  • e.

    op plaatsen die beïnvloed worden door een stedelijke achtergrondconcentratie gegevens worden verkregen die representatief zijn voor een gebied van verscheidene vierkante kilometers;

  • f.

    meetstations zo mogelijk gegevens opleveren die ook representatief zijn voor soortgelijke plaatsen buiten hun onmiddellijke omgeving.

§

5

Monsterneming

Artikel

8

Monsterneming bij de in de artikelen 6 en 7 bedoelde meetpunten gebeurt zodanig dat:

  • a.

    de lucht rond de inlaatbuis vrij kan stromen en er geen voorwerpen zijn die de luchtstroom in de omgeving van de monsternemer beïnvloeden;

  • b.

    de hoogte van de inlaatbuis tussen 1,5 en 4 meter boven de grond ligt;

  • c.

    de inlaatbuizen niet te dicht in de omgeving van bronnen zijn gesitueerd om te voorkomen dat de uitstoot daarvan rechtstreeks en zonder menging met de buitenlucht in de inlaatbuis terechtkomt;

  • d.

    de uitlaatbuizen op een zodanige plaats zijn gesitueerd dat de lucht daaruit niet opnieuw in de inlaatbuis kan komen.

Artikel

9

§

6

Meetmethoden van zwaveldioxide

Artikel

10

§

7

Meetmethoden voor stikstofdioxide en stikstofoxiden

Artikel

11

§

8

Meetmethoden voor zwevende deeltjes (PM10)

Artikel

12

§

9

Meetmethoden voor lood

Artikel

13

§

10

Meetmethoden voor koolmonoxide

Artikel

14

§

11

Meetmethoden voor benzeen

Artikel

15

§

12

Slotbepalingen

Artikel

16

Deze regeling treedt in werking met ingang van 19 juli 2001.

Artikel

17

Deze regeling wordt aangehaald als: Meetregeling luchtkwaliteit.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,J.P.Pronk