Subsidieregeling demonstratie- en kennisoverdrachtprojecten duurzame landbouw

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Gelet op Verordening (EG) Nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en instelling van een aantal verordeningen;
Gelet op verordening (EG) nr. 1750/1999 van de Commissie van 23 juli 1999 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) (PbEG L 214);
Gelet op verordening (EEG) nr. 4045/89 van de Raad van 21 december 1989 inzake de door de Lid-Staten uit te voeren controles op de verrichtingen in het kader van de financieringsregeling van de afdeling Garantie van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw en houdende intrekking van Richtlijn 77/435/EEG (PbEG L 388);

Besluit:

Paragraaf

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.
minister:

Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

b.
LASER:

Dienst Landelijke Service bij regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

c.
beroepsopleidingen:

beroepsopleidingen als bedoeld in artikel 1.2.1., tweede lid van de Wet educatie beroepsonderwijs en artikel 7.3, tweede lid van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

d.
cursus:

reeks van lessen die een afgesloten geheel vormen;

e.
demonstratieproject:

samenhangend geheel van activiteiten gericht op het in de praktijk uittesten en demonstreren van de resultaten van vernieuwingen op land- of bosbouwbedrijven of in ondernemingen die zich richten op be- of verwerking van, of handel in land- of bosbouwproducten;

f.
kennisoverdrachtprojecten:

samenhangend geheel van activiteiten, met inbegrip van de ontwikkeling en productie van noodzakelijke leer- en communicatiemiddelen, gericht op het overdragen van kennis en informatie over vernieuwingen op land- of bosbouwbedrijven of in ondernemingen die zich richten op be- of verwerking van of handel in land- of bosbouwproducten, met uitzondering van beroepsopleidingen en aan beroepsopleidingen gerelateerde cursussen; g. project: demonstratie-, of kennisoverdrachtproject;

g.
project:

demonstratie-, of kennisoverdrachtproject;

h.
landbouw:

akkerbouw, tuinbouw en veeteelt;

i.
bosbouw:

activiteiten gericht op het aanleggen, onderhouden of exploiteren van bossen;

j.
ondernemer:

natuurlijke of privaatrechtelijke rechtspersoon, dan wel een samenwerkingsverband van natuurlijke personen of privaatrechtelijke rechtspersonen die, onderscheidenlijk dat, voor eigen rekening en risico een land- of bosbouwbedrijf drijft, of een onderneming drijft die land- of bosbouwproducten be- of verwerkt of verhandelt;

k.
publiekrechtelijke rechtspersonen:

provincies, gemeenten, waterschappen en product- en bedrijfsschappen op het gebied van land- of bosbouw;

l.
biologische landbouw:

landbouwproductiemethode als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van het Landbouwkwaliteitsbesluit biologische productiemethode;

m.
geïntegreerde landbouw:

bedrijfssysteem waarbij het (kunst)mestgebruik wordt beperkt en de chemische gewasbeschermingsmiddelen zo veel mogelijk worden vervangen door een optimale inzet van preventieve maatregelen en niet-chemische gewasbeschermingsmiddelen;

n.
gesloten teeltsysteem:

bedrijfssysteem in niet-grondgebonden sectoren van de plantaardige productie waarbij bodem, water en lucht niet of nauwelijks worden belast en de overblijvende rest- en afvalstoffen op verantwoorde wijze worden afgevoerd en elders worden hergebruikt of vernietigd;

o.
bedrijfsmiddelen:

tot het bedrijfsvermogen behorende slijtende zaken of voorwerpen die in een productieproces meerdere jaren meegaan en waarop doorgaans wordt afgeschreven, welke als duurzame kapitaalgoederen het vaste kapitaal van het bedrijf vormen, met uitzondering van grond, gereedschappen, vee en investeringen die dienen voor het instandhouden van reeds op het bedrijf aanwezige duurzame productiemiddelen;

p.
handelsdocumenten:

alle boeken, registers, nota's en bewijsstukken, de boekhouding en de briefwisseling met betrekking tot de bedrijfsactiviteiten van de onderneming evenals de commerciële gegevens, in welke vorm dan ook, voorzover deze documenten direct of indirect betrekking hebben op de verrichtingen waarvoor de subsidie is aangevraagd;

q.
Plattelandsontwikkelingsplan Nederland:

het door de Commissie van de Europese Gemeenschappen goedgekeurde programmeringsdocument voor plattelandsontwikkeling voor Nederland met betrekking tot de programmeringsperiode 2000-2006, met inbegrip van de door de Commissie van de Europese Gemeenschappen goedgekeurde wijzigingen;

r.
EG-Verdrag:

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap;

s.
wettelijke minimumnormen:

de geldende nationale en Europese minimumnormen op het gebied van milieu, dierenwelzijn en hygiëne, hetgeen in ieder geval omvat de geldende normen bij of krachtens de Wet milieubeheer, de Wet verontreiniging oppervlaktewater, de Meststoffenwet, de Wet bodembescherming, de Bestrijdingsmiddelenwet 1962, de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, de Diergeneesmiddelenwet en de Plantenziekenwet.

Paragraaf

2

Algemene bepalingen

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Paragraaf

3

Subsidieverlening

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

Pargraaf

4

Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

Met het toezicht op de naleving van deze regeling zijn belast de door de minister aangewezen ambtenaren van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.

Paragraaf

5

Subsidievaststelling

Artikel

16

Artikel

17

Paragraaf

6

Bevoorschotting, betaling en terugvordering

Artikel

18

Artikel

19

Onverschuldigd betaalde subsidiebedragen en voorschotten kunnen met inbegrip van de wettelijke rente over de periode die aanvangt op het tijdstip van uitbetaling van het subsidiebedrag en die eindigt op het tijdstip van volledige terugbetaling, worden teruggevorderd.

Paragraaf

7

Slotbepalingen

Artikel

20

Artikel

21

De Subsidieregeling demonstratieprojecten markt en concurrentiekracht wordt ingetrokken, met dien verstande dat deze van toepassing blijft ten aanzien van subsidieaanvragen die zijn ingediend vóór inwerkingtreding van de onderhavige regeling.

Artikel

22

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

23

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling demonstratie- en kennisoverdrachtprojecten duurzame landbouw.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, L.J.Brinkhorst

Bijlage

Controleprotocol

Bij de controle, op basis waarvan de rapportage, bedoeld in artikel 17, tweede lid, onderdeel c, van de regeling demonstratie- en kennisoverdrachtprojecten duurzame landbouw plaatsvindt, dient aan de naleving van de volgende artikelen op de daarbij aangegeven wijze aandacht te worden besteed.

Artikel

Soort aandacht

artikel 2, eerste lid

speciale aandacht

artikel 2, tweede lid

speciale aandacht

artikel 3, tweede lid

speciale aandacht

artikel 4, eerste lid

speciale aandacht

artikel 5, eerste lid

speciale aandacht

artikel 6, tweede lid

speciale aandacht

artikel 13, eerste lid

speciale aandacht

artikel 13, tweede lid

speciale aandacht

artikel 13, zesde lid

speciale aandacht

artikel 17, tweede lid

normale aandacht

Toelichting

  • artikel 2, eerste lid: vaststellen dat de subsidieontvanger voldoet aan de vereisten onderdeel a,b,c, d en e.

  • artikel 2, tweede lid: vaststellen dat de subsidieontvanger geen onderneming of instelling is die werkzaam is op het terrein van onderzoek, scholing, opleiding, voorlichting, advies of begeleiding.

  • artikel 3, tweede lid, onderdeel f: vaststellen dat de uitvoeringstermijn van het project ten hoogste 3 jaar bedraagt vanaf het moment van de beschikking tot subsidieverlening.

  • artikel 4, eerste lid: vaststellen dat geen aanvang is gemaakt met de uitvoering van het project voordat de ontvangst van de subsidieaanvraag schriftelijk is bevestigd.

  • artikel 5, eerste lid: vaststellen dat de in de financiële verantwoording van het project opgenomen kosten overeenstemmen met de kostencategorieën zoals genoemd in artikel 5, eerste lid, en dat de kostencategorieën zoals genoemd in artikel 5, derde lid zijn uitgesloten.

  • artikel 6, tweede lid: vaststellen dat de subsidieaanvrager voor de subsidiabele kosten of een gedeelte daarvan niet uit andere hoofde een uit overheidsmiddelen bekostigde subsidie is of zal worden verstrekt, zodat de som van de subsidie meer bedraagt dan 90% van de subsidiabele kosten.

  • artikel 13, eerste lid: vaststellen dat de subsidieontvanger het project overeenkomstig het projectplan waarop de beschikking tot subsidieverlening betrekking, behoudens goedgekeurde wijzigingen van het project als bedoeld in het tweede lid, heeft uitgevoerd in Nederland, behoudens toestemming van de minister tot gedeeltelijke uitvoering van het project buiten Nederland en binnen de in artikel 4, tweede lid onderdeel f bedoelde uitvoeringstermijn, met dien verstande dat met de uitvoering van het project uiterlijk 6 maanden na beschikking tot subsidieverlening moet zijn begonnen.

  • Artikel 13, tweede lid: vaststellen dat wijzigingen in het projectplan gedurende de looptijd van het project geen wijzigingen ten aanzien van de doelstelling betreffen en dat deze vooraf zijn gemeld aan LASER en zijn goedgekeurd door de minister.

  • Artikel 13, zesde lid: vaststellen dat de subsidie-ontvanger een administratie voert die zodanig is ingericht dat daaruit te allen tijde op eenvoudige en duidelijke wijze alle kosten van het project kunnen worden afgelezen, gespecificeerd de in artikel 6, eerste lid onderscheiden kosten, met dien verstande dat ter zake van de loonkosten voor de eigen arbeid een door middel van een sluitende tijdschrijving vastgestelde urenverantwoording aanwezig is.

  • Artikel 17, tweede lid, onderdeel b: vaststellen dat de financiële verantwoording van het project voldoet aan de voor dit doel eraan te stellen eisen.

Onder normale aandacht wordt verstaan:

controle met een diepgang die gebruikelijk is voor het afgeven van een accountantsverklaring bij een verantwoording.

Onder speciale aandacht wordt verstaan:

controle waarbij nadrukkelijk wordt bezien of de desbetreffende voorschriften zijn nageleefd. In dit geval moet dus verder worden gegaan dan normaal bij een controle van een verantwoording.

Aan de niet genoemde artikelen behoeft bij de controle geen aandacht te worden besteed, met dien verstande dat, teneinde de controle op de hierboven genoemde artikelen goed te kunnen verrichten, kennisneming van deze overige artikelen noodzakelijk is.

Tekst accountantsverklaring, als edoeld in artikel 17, tweede lid, onderdeel b

goedkeurende verklaring:

Accountantsverklaring

Wij hebben de bijgevoegde financiële verantwoording inzake het project <naam project> over de periode van <begindatum> tot <einddatum> met betrekking tot de subsidieverlening in het kader van de regeling demonstratie- en kennisoverdrachtprojecten van <naam instelling/persoon> te <zetel/woonplaats> gecontroleerd. De financiële verantwoording is opgesteld onder verantwoordelijkheid van <de leiding van naam instelling/naam persoon>. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de financiële verantwoording te verstrekken.

Voor het onderhavige project is met brief van LASER, kenmerk <nummer>, d.d. <datum> een subsidie verleend tot een maximum van f <bedrag>.

Onze controle is verricht overeenkomstig algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controle-opdrachten en overeenkomstig de aanwijzingen die de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij in het controleprotocol, behorende bij vorenbedoelde regeling, heeft gegeven met betrekking tot de controle op de naleving van de subsidiebepalingen. Volgens de richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de financiële verantwoording geen onjuistheden van materieel belang bevat. Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de bedragen in de financiële verantwoording. Voorts is aanvullend specifieke aandacht besteed aan de in vorenbedoeld controleprotocol aangegeven aspecten. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.

Wij zijn van oordeel dat de financiële verantwoording voldoet aan de voor dit doel eraan te stellen eisen. Tevens delen wij mede dat de in het controleprotocol genoemde subsidiebepalingen zijn nageleefd.

Plaats en datum:

Handtekening:

Naam accountant:

Naam accountantskantoor:

Adres:

Postcode en woonplaats:

Telefoon: