Vrijstellingsregeling ingrepen

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Besluit:

Artikel

1

Van de verboden ingevolge artikel 40, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en artikel 4, eerste lid, van het Ingrepenbesluit wordt, voor zover aan artikel 3 van dat besluit wordt voldaan, vrijstelling verleend tot 1 september 2006 voor het verrichten van de ingrepen:

  • a.

    bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdelen e en f, van het Ingrepenbesluit, voor zover het betreft het verwijderen van een deel van de achterste teen en de sporen bij mannelijke kippen bestemd voor de fokkerij, waarvan de nakomelingen gewoonlijk worden gehouden voor de menselijke consumptie;

  • b.

    bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel g, van het Ingrepenbesluit, voor zover het betreft het verkorten van de boven- en ondersnavel bij kippen of kalkoenen die worden gehouden of bestemd zijn om te worden gehouden, in een huisvestingssysteem waarin de kippen zich vrijelijk over de vloer van de stal of op en naar verschillende niveaus binnen de stal kunnen bewegen;

  • c.

    bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel h, van het Ingrepenbesluit, voor zover het betreft het verwijderen van kammen bij mannelijke kippen bestemd voor de fokkerij, waarvan de nakomelingen gewoonlijk worden gehouden voor het leggen van eieren bestemd voor de menselijke consumptie;

  • d.

    bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel p, van het Ingrepenbesluit, voor zover het betreft het verwijderen van een deel van de staart bij ooien, van de rassen Suffolk en Hampshire Down, mits:

    • deze ingreep uiterlijk een week na de geboorte plaatsvindt, en

    • documenten kunnen worden overlegd waaruit blijkt dat de ouderdieren van de ooien zijn ingeschreven bij:

      • 1°.

        een organisatie of vereniging die het oorspronkelijk stamboek van bovengenoemde rassen bijhoudt, of

      • 2°.

        een organisatie of vereniging die niet zelf het oorspronkelijk stamboek voor bovengenoemde rassen bijhoudt, maar die aantoont dat zij de beginselen die zijn vastgesteld door de organisatie of vereniging die het oorspronkelijke stamboek voor bovengenoemde rassen bijhoudt, in acht neemt.

Artikel

2

Van de verboden ingevolge artikel 40, eerste lid, van de wet en artikel 4, derde lid, van het Ingrepenbesluit wordt, voor zover aan artikel 3 van dat besluit wordt voldaan, vrijstelling verleend:

  • a.

    tot 1 september 2003, voor het verrichten van de ingreep, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdelen a en d, van het Ingrepenbesluit, voor zover het betreft het aanbrengen van één oormerk in een oor of het subcutaan of intramusculair aanbrengen van micro-electronica bij varkens ten behoeve van managementdoeleinden of de herkenning van het dier bij het voederen in groepshuisvesting naast de bij of krachtens enig ander wettelijk voorschrift voorgeschreven of toegestane identificatie-ingrepen;

  • b.

    vanaf 1 september 2003 tot 1 september 2006, voor het verrichten van de ingreep, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdelen a en d, van het Ingrepenbesluit, voor zover het een van de volgende ingrepen bij varkens ten behoeve van de herkenning van het dier bij het voederen in groepshuisvesting naast de bij of krachtens enig ander wettelijk voorschrift voorgeschreven of toegestane identificatie-ingrepen betreft:

    • 1°.

      het aanbrengen van één oormerk in een oor, tenzij reeds de ingreep bedoeld onder 2° is verricht;

    • 2°.

      het subcutaan of intramusculair aanbrengen van micro-electronica, tenzij reeds de ingreep bedoeld onder 1° is verricht;

  • c.

    t ot 1 september 2006 voor het verrichten van de ingreep, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdelen a en d, van het Ingrepenbesluit, voor zover het een van de volgende ingrepen bij kalveren ten behoeve van de herkenning van het dier bij het voederen in groepshuisvesting naast de bij of krachtens enig ander wettelijk voorschrift voorgeschreven of toegestane identificatie-ingrepen betreft:

    • 1°.

      het aanbrengen van één oormerk in een oor, tenzij reeds de ingreep bedoeld onder 2° is verricht;

    • 2°.

      het subcutaan of intramusculair aanbrengen van micro-electronica, tenzij reeds de ingreep bedoeld onder 1° is verricht;

  • d.

    tot 1 september 2006 voor de ingreep, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van het Ingrepenbesluit voor zover het betreft het aanbrengen van een tatoeage bij varkens die worden gehouden voor de fokkerij naast de bij of krachtens enig ander wettelijk voorschrift voorgeschreven of toegestane identificatie-ingrepen;

  • e.

    tot 1 september 2006 voor de ingreep, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel d, van het Ingrepenbesluit, voor zover het betreft het subcutaan of intramusculair aanbrengen van micro-electronica bij honden en katten, naast de bij of krachtens enig ander wettelijk voorschrift voorgeschreven of toegestane identificatie-ingrepen;

  • f.

    tot 1 september 2006 voor het verrichten van de ingreep, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel l, van het Ingrepenbesluit voor zover het betreft het eenmalig vriesbranden van runderen, naast de bij of krachtens enig ander wettelijk voorschrift voorgeschreven of toegestane identificatie-ingrepen.

Artikel

4

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 september 2001.

Artikel

5

Deze regeling wordt aangehaald als: Vrijstellingsregeling ingrepen.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, L.J.Brinkhorst