Verordening van het Productschap Zuivel van 19 september 2001, houdende regels ter zake van de gewichtsbepaling van boerderijmelk bij gebruik van melkontvangsten met mobiel weegsysteem (Zuivelverordening 2001, Gewichtsbepaling boerderijmelk bij gebruik rijdende melkontvangsten met mobiel weegsysteem)

Zuivelverordening 2001, Gewichtsbepaling boerderijmelk bij gebruik rijdende melkontvangsten met mobiel weegsysteem

§

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

In deze verordening wordt gebezigd de terminologie van de Zuivelverordening 1958, Terminologie, en de terminologie van de Zuivelverordening 2000, Uitbetaling boerderijmelk naar kwaliteit, samenstelling en gewicht en voorts verstaan onder:

  • typegoedkeuring : keuring van het type weegsysteem overeenkomstig de IJkwet (Stb. 1997, 693);

  • RMO : rijdende melkontvangst;

  • mobiel weegsysteem : een RMO uitgerust met een weegsysteem waarmee het mogelijk is om direct de ingenomen kilogrammen melk te bepalen;

  • voorinregeling : het inregelen van een RMO voorzien van een type goedgekeurd mobiel weegsysteem voorafgaand aan de periode van setting;

  • setting : de periode waarin het mobiel weegsysteem wordt gebruikt voor het innemen van boerderijmelk voorafgaand aan de eerste keuring;

  • fijninregeling : het inregelen van een RMO voorzien van een mobiel weegsysteem;

  • eerste keuring : eerste individuele keuring overeenkomstig de IJkwet;

  • reguliere keuring : periodieke keuring in het kader van de uitvoering van het toezicht op de naleving van de IJkwet;

  • herkeuring : herkeuring van een gewijzigde RMO overeenkomstig de IJkwet;

  • zuivelkeuring : keuring van een mobiel weegsysteem zoals vastgelegd in deze verordening;

  • nieuwnorm : de bandbreedte van de weegcurve vereist bij nieuwe RMO's die wordt toegepast bij de eerste keuring;

  • gebruiksnorm : de bandbreedte van de weegcurve bij in gebruik zijnde RMO's en die wordt toegepast bij de reguliere keuring en de herkeuring;

  • gewijzigde RMO : een in gebruik zijnde RMO waaraan wijzigingen hebben plaatsgevonden, die het weegresultaat kunnen beïnvloeden, of een RMO waarbij schending van ijkmerken heeft plaatsgevonden;

  • in gebruik zijnde RMO : een RMO die, met goed resultaat, een eerste keuring heeft ondergaan;

  • maximale belasting : maximale belasting van het weegsysteem, zoals aangegeven op de opschriftenplaat;

  • opbouwvoorschriften : eisen die worden gesteld aan de opbouw van een mobiel weegsysteem;

  • e : de ijkeenheid zoals is vermeld op de opschriftenplaat van het mobiele weegsysteem;

  • keuringsinstelling : een door het bestuur erkende instelling voor de keuring van mobiele weegsystemen;

  • zuivelgekeurde weegbrug : een weegbrug die is voorzien van de wettelijk vereiste ijkmerken en voldoet aan de nauwkeurigheidseisen voor de ingebruikname van nieuwe weegwerktuigen, zoals neergelegd in de IJkwet;

  • tanksnelweger : weegtank met een afleeseenheid groter dan of gelijk aan 10 kg die is voorzien van de wettelijk vereiste ijkmerken en die voldoet aan de nauwkeurigheidseisen voor de ingebruikname van nieuwe weegwerktuigen, zoals neergelegd in de IJkwet of een weegtank met een afleeseenheid kleiner dan 10 kg die is voorzien van wettelijk vereiste ijkmerken en die voldoet aan de nauwkeurigheidseisen voor de keuring van reeds in gebruik zijnde weegwerktuigen, zoals is neergelegd in de IJkwet;

  • opweging : weging met toenemende belasting;

  • neerweging : weging met afnemende belasting.

§

2

Gewichtsbepaling

§

3

RMO's

Artikel

3

De ontvanger van boerderijmelk maakt gebruik van RMO's voorzien van een mobiel weegsysteem dat voldoet aan de hiernavolgende eisen.

Artikel

4

De RMO’s zijn :

  • a)

    voorzien van een mobiel weegsysteem dat voldoet aan de in artikel 5 genoemde eisen;

  • b)

    voorzien van een doelmatige ruimte, waarin de monsters diepgekoelde boerderijmelk kunnen worden gekoeld en bewaard op een temperatuur van tenminste 0,0° C en ten hoogste 4,0° C;

  • c)

    op een duidelijk zichtbare plaats voorzien van een verzegelbare opschriftenplaat, waarop de merktekens en de vereiste aanvullende gegevens als bedoeld in bijlage IV, punt 1 van de Richtlijn 90/384/EEG van de Raad van 20 juni 1990 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake niet-automatische weegwerktuigen (PbEG L 189).

Artikel

5

§

4

Keuringen

Artikel

6

Het mobiel weegsysteem is voorzien van een typegoedkeuring.

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

§

5

Kwaliteitssysteem

Artikel

13

De ontvanger van boerderijmelk beschikt over een kwaliteitssysteem waarmee hij aantoonbaar voldoet aan de bepalingen bij deze verordening. Dit kwaliteitssysteem is vastgelegd in een door de ontvanger van boerderijmelk opgesteld handboek.

§

6

Erkenning keuringsinstelling

Artikel

14

Aan de erkenning van de keuringsinstelling wordt de voorwaarde verbonden dat deze instelling de in de artikelen 15 tot en met 19 omschreven bepalingen in acht neemt.

Artikel

15

De keuringsinstelling toont ten genoegen van het bestuur, gehoord het COKZ, aan dat het beschikt over een terzake deskundige leiding, over een voor het te verrichten onderzoek voldoende outillage, alsmede over een gedocumenteerd en adequaat functionerend kwaliteitssysteem.

Artikel

16

De keuringsinstelling verricht de keuringen overeenkomstig het bepaalde in deze verordening.

Artikel

17

De resultaten van de keuringen worden vastgelegd op een voor het COKZ toegankelijke en overzichtelijke wijze. De resultaten worden gedurende ten minste vier jaar bewaard.

Artikel

18

De keuringsinstelling verleent aan het COKZ alle medewerking en verstrekt alle gegevens welke het voor een goede controle noodzakelijk acht.

Artikel

19

Voor het verzegelen of het aanbrengen van ijkmerken is de keuringsinstelling in het bezit van een door het NMI verleende ijkbevoegdheid; het door het NMI goed te keuren kwaliteitshandboek is hiervan een onderdeel.

Artikel

20

De erkenning van de keuringsinstelling kan worden ingetrokken, indien niet aan de in de artikelen 15 tot en met 19 gestelde voorwaarden wordt voldaan.

§

7

Slotbepalingen

Artikel

21

Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

Artikel

22

Deze verordening wordt aangehaald als Zuivelverordening 2001, Gewichtsbepaling boerderijmelk bij gebruik rijdende melkontvangsten met mobiel weegsysteem.

Amersfoort
G. van den Berg voorzitter
F. Beekman secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 10 januari 2002.