Regeling voorzieningen sleepvliegen

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Besluit:

Artikel

1

Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.
sleep:

door een luchtvaartuig door middel van een sleepkabel voortgetrokken sleepnet of -doek, doel voor richt- en schietoefeningen, of zweef- of zeilvliegtuig;

b.
sleepvliegtuig:

vliegtuig, ingericht voor het doen opstijgen en in de lucht voortslepen van een sleep;

c.
sleepkabel:

geheel van onderdelen dat de verbinding vormt tussen de sleephaak van het sleepvliegtuig en de sleephaak, de vanglijn of de voorste ring van de sleep;

d.
breukstuk:

onderdeel van de sleepkabel, dat bij een van te voren vastgestelde belasting bezwijkt, waardoor de verbinding tussen het sleepvliegtuig en de sleep wordt onderbroken;

e.
dreg:

onderdeel van de sleepkabel, dat gebruikt wordt voor het oppikken van het sleepnet;

f.
vanglijn

onderdeel van het sleepnet, dat gebruikt wordt voor het oppikken hiervan;

g.
minister:

Minister van Verkeer en Waterstaat.

Artikel

2

Kunstvluchten en vervoer van personen en goederen

Artikel

3

Sleepnetten en doelen voor schietoefeningen

Artikel

4

Sleepkabels

Artikel

5

Breukstukken

Artikel

6

Gebruik van buitenlandse vliegtuigen

De gezagvoerder van een buitenlands geregistreerd sleepvliegtuig is verplicht een verklaring van de minister mee te voeren waaruit blijkt dat het slepen met bedoeld vliegtuig is toegestaan. Aan deze toestemming kunnen voorwaarden worden verbonden.

Artikel

7

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 15 oktober 2001.

Artikel

8

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling voorzieningen sleepvliegen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst

De Minister van Verkeer en Waterstaat, T.Netelenbos