Bij het afnemen van een praktijkexamen of een proeve van bekwaamheid wordt uitgegaan van de volgende eisen en procedures:
-
1.
voor ATPL(A) respectievelijk ATPL(H): de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.295 en appendix 1 bij JAR-FCL 1.240 en 1.295, 1 - 12, respectievelijk JAR-FCL 2.295 en appendix 1 bij JAR-FCL 2.240 en 2.295, 1 - 12, waarbij alle examensecties binnen ten hoogste 3 maanden worden behaald;
-
2.
voor CFEL: de eisen, bedoeld in appendix 1 bij JAR-FCL 4.240, waarbij alle examensecties binnen ten hoogste 3 maanden worden behaald;
-
3.
voor CPL(A) respectievelijk CPL(H): de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.170 en appendix 1 bij JAR-FCL 1.170, 1 - 11 respectievelijk 2.170 en appendix 1 bij JAR-FCL 2.170, 1 - 11, waarbij alle examensecties binnen ten hoogste 3 maanden worden behaald;
-
4.
voor PPL(A) respectievelijk PPL(H): de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.135 en appendix 1 bij JAR-FCL 1.130 en 1.135, 6 -16 respectievelijk JAR-FCL 2.135 en appendix 1 bij JAR-FCL 2.130 en 2.135, 6 - 16, waarbij alle examensecties binnen ten hoogste 3 maanden worden behaald;
-
5.
voor RPL(A), RPL(H) respectievelijk RPL(FB):
-
a.
de kandidaat heeft instructie gevolgd op dezelfde klasse vliegtuig, hetzelfde type helikopter respectievelijk dezelfde klasse vrije ballon als waarop het examen wordt afgelegd, voor wat betreft RPL(A) en RPL(H) in overeenstemming met de eisen gesteld aan opleidingsluchtvaartuigen in de Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden 2001,
-
b.
alle examensecties worden binnen ten hoogste 6 maanden behaald,
-
c.
extra vlieg- respectievelijk vaarinstructie kan worden vereist nadat de kandidaat is afgewezen en wordt vereist indien de kandidaat niet in twee pogingen alle secties heeft behaald;
-
d.
de kandidaat mag een onbeperkt aantal examenpogingen doen,
-
e.
het praktijkexamen wordt geheel, respectievelijk gedeeltelijk voor wat betreft de niet voltooide secties, opnieuw afgelegd indien het examen wordt afgebroken door de examinator,
-
f.
iedere manoeuvre of procedure van het examen mag door de kandidaat worden herhaald,
-
g.
de examinator kan het examen afbreken indien de vaardigheid, waarvan de kandidaat blijk geeft, een volledig nieuw examen vereist, en
-
h.
de examinator is niet betrokken bij de bediening van het luchtvaartuig tenzij diens tussenkomst noodzakelijk is in het belang van de veiligheid of teneinde vertraging van overig verkeer te voorkomen;
-
6.
voor IR(A) respectievelijk IR(H): de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.210 en appendix 1 bij JAR-FCL 1.210, 1 - 11, respectievelijk JAR-FCL 2.210 en appendix 1 bij JAR-FCL 2.210, 1 - 11, waarbij alle examensecties binnen ten hoogste 3 maanden worden behaald;
-
7.
voor type- en klassebevoegdverklaringen (A) respectievelijk (H) respectievelijk (E): de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.245, 1.262 en appendix 1 bij JAR-FCL 1.240 en 1.295, 1 - 12, respectievelijk JAR-FCL 2.245, 2.262 en appendix 1 bij JAR-FCL 2.240 en 2.295, 1-12, respectievelijk JAR-FCL 4.245, 4.262 en appendix 1 bij JAR-FCL 4.240, waarbij alle examensecties binnen ten hoogste 3 maanden worden behaald;
-
8.
voor FI(A) en IRI(A) respectievelijk FI(H) en IRI(H): de eisen, bedoeld in JAR-FCL 1.345 en 1.355 en appendix 1 bij JAR-FCL 1.330 en 1.345 respectievelijk JAR-FCL 2.345 en 2.355 en appendix 1 bij JAR-FCL 2.330 en 2.345;
-
9.
voor CRI(A) respectievelijk CRI(H): de eisen bedoeld in JAR-FCL 1.345 en 1.355 en appendix 1 bij JAR-FCL 1.330 en 1.345, voor zover het betreft examensecties 2, 3, 5 en 7, respectievelijk JAR-FCL 2.345 en 2.355 en appendix 1 bij JAR-FCL 2.330 en 2.345, voor zover het betreft examensecties 2, 3, 5 en 7;
-
10.
voor RFI(A) respectievelijk RFI(H): appendix 1 bij JAR-FCL 1.330 respectievelijk appendix 1 bij JAR-FCL 2.330, waarbij in plaats van FI, RFI moet worden gelezen en de onderdelen 7 en 8 van de bedoelde appendix niet van toepassing zijn. Tijdens het praktijkexamen toont de aanvrager aan in staat te zijn een leerling-vlieger op te leiden voor een RPL, inclusief voor- en nabespreking van de vliegles en theorie.