Besluit van 7 december 2001, houdende wijziging van de regio-indeling en regels voor de berekening en betaling van de specifieke uitkering voor de regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten)
Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, van 14 juni 2001, nr. WJZ/2001/19494 (3742), directie Wetgeving en Juridische Zaken;
De Raad van State gehoord (advies van 26 juli 2001, nr. W05.01 0276/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, van 5 december 2001, nr. WJZ/2001/48305 (3742), directie Wetgeving en Juridische Zaken;
Bij een wijziging van de gemeentelijke indeling kunnen de daarbij betrokken regio's als bedoeld in artikel 1 met ingang van de datum van herindeling bij ministeriële regeling worden aangepast.
een bij ministeriële regeling te bepalen vast bedrag,
b.
een bedrag dat wordt berekend door het na toepassing van de onderdelen a en c resterende deel van de door de begrotingswetgever beschikbaar gestelde middelen voor de regionale meld- en coördinatiefunctie van het voortijdig schoolverlaten over de regio's, bedoeld in de artikelen 1 en 2, te verdelen aan de hand van de in het tweede lid genoemde percentages en berekeningsmaatstaven en
c.
een bedrag dat wordt berekend door een bij ministeriële regeling te bepalen budget over de regio's, bedoeld in de artikelen 1 en 2, te verdelen aan de hand van de in het tweede lid genoemde percentages en berekeningsmaatstaven, met dien verstande dat bij de berekeningsmaatstaven de volwassen inwoners van de G25, bedoeld in de Bijdrageregeling sociale integratie en veiligheid G25, buiten beschouwing worden gelaten.
2
Het in het eerste lid, onderdeel b, bedoelde deel van de specifieke uitkering wordt als volgt berekend:
a.
voor 20% aan de hand van het door het Centraal Bureau voor de Statistiek op verzoek van Onze Minister berekende aantal volwassen inwoners van de gemeenten in de regio op 1 januari van het jaar voorafgaande aan het jaar van de specifieke uitkering,
b.
voor 60% aan de hand van het door het Centraal Bureau voor de Statistiek op verzoek van Onze Minister berekende gemiddelde percentage volwassen inwoners van de gemeenten in de regio met een opleiding op ten hoogste het niveau van het diploma voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs over het zevende tot en met tweede jaar voorafgaande aan het jaar van de specifieke uitkering, vermenigvuldigd met het onder a bedoelde aantal inwoners op 1 januari van het jaar voorafgaande aan het jaar van de specifieke uitkering en
c.
voor 20% aan de hand van het door het Centraal Bureau voor de Statistiek op verzoek van Onze Minister berekende aantal volwassen inwoners van de gemeenten in de regio op 1 januari van het jaar voorafgaande aan het jaar van de specifieke uitkering, waarvoor geldt dat beide ouders of de volwassen inwoner zelf en 1 ouder geboren zijn in een land dat niet is opgenomen in bijlage 1C bij het Uitvoeringsbesluit WEB.
3
Bij een wijziging van de gemeentelijke indeling of een grenscorrectie wordt het deel van de specifieke uitkering dat op grond van het eerste en tweede lid is berekend voor een gemeente die geheel of gedeeltelijk opgaat in 1 of meer andere gemeenten, vanaf de datum van herindeling aan de gemeenten toegerekend naar rato van het aantal inwoners dat in de desbetreffende gemeente blijft onderscheidenlijk naar de desbetreffende gemeente overgaat. Indien een gemeente die niet behoort tot de G25, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, geheel of gedeeltelijk opgaat in een gemeente die daar wel toe behoort, wordt het voor eerstgenoemde gemeente berekende bedrag, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, voor het jaar waarin de herindeling in werking treedt in zijn geheel aangemerkt als bedrag voor een gemeente die niet behoort tot de G25, bedoeld in de Bijdrageregeling sociale integratie en veiligheid G25.
4
De specifieke uitkering kan met inachtneming van het eerste tot en met derde lid door Onze Minister worden aangepast in verband met uit de rijksbegroting voortvloeiende maatregelen.
Artikel
5
Betaling specifieke uitkering
De specifieke uitkering wordt behoudens de eventueel uit de rijksbegroting voortvloeiende maatregelen betaald in twee gelijke delen. Het eerste deel wordt betaald voor 1 maart en het tweede deel voor 1 oktober van het jaar waarvoor de specifieke uitkering is vastgesteld.
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2002. Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2001, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, en werkt het terug tot en met 1 januari 2002.
Artikel
8
Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,L. M. L. H. A. Hermans
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,L. J. Brinkhorst