Regeling houdende vaststelling van bepalingen inzake toetsing van ambtenaren van politie en buitengewoon opsporingsambtenaren terzake van geweldsbeheersing, aanhoudings- en zelfverdedigingsvaardigheden en schietvaardigheid

Regeling toetsing geweldsbeheersing politie

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Justitie,
Gelet op artikel 3a van de Wet wapens en munitie en artikel 48a van de Politiewet 1993;

Besluiten:

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.
ambtenaar:

de ambtenaar van politie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdelen a en c, en tweede lid, van de Politiewet 1993, alsmede de buitengewoon opsporingsambtenaar, bedoeld in artikel 142, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet zijnde de buitengewoon opsporingsambtenaar voor wie de commandant van de Koninklijke marechaussee als direct toezichthouder is aangewezen, die rechtens zijn uitgerust met een of meer geweldsmiddelen;

c.
LSOP:

het Landelijk selectie- en opleidingsinstituut politie, Politie onderwijs- en kenniscentrum;

d.
de toets geweldsbeheersing:

de door het LSOP samengestelde toets ter beoordeling van de kennis op het gebied van geweldsbeheersing volgens de competentiegerichte eindtermen van de initiële opleiding medewerker basispolitiezorg of de initiële opleiding politie surveillant, of, de door het LSOP samengestelde toets ter beoordeling van kennis op het gebied van geweldsbeheersing volgens de competentiegerichte eindtermen van een door de betrokken ambtenaar gevolgde postinitiële opleiding;

e.
de toets aanhoudings- en zelfverdedigingsvaardigheden:

de door het LSOP samengestelde toets ter beoordeling van aanhoudings- en zelfverdedigingsvaardigheden volgens de competentiegerichte eindtermen van de initiële opleiding medewerker basispolitiezorg of de initiële opleiding politie surveillant, of, de door het LSOP samengestelde toets ter beoordeling van aanhoudings- en zelfverdedigingsvaardigheden volgens de competentiegerichte eindtermen van een door de betrokken ambtenaar gevolgde postinitiële opleiding;

f.
de toets schietvaardigheid:

de door het LSOP samengestelde toets ter beoordeling van de schietvaardigheid volgens de competentiegerichte eindtermen van de initiële opleiding medewerker basispolitiezorg of de initiële opleiding politie surveillant, of, de door het LSOP samengestelde toets ter beoordeling van de schietvaardigheid volgens de competentiegerichte eindtermen van een door de betrokken ambtenaar gevolgde postinitiële opleiding;

g.
toetser:
  • 1º.

    de ambtenaar van politie die heeft voldaan aan de competentiegerichte eindtermen van de daartoe strekkende opleiding en is gecertificeerd door het LSOP om de toets geweldsbeheersing, de toets aanhoudings- en zelfverdedigingsvaardigheden, of de toets schietvaardigheid af te nemen, of

  • 2º.

    voorzover de betrokken ambtenaar die de toets aflegt een ambtenaar van de rijksbelastingdienst is, de ambtenaar van de rijksbelastingdienst die heeft voldaan aan de competentiegerichte eindtermen van de daartoe strekkende opleiding en is gecertificeerd door het LSOP om de toets geweldsbeheersing, de toets aanhoudings- en zelfverdedigingsvaardigheden, of de toets schietvaardigheid af te nemen;

h.
de korpsbeheerder:
i.
de werkgever:

de werkgever van de buitengewoon opsporingsambtenaar;

j.
de toezichthouder:

degene die op grond van de artikelen 36 en 37 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar als toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen;

k.
de direct toezichthouder:

degene die op grond van de artikelen 36 en 37 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar als direct toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen.

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

De Regeling training en toetsing vuurwapengebruik politie wordt ingetrokken.

Artikel

7

Artikel

8

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling toetsing geweldsbeheersing politie.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.G. deVries
De Minister van Justitie,
A.H. Korthals.