Artikel
1
1
In deze regeling wordt verstaan onder:
-
a.
ambtenaar: de ambtenaar van politie, bedoeld in artikel 2, onderdelen a, c, en d, van de Politiewet 2012, die rechtens is uitgerust met een of meer geweldsmiddelen;
-
b.
geweldsmiddel: geweldsmiddel als bedoeld in artikel 1, derde lid, onderdeel d, onder 1e, van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar;
-
c.
LSOP: het Landelijk selectie- en opleidingsinstituut politie, Politie onderwijs- en kenniscentrum, genoemd in artikel 2 van de Wet op het LSOP en het politieonderwijs ;
-
d.
de toets geweldsbeheersing: de door het LSOP, samengestelde toets ter beoordeling van de kennis op het gebied van geweldsbeheersing volgens de competentiegerichte eindtermen van de initiële opleidingen voor politieambtenaren, genoemd in artikel 14 van de Wet op het LSOP en het politieonderwijs, of de door het LSOP samengestelde toets ter beoordeling van kennis op het gebied van geweldsbeheersing volgens de competentiegerichte eindtermen van een door de betrokken ambtenaar gevolgde postinitiële opleiding;
-
e.
de toets aanhoudings- en zelfverdedigingsvaardigheden: de door het LSOP samengestelde toets ter beoordeling van aanhoudings- en zelfverdedigingsvaardigheden volgens de competentiegerichte eindtermen van de initiële opleidingen voor politieambtenaren, genoemd in artikel 14 van de Wet op het LSOP en het politieonderwijs, of de door het LSOP samengestelde toets ter beoordeling van aanhoudings- en zelfverdedigingsvaardigheden volgens de competentiegerichte eindtermen van een door de betrokken ambtenaar gevolgde postinitiële opleiding;
-
f.
de toets schietvaardigheid: de door het LSOP samengestelde toets ter beoordeling van de schietvaardigheid volgens de competentiegerichte eindtermen van de initiële opleidingen voor politieambtenaren, genoemd in artikel 14 van de Wet op het LSOP en het politieonderwijs, of de door het LSOP samengestelde toets ter beoordeling van de schietvaardigheid volgens de competentiegerichte eindtermen van een door de betrokken ambtenaar gevolgde postinitiële opleiding;
-
g.
toetser: de ambtenaar van politie die heeft voldaan aan de competentiegerichte eindtermen van de daartoe strekkende opleiding en is gecertificeerd door het LSOP om de toets geweldsbeheersing, de toets aanhoudings- en zelfverdedigingsvaardigheden, of de toets schietvaardigheid af te nemen.
-
h.
bevoegd gezag: bevoegd gezag, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel l, van het Besluit algemene rechtspositie politie.