Besluit van 20 december 2001, houdende regels met betrekking tot het door financiële ondernemingen ter beschikking stellen van een financiële bijsluiter bij complexe producten (Besluit financiële bijsluiter)

Besluit financiële bijsluiter

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 5 juni 2001, no. FM 2001-888-M, Generale Thesaurie, Directie Financiële Markten, Afdeling Marktgedrag;
De Raad van State gehoord (advies van 30 juli 2001, no. W06.01.0266/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 13 december 2001, no. FM 2001-2080-M;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel

6

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit financiële bijsluiter.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Financiën, G. Zalm
De Minister van Justitie, A. H. Korthals

Bijlage

A

bedoeld in artikel 4, eerste lid

Artikel 1

Het bedrag van de boete voor overtreding van de voorschriften, gesteld bij of krachtens de artikelen 2, eerste tot en met vierde lid, en 3, eerste tot en met derde lid, van dit besluit, bedraagt € 5445.

Artikel 2

1. Indien een boete wordt opgelegd, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete de volgende categorie-indeling naar eigen vermogen van toepassing, met de daarbij behorende factor:

Categorie-indeling normgeadresseerden

Categorie I: beleggingsinstellingen met een eigen vermogen van minder dan € 453 800; Factor 1;

Categorie II: beleggingsinstellingen met een eigen vermogen van ten minste € 453 800 maar minder dan € 4 538 000; Factor 2;

Categorie III: beleggingsinstellingen met een eigen vermogen van ten minste € 4 538 000 maar minder dan € 45 378 000; Factor 3;

Categorie IV: beleggingsinstellingen met een eigen vermogen van ten minste € 45 378 000 maar minder dan € 453 780 000; Factor 4;

Categorie V: beleggingsinstellingen met een eigen vermogen van ten minste € 453 780 000; Factor 5.

2. De boete wordt vastgesteld door het bedrag, genoemd in artikel 1, te vermenigvuldigen met de factor, behorende bij de categorie naar eigen vermogen, bedoeld in het eerste lid.

3. Indien de gegevens omtrent het vermogen niet aan de toezichthoudende autoriteit beschikbaar zijn gesteld, kan zij aan degene aan wie de boete wordt opgelegd verzoeken deze gegevens binnen een door haar te stellen termijn te verstrekken. Indien de betrokkene niet binnen de gestelde termijn voldoet aan dit verzoek, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete categorie V van toepassing.

Bijlage

B

bedoeld in artikel 4, tweede lid

Artikel 1

Het bedrag van de boete voor overtreding van de voorschriften, gesteld bij of krachtens de artikelen 2, eerste tot en met vierde lid, en 3, eerste tot en met derde lid, van dit besluit, bedraagt € 5445.

Artikel 2

1. Indien een boete wordt opgelegd, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete de volgende categorie-indeling naar eigen vermogen van toepassing, met de daarbij behorende factor:

Categorie-indeling normgeadresseerden

Categorie I: natuurlijke personen, rechtspersonen en vennootschappen met een eigen vermogen van minder dan € 136 100; Factor 1;

Categorie II: natuurlijke personen, rechtspersonen en vennootschappen met een eigen vermogen van ten minste € 136 100 maar minder dan € 272 300; Factor 2;

Categorie III: natuurlijke personen, rechtspersonen en vennootschappen met een eigen vermogen van ten minste € 272 300 maar minder dan € 453 800; Factor 3;

Categorie IV: natuurlijke personen, rechtspersonen en vennootschappen met een eigen vermogen van ten minste € 453 800 maar minder dan € 4 538 000; Factor 4;

Categorie V: natuurlijke personen, rechtspersonen en vennootschappen met een eigen vermogen van ten minste € 4 538 000; Factor 5.

2. De boete wordt vastgesteld door het bedrag, genoemd in artikel 1, te vermenigvuldigen met de factor, behorende bij de categorie naar eigen vermogen, bedoeld in het eerste lid.

3. Indien de gegevens omtrent het vermogen niet aan de toezichthoudende autoriteit beschikbaar zijn gesteld, kan zij aan degene aan wie de boete wordt opgelegd verzoeken deze gegevens binnen een door haar te stellen termijn te verstrekken. Indien de betrokkene niet binnen de gestelde termijn voldoet aan dit verzoek, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete categorie V van toepassing.

Bijlage

C

bedoeld in artikel 4, derde lid

Artikel 1

Het bedrag van de boete voor overtreding van de voorschriften, gesteld bij of krachtens de artikelen 2, eerste tot en met vierde lid, en 3, eerste tot en met derde lid, van dit besluit, bedraagt € 5445.

Artikel 2

1. Indien een boete wordt opgelegd, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete de volgende categorie-indeling naar balanstotaal van toepassing, met de daarbij behorende factor:

Categorie-indeling normgeadresseerden

Categorie I: kredietinstellingen met een balanstotaal van minder dan € 45 378 000; Factor 1;

Categorie II: kredietinstellingen met een balanstotaal van ten minste € 45 378 000 maar minder dan € 453 780 000; Factor 2;

Categorie III: kredietinstellingen met een balanstotaal van ten minste € 453 780 000 maar minder dan € 4 537 800 000; Factor 3;

Categorie IV: kredietinstellingen met een balanstotaal van ten minste € 4 537 800 000 maar minder dan € 45 378 020 000; Factor 4;

Categorie V: kredietinstellingen met een balanstotaal van ten minste € 45 378 020 000; Factor 5.

2. De boete wordt vastgesteld door het bedrag, genoemd in artikel 1, te vermenigvuldigen met de factor, behorende bij de categorie naar balanstotaal, bedoeld in het eerste lid.

3. Indien de gegevens omtrent het balanstotaal niet aan de toezichthoudende autoriteit beschikbaar zijn gesteld, kan zij aan degene aan wie de boete wordt opgelegd verzoeken deze gegevens binnen een door haar te stellen termijn te verstrekken. Indien de betrokkene niet binnen de gestelde termijn voldoet aan dit verzoek, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete categorie V van toepassing.

Bijlage

D

bedoeld in artikel 4, vierde lid

Artikel 1

Het bedrag van de boete voor overtreding van de voorschriften, gesteld bij of krachtens de artikelen 2, eerste tot en met vierde lid, en 3, eerste tot en met derde lid, van dit besluit, bedraagt € 5445.

Artikel 2

1. Indien een boete wordt opgelegd, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete de volgende categorie-indeling naar balanstotaal van toepassing, met de daarbij behorende factor:

Categorie-indeling normgeadresseerden

Categorie I: verzekeraars met een balanstotaal van minder dan € 4 538 000; Factor 1;

Categorie II: verzekeraars met een balanstotaal van ten minste € 4 538 000 maar minder dan € 22 689 000; Factor 2;

Categorie III: verzekeraars met een balanstotaal van ten minste € 22 689 000 maar minder dan € 113 445 000; Factor 3;

Categorie IV: verzekeraars met een balanstotaal van ten minste € 113 445 000 maar minder dan € 453 780 000; Factor 4;

Categorie V: verzekeraars met een balanstotaal van ten minste € 453 780 000; Factor 5.

2. De boete wordt vastgesteld door het bedrag, genoemd in artikel 1, te vermenigvuldigen met de factor, behorende bij de categorie naar balanstotaal, bedoeld in het eerste lid.

3. Indien de gegevens omtrent het balanstotaal niet aan de toezichthoudende autoriteit beschikbaar zijn gesteld, kan zij aan degene aan wie de boete wordt opgelegd verzoeken deze gegevens binnen een door haar te stellen termijn te verstrekken. Indien de betrokkene niet binnen de gestelde termijn voldoet aan dit verzoek, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete categorie V van toepassing.

Bijlage

E

bedoeld in artikel 4, vijfde lid

Artikel 1

Het bedrag van de boete voor overtreding van de voorschriften, gesteld bij of krachtens de artikelen 2, eerste tot en met vierde lid, en 3, eerste tot en met derde lid, van dit besluit, bedraagt € 5445.

Artikel 2

1. Indien een boete wordt opgelegd, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete de volgende categorie-indeling naar balanstotaal van toepassing, met de daarbij behorende factor:

Categorie-indeling normgeadresseerden

Categorie I: schadeverzekeraars met een balanstotaal van minder dan € 4 538 000 en levensverzekeraars met een balanstotaal van minder dan € 13 613 000; Factor 1;

Categorie II: schadeverzekeraars met een balanstotaal van ten minste € 4 538 000 maar minder dan € 22 689 000 en levensverzekeraars met een balanstotaal van ten minste € 13 613 000 maar minder dan € 68 067 000; Factor 2;

Categorie III: schadeverzekeraars met een balanstotaal van ten minste € 22 689 000 maar minder dan € 113 445 000 en levensverzekeraars met een balanstotaal van ten minste € 68 067 000 maar minder dan € 340 335 000; Factor 3;

Categorie IV: schadeverzekeraars met een balanstotaal van ten minste € 113 445 000 maar minder dan € 453 780 000 en levensverzekeraars met een balanstotaal van ten minste € 340 335 000 maar minder dan € 1 361 340 000; Factor 4;

Categorie V: schadeverzekeraars met een balanstotaal van ten minste € 453 780 000 en levensverzekeraars met een balanstotaal van ten minste € 1 361 340 000; Factor 5.

2. De boete wordt vastgesteld door het bedrag, genoemd in artikel 1, te vermenigvuldigen met de factor, behorende bij de categorie naar balanstotaal, bedoeld in het eerste lid.

3. Indien de gegevens omtrent het balanstotaal niet aan de toezichthoudende autoriteit beschikbaar zijn gesteld, kan zij aan degene aan wie de boete wordt opgelegd verzoeken deze gegevens binnen een door haar te stellen termijn te verstrekken. Indien de betrokkene niet binnen de gestelde termijn voldoet aan dit verzoek, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete categorie V van toepassing.