Regeling capaciteitsvermindering zeevisserij 2002

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Gelet op verordening (EG) nr. 2792/1999 van de Raad van de Europese Unie van 17 december 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector (PbEG L 337);
Gelet op artikel 2 en 4 van de Kaderwet LNV-subsidies;

Besluit:

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.
minister:

Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

b.
licentie:

aan een ondernemer ten aanzien van een vissersvaartuig toegekende licentie als bedoeld in artikel 3 van de Regeling visserijlicentie;

d.
segment:

vlootsegment als bedoeld in de bijlage van beschikking nr. 2001/21/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 21 december 2000 tot wijziging van Beschikking 98/121/EG houdende goedkeuring van het meerjarig oriëntatieprogramma voor de vissersvloot van Nederland voor de periode van 1 januari 1997 tot en met 31 december 2001 (PbEG L 5);

e.
vissersvaartuig:

vaartuig dat gebruikt wordt voor de uitoefening van de bedrijfsmatige visserij dat overeenkomstig artikel 1, tweede lid, van de Uitvoeringswet Visserijverdrag 1967 als Nederlands geldt, dat overeenkomstig het bij of krachtens het besluit bepaalde staat geregistreerd en dat behoort tot segment B, C, D of E;

f.
wateren van de Europese Unie:

wateren als bedoeld in artikel 1 van verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad van de Europese Unie van 30 maart 1998 voor de instandhouding van de visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen (PbEG L 125);

g.
lengte tussen de loodlijnen:

lengte van een vaartuig als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van verordening (EEG) nr. 2930/86 van de Raad van de Europese Unie van 22 september 1986, houdende definities van de kenmerken van vissersvaartuigen (PbEG L 274);

h.
lengte over alles:

lengte van een vaartuig als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van verordening (EEG) nr. 2930/86 van de Raad van de Europese Unie van 22 september 1986 houdende definities van de kenmerken van vissersvaartuigen (PbEG L 274);

i.
brutoton:

maat ter bepaling van de scheepsinhoud overeenkomstig bijlage I van het op 23 juni 1969 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag betreffende de meting van schepen (Trb. 1970, 122 en 194);

j.
meetbrief:

document als bedoeld in artikel 4 van de Meetbrievenwet 1981;

k.
Scheepsmetingdienst:

de Scheepsmetingdienst, ingesteld bij Koninklijk Besluit van 12 september 1978 (Stcrt. 196);

l.
directeur:

directeur Visserij van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

m.
visvergunning:

vergunning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Regeling visserijlicentie;

n.
derde land:

land, dat geen lidstaat is van de Europese Unie en geen kandidaat is voor toetreding tot de Europese Unie;

o.
garnalenvergunning:

vergunning als bedoeld in artikel 11 van de Beschikking visserij, visserijzone, zeegebied en kustwateren verleend voor het gebruik van vistuig geschikt voor het vangen van garnalen (Crangon, crangon) in de visserijzone, het zeegebied of de kustwateren.

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

De Regeling capaciteitsvermindering zeevisserij wordt ingetrokken.

Artikel

12

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag van plaatsing in de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

13

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling capaciteitsvermindering zeevisserij 2002.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, G.H.Faber