Besluit van 24 januari 2002 inzake rijksbijdragen in de kosten van het verlenen van bijstand en van de bestrijding van een ramp of zwaar ongeval in Nederland, als ook in België of Duitsland (Besluit rijksbijdragen bijstands- en bestrijdingskosten)

Besluit rijksbijdragen bijstands- en bestrijdingskosten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 27 november 2001, nr. EB2001/97219;
De Raad van State gehoord (advies van 8 januari 2002, nr. W04/01.0637/I);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 16 januari 2002, nr. EB2002/51992;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • b.

    bijstand: bijstand door een veiligheidsregio als bedoeld in artikel 51, eerste lid, van de Wet veiligheidsregio’s;

  • c.

    kosten: de kosten voor bijstand of de bestrijding van een ramp die niet in de begroting van het jaar waarin de ramp heeft plaatsgevonden hadden kunnen worden voorzien;

  • d.

    overeenkomsten: de op 14 november 1984 te Den Haag tot stand gekomen Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België inzake wederzijdse bijstandsverlening bij het bestrijden van rampen en ongevallen (Trb. 1984, nr. 155) en de op 7 juni 1988 te Bonn tot stand gekomen Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland inzake wederzijdse bijstandsverlening bij het bestrijden van rampen, zware ongevallen daaronder begrepen (Trb. 1988, nr. 95).

§

2

Bijdrage in de kosten gemaakt voor bijstand of voor de bestrijding van een ramp in Nederland

Artikel

2

Artikel

3

§

3

Bijdrage in de kosten gemaakt voor bijstand bij de bestrijding van een ramp in België of Duitsland

Artikel

4

§

4

Procedurele bepalingen

Artikel

5

Artikel

6

Onze Minister beslist binnen zes maanden na indiening van de aanvraag.

Artikel

7

Vervallen

Artikel

8

Onze Minister kan een bijdragevaststelling intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen:

  • a.

    op grond van feiten of omstandigheden waarvan Onze Minister bij de bijdragevaststelling redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan de bijdrage lager zou zijn vastgesteld, of

  • b.

    indien de bijdragevaststelling onjuist was en de ontvanger dit wist of behoorde te weten.

§

5

Slotbepalingen

Artikel

9

Het Besluit rijksbijdragen gemeenten bij rampen en zware ongevallen en het Besluit rijksbijdragen bijstandskosten gemeenten en regionale brandweren worden ingetrokken.

Artikel

10

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag van de tweede kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel

11

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit rijksbijdragen bijstands- en bestrijdingskosten.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, G. M. de Vries
De Minister van Justitie, A. H. Korthals