Artikel
1
Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen;
exploitatiesubsidie die voor één of meer boekjaren wordt verstrekt.
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen;
exploitatiesubsidie die voor één of meer boekjaren wordt verstrekt.
De minister kan exploitatiesubsidies verlenen voor de financiering van instellingen op het gebied van onderzoek en wetenschap anders dan bedoeld in artikel 4:21, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
Bij de subsidieverlening maakt de minister het maximaal beschikbare subsidiebedrag bekend.
In het geval van het niet vervullen van de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, worden de op grond van artikel 2 verleende subsidiebedragen verlaagd tot het bedrag van de subsidie dat na de vaststelling of goedkeuring van de begroting ter beschikking staat, een en ander voor zover van toepassing naar rato van het aantal subsidieontvangers en van de hoogte van de verleende subsidiebedragen.
De subsidie wordt op aanvraag verleend.
De subsidieaanvraag omvat:
een activiteitenplan;
een meerjarenactiviteitenplan, voor zover de subsidie meerdere boekjaren bestrijkt;
een meerjarenraming, voor zover de subsidie meerdere boekjaren bestrijkt;
een begroting;
overige voor de subsidie van belang zijnde informatie.
De subsidieaanvraag die wordt ingediend door een privaatrechtelijk ingestelde rechtspersoon gaat de eerste maal vergezeld van de statuten zoals deze laatstelijk zijn vastgesteld of gewijzigd, alsmede het laatst opgemaakte financieel verslag of jaarrekening dan wel een schriftelijk overzicht van de financiële situatie van de subsidieaanvrager. De financiële bescheiden zijn voorzien van een accountantsverklaring, zoals bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, tenzij de minister dit gelet op de hoogte van het bedrag niet noodzakelijk oordeelt.
Het activiteitenplan omvat een overzicht van de aard en de omvang van de voorgenomen activiteiten alsmede een omschrijving waaruit blijkt dat de subsidiedoeleinden op doelmatige en rechtmatige wijze worden bereikt.
De begroting bevat een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven in het jaar waarop de begroting betrekking heeft.
Voor zover van toepassing worden in ieder geval als aparte inkomstenpost vermeld:
de bijdrage van de minister,
de bijdragen van derden,
de eigen bijdrage, en
de verwachte opbrengsten.
De subsidieaanvraag wordt in ieder geval 13 weken voor aanvang van het boekjaar ingediend.
De minister besluit tot subsidieverlening aan een, voor exploitatiesubsidie in aanmerking komende, instelling op voorwaarde van instemming met het door de subsidieaanvrager ingediende stukken zoals vermeld in artikel 8, eerste lid.
Voor zover een subsidieplafond als bedoeld in artikel 4 eerste lid niet is bereikt, besluit de minister tot subsidieverlening in de volgorde van ontvangst van de aanvragen.
Onverminderd artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 9 van de Wet overige OCenW-subsidies kan de subsidie in ieder geval worden geweigerd in de volgende gevallen:
de subsidie past niet binnen de in artikel 2 genoemde overwegingen,
binnen het onderzoek- en wetenschapsterrein is al een instelling actief waarvan de minister van oordeel is dat de financiering tot de taakuitoefening van deze instelling behoort, en
de subsidieverlening is mogelijk op grond van een ander wettelijk voorschrift.
De minister kan ten behoeve van het besluit tot subsidieverlening het advies inwinnen van een of meer externe deskundigen.
De subsidie wordt verleend voor één of meer boekjaren.
De minister kan de bevoegdheid delegeren tot het nemen van besluiten met betrekking tot subsidiëring van in het kader van een programma op te starten projecten.
Indien de subsidieontvanger bij de uitoefening van de delegatiebevoegdheid het door de minister beschikbaar gestelde subsidiebedrag overschrijdt, dan komt die overschrijding geheel voor rekening van de subsidieontvanger tenzij de minister hiertoe anders beslist.
Aan de delegatie wordt een looptijd verbonden. Indien door de subsidieontvanger besluiten worden genomen waaruit verplichtingen tot subsidiëring volgen die ingaan na afloop van de looptijd van de delegatie, dan komen de financiële consequenties geheel voor rekening van de subsidieontvanger tenzij de minister hiertoe anders beslist.
Een subsidie ontvanger waaraan de bevoegdheid tot het nemen van besluiten omtrent subsidiëring wordt gedelegeerd, is verantwoordelijk voor het opstellen van voorwaarden waaronder hij besluiten tot subsidiëring zal honoreren. Hieronder valt in ieder geval de verantwoordelijkheid voor het vaststellen van een subsidieplafond.
Bij de subsidieverlening kunnen verplichtingen ten aanzien van de financiering, inrichting en uitvoering van het onderzoek worden opgelegd waaronder de verplichting tot het verwerven van additionele middelen of de inzet van eigen middelen, de inrichting en uitvoering van een programma zodat voldaan wordt aan EU regelgeving en EU jurisprudentie omtrent staatssteun, het bijhouden van een administratie en het betrekken van andere partijen bij de uitvoering.
Bij meerjarige boekjaren dient de subsidieontvanger gedurende het tijdvak van de subsidieverlening jaarlijks voor een door de minister te bepalen tijdstip een activiteitenplan in met bijbehorende begroting, tenzij de minister hiertoe anders bepaalt.
Bij de subsidieverlening kan de minister verplichtingen opleggen tot het indienen van voortgangs- en eindrapportages. De betaalbaarstelling van de voorschotten kan hiervan afhankelijk worden gesteld. Op basis van de voortgangs- of eindrapportage kan de minister besluiten tot intrekking of wijziging van de subsidieverlening of tot terugvordering van de verleende voorschotten.
Bij de subsidieverlening kan de minister de verplichting opleggen tot het houden van een evaluatie. De minister kan daarbij nadere regels stellen en de betaalbaarstelling van de voorschotten kan hiervan afhankelijk worden gesteld.
Voor de beschikbaarstelling van goederen aan derden of het verrichten van diensten voor derden brengt de subsidieontvanger een vergoeding in rekening waarbij de economische tegenprestatie in verhouding moet staan tot de overheidsgelden die zijn doorbetaald of ter beschikking gesteld.
De subsidieontvanger vormt een egalisatiereserve als bedoeld in artikel 4:72 van de Algemene wet bestuursrecht.
Voor zover het verstrekken van de subsidie leidt tot vermogensvorming of inkomsten komt deze jaarlijks in de egalisatiereserve tot uitdrukking. In de toelichting op de jaarlijkse mutatie van de egalisatiereserve specificeert de subsidieontvanger de inkomsten en uitgaven naar soort en omvang.
Vermogensvorming of inkomsten zijnde rente kunnen in mindering worden gebracht op de nog uit te betalen voorschotten, of worden verrekend bij vaststelling van de subsidie.
De minister kan voorwaarden stellen voor het aangaan van overeenkomsten en het verwerven van eigendommen indien dit geschiedt met door hem verleende subsidiegelden.
In de jaarlijkse verantwoording geeft de subsidieontvanger inzicht in de voortgang en de behaalde resultaten. Aangegeven wordt in hoeverre de vooraf gestelde doelstellingen zijn behaald. Indien de doelstellingen niet zijn gehaald geeft de subsidieontvanger daarvoor een verklaring. Afwijkingen van de doelstellingen zonder goede verklaring kunnen leiden tot intrekking of wijziging van de subsidieverlening of tot terugvordering van de verleende voorschotten.
Na afloop van ieder boekjaar dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in. In het geval aan de subsidie ontvanger de bevoegdheid tot het nemen van besluiten met betrekking tot de subsidiëring is gedelegeerd, dan wordt het programma, bedoeld als in artikel 18, eerste lid, eerst geacht af te zijn gerond nadat de subsidieontvanger alle subsidies heeft vastgesteld.
Bij de subsidieverlening stelt de minister een termijn vast waarbinnen de aanvraag tot subsidievaststelling wordt ingediend. Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij het voor de subsidie ontvanger geldende verantwoordingsregime.
Ingevolge artikel 4:45 van de Algemene wet bestuursrecht dient de subsidieontvanger bij de aanvraag tot subsidievaststelling een verslag van activiteiten en een financieel verslag in.
De inrichting van het financieel verslag komt overeen met de inrichting van het activiteitenplan of meerjarenactiviteitenplan.
Het verslag van activiteiten bevat een overzicht van de werkzaamheden waarvoor de subsidie is verstrekt en van de daarmee bereikte resultaten. Voor zover van toepassing bevat het verslag tevens een analyse van de verschillen tussen de voorgenomen activiteiten en beoogde resultaten, vermeld in het activiteitenplan of het meerjarenactiviteitenplan, en de feitelijke realisatie.
Het financieel verslag geeft inzicht in het feitelijke verloop van de inkomsten en uitgaven gedurende de looptijd van de subsidie en het eindsaldo. Indien de subsidie ontvanger op basis van een gedelegeerde bevoegdheid projecten heeft gesubsidieerd, dan geeft de eindafrekening inzicht in het saldo zoals dat na de vaststelling van voor de projecten verstrekte subsidiebedragen kan worden opgemaakt.
Indien het subsidiebedrag meer bedraagt dan € 50.000,- gaat de financiële verantwoording vergezeld van een verklaring omtrent de getrouwheid afgegeven door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
Indien bij de subsidieverlening aan de subsidieontvanger de verplichting is opgelegd tot het houden van een evaluatie, of wanneer de minister een externe evaluatiecommissie heeft ingesteld, dan gaat de minister niet eerder tot vaststelling van de subsidie over dan nadat de resultaten van de evaluatie bekend zijn.
Bij de subsidieverlening wordt een bevoorschottingsritme vastgesteld. De minister bepaalt de hoogte van het voorschot mede op basis van de stukken, bedoeld in artikel 8, eerste lid.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling wordt aangehaald als: Kaderregeling exploitatiesubsidies onderzoek en wetenschap.
Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.