Wet van 27 juni 2002, houdende de Wet op het BTW-compensatiefonds

Wet op het BTW-compensatiefonds

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging hebben genomen dat het wenselijk is gemeenten, provincies en regionale openbare lichamen te compenseren voor de lasten van de heffing van omzetbelasting om daarmee de afweging tussen het zelf uitvoeren van activiteiten en het uitbesteden daarvan te verbeteren;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

Het publiekrechtelijk lichaam of regionaal openbaar lichaam heeft recht op een bijdrage uit het fonds ter financiering van:

  • a.

    de omzetbelasting die door een ondernemer aan het publiekrechtelijk lichaam of regionaal openbaar lichaam in rekening is gebracht, dan wel van het publiekrechtelijk lichaam of regionaal openbaar lichaam wordt geheven, ter zake van aan hem verrichte leveringen en verleende diensten;

  • b.

    de omzetbelasting die van het publiekrechtelijk lichaam of regionaal openbaar lichaam wordt geheven ingevolge een door hem verrichte intracommunautaire verwerving;

  • c.

    de omzetbelasting die wordt geheven ter zake van de invoer van voor het publiekrechtelijk lichaam of regionaal openbaar lichaam bestemde goederen;

voorzover die belasting betrekking heeft op goederen en diensten die het publiekrechtelijk lichaam of regionaal openbaar lichaam bezigt anders dan in het kader van zijn onderneming.

Artikel

4

Artikel

5

Het recht op bijdrage ontstaat op het tijdstip waarop de omzetbelasting aan het publiekrechtelijk lichaam of regionaal openbaar lichaam in rekening wordt gebracht op een conform de wettelijke bepalingen inzake de omzetbelasting voorgeschreven wijze opgemaakte factuur, dan wel op het tijdstip waarop de omzetbelasting wordt verschuldigd.

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Onze Minister kan nadere regels stellen omtrent de bijdrage ingeval de goederen en diensten zowel worden bestemd of gebezigd in het kader van de onderneming van het publiekrechtelijk lichaam of regionaal openbaar lichaam als in het kader van andere doeleinden van het publiekrechtelijk lichaam of regionaal openbaar lichaam. Onze Minister kan voorts nadere regels stellen omtrent de bijdrage ingeval de goederen en diensten worden bestemd of gebezigd mede ten behoeve van prestaties als bedoeld in artikel 4.

Artikel

9

Artikel

10

Wijzigt de Gemeentewet.

Artikel

11

Wijzigt de Provinciewet.

Artikel

12

Wijzigt de Wet milieubeheer.

Artikel

13

Artikel

14

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2003, met uitzondering voor de regionale openbare lichamen, waarvoor deze wet op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip in werking zal treden.

Artikel

15

Deze wet wordt aangehaald als: Wet op het BTW-compensatiefonds.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad wordt geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Financiën, G. Zalm
De Staatssecretaris van Financiën, W. J. Bos
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K. G. de Vries
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, J. P. Pronk
De Minister van Justitie, A. H. Korthals