Verordening van het Bosschap tot registratie van de Bosbouwondernemingen

Registratieverordening Bosschap 2002

Het bestuur van het Bosschap, gelet op artikel 93 en 100 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie en artikel 9, lid 1, a, b en c en artikel 11 van de Instellingsverordening Bosschap, besluit vast te stellen de navolgende

VERORDENING

Artikel

1

Deze verordening verstaat onder:

  • I

    beboste oppervlakte:

    • a.

      terreinen tot bos beplant en/of bezaaid;

    • b.

      (kaal)kapvlakte(n) ten aanzien waarvan een publiekrechtelijke herplantplicht bestaat;

    • c.

      hakhout (tenzij dit zich bevindt op een wal, smaller dan drie meter);

    • d.

      kwekerijen voor bosplantsoen, uitgezonderd handelskwekerijen.

  • II

    rijbeplanting(en):

    beplanting(en), zich bevindende langs perceelsgrenzen, wegen en dijken en bestaande uit de boomsoorten populier (behalve Italiaanse populier en knotpopulier), wilg (behalve knotwilg) en uit overige boomsoorten.

    Onder overige boomsoorten worden uitsluitend verstaan inlandse eik, Amerikaanse eik, es (behalve knotes), iep en beuk.

  • III

    bosbouwonderneming:

    • a.

      elke onderneming, waarin de bosbouw wordt uitgeoefend;

    • b.

      elke onderneming, waarin de houtteelt wordt uitgeoefend;

    • c.

      elke onderneming, die tegen betaling werkzaamheden verricht in bossen of andere houtopstanden, welke bedrijfsmatig in ondernemingen waarin de bosbouw en/of de houtteelt wordt uitgeoefend, plegen te worden verricht.

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Degene die aangifte doet overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 eerste en tweede lid, is verplicht voorzover de wijziging beboste oppervlakte(n) en/of rijbeplanting(en) betreft bij de aangifte (een) terreinkaart(en) te voegen, waarop duidelijk de ligging van de tot de bosbouwonderneming behorende beboste oppervlakte(n) en/of rijbeplanting(en) ten opzichte van naastgelegen stad of dorp is aangegeven.

Artikel

6

Het bestuur kan, indien naar zijn oordeel daartoe aanleiding bestaat, op verzoek van degene die een bosbouwonderneming als bedoeld in artikel 1 onder III a en b drijft, toestaan dat de wijze van aangifte voor registratie van het aantal bomen in rijbeplanting overeenkomstig de voorschriften van artikel 4 eerste en tweede lid, en artikel 12 juncto artikel 3 eerste en tweede lid, door een andere telkens door het bestuur vast te stellen wijze van aangifte wordt vervangen. Daarbij kan het bestuur tevens ontheffing verlenen van de verplichting tot het inzenden van terreinkaarten, als bedoeld in artikel 5.

Artikel

7

Artikel

8

Degene die een bosbouwonderneming drijft, is verplicht binnen één maand na een daartoe strekkend verzoek alle door of namens de secretaris in verband met de uitvoering van deze verordening gevraagde inlichtingen te verschaffen.

Artikel

9

Artikel

10

Het bestuur draagt er zorg voor, dat aan hem uit te brengen accountantsrapporten zodanig worden ingericht, dat daaruit niets blijkt van zaken en bedrijfsgeheimen van ondernemers of andere vertrouwelijke gegevens over bosbouwondernemingen of daarin werkzame personen.

Artikel

11

Overtredingen van het bepaalde in de artikelen 4, 5 en 8 zijn strafbare feiten.

Artikel

12

Deze verordening kan worden aangehaald als "Registratieverordening Bosschap 2002”.

Artikel

13

De “Registratieverordening 1998” d.d. 4 december 1997 wordt ingetrokken.

Artikel

14

Deze verordening treedt in werking na publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

Zeist
P.J.J.M. Mangelmans voorzitter
R.M.W.J. Nas secretaris

Goedgekeurd door de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij bij beschikking van 11 september 2002, nr. TRCJZ/2002/8269.

Bijlage

Niet opgenomen.