Regeling herstel historische buitenplaatsen

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Besluit:

Paragraaf

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.
minister:

Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

b.
LASER:

agentschap LASER van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

c.
eigenaar:
  • 1.

    natuurlijke persoon die het recht van eigendom of een ander zakelijk recht heeft op (een deel van) een beschermde historische buitenplaats;

  • 2.

    naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid als bedoeld in artikel 7a van de Natuurschoonwet 1928, voor zover de aandeelhouders uitsluitend natuurlijke personen zijn, die het recht van eigendom of een ander zakelijk recht heeft op (een deel van) een beschermde historische buitenplaats;

  • 3.

    rechtspersoon die krachtens privaatrecht is ingesteld en die het recht van eigendom of een ander zakelijk recht op (een deel van) een beschermde historische buitenplaats heeft verkregen van een natuurlijke persoon als bedoeld onder 1 of van een vennootschap als bedoeld onder 2, en die zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend ten doel stelt die buitenplaats in stand te houden;

d.
beschermde historische buitenplaats:

in het register, bedoeld in artikel 6 van de Monumentenwet 1988, als zodanig vermeld complex waarin van oorsprong één of meer gebouwen een compositorisch geheel vormen met een tuin of met een park van ten minste 1 hectare, waarvan de aanleg dateert van vóór 1850 en herkenbaar aanwezig is;

e.
herstel:

technische werkzaamheden aan onderdelen van een tuin of park, die het normale onderhoud te boven gaan, gericht op het behoud van het oorspronkelijke karakter daarvan.

Paragraaf

2

Algemene bepalingen

Artikel

2

De minister kan ter instandhouding van beschermde historische buitenplaatsen subsidie verstrekken voor het herstel van onderdelen van parken en tuinen van beschermde historische buitenplaatsen, indien die onderdelen van belang zijn vanwege cultuurhistorische of natuurwetenschappelijke waarden of uit oogpunt van recreatie.

Artikel

3

Voor subsidieverlening komen uitsluitend in aanmerking eigenaren van beschermde historische buitenplaatsen.

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Geen subsidie wordt verleend voor:

  • a.

    werkzaamheden waarvan de subsidiabele kosten minder dan € 2.250 bedragen;

  • b.

    werkzaamheden met de uitvoering waarvan een aanvang is gemaakt alvorens de beschikking tot subsidieverlening schriftelijk aan de aanvrager is meegedeeld.

Artikel

7

Paragraaf

3

Subsidieverlening

Artikel

8

Artikel

9

De minister rangschikt, in overleg met de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, de aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen zodanig dat zij hoger worden gerangschikt naarmate:

  • a.

    de uit te voeren werkzaamheden een grotere bijdrage leveren aan de instandhouding en het herstel van de beschermde historische buitenplaats;

  • b.

    de uit te voeren werkzaamheden meer van belang zijn voor de cultuurhistorische of natuurwetenschappelijke waarde van de beschermde historische buitenplaats of voor de recreatie;

  • c.

    een grotere urgentie bestaat voor de uit te voeren werkzaamheden; en

  • d.

    er samenhang is met andere gesubsidieerde werkzaamheden.

Artikel

10

Paragraaf

4

Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel

12

De subsidieontvanger maakt een aanvang met de uitvoering van de werkzaamheden binnen één jaar na afgifte van de beschikking tot subsidieverlening.

Artikel

13

De subsidieontvanger voert de werkzaamheden uit overeenkomstig het werkplan.

Artikel

14

De subsidieontvanger voert een administratie die zodanig is ingericht dat daaruit te allen tijde op eenvoudige en duidelijke wijze alle kosten van het herstel kunnen worden afgelezen, gespecificeerd overeenkomstig de in artikel 7 onderscheiden kostenposten, waarbij ter zake van de loonkosten van het personeel in dienst van de subsidieontvanger een door middel van een sluitende tijdschrijving vastgestelde urenverantwoording aanwezig is.

Paragraaf

5

Subsidievaststelling

Artikel

15

Artikel

16

De minister stelt binnen twee maanden na ontvangst van de in artikel 15 bedoelde aanvraag de subsidie vast.

Paragraaf

6

Voorschotverlening

Artikel

17

Paragraaf

7

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

18

De Regeling subsidies achterstallig onderhoud voor historische parken, tuinen en buitenplaatsen blijft van toepassing op op grond daarvan verleende subsidies.

Artikel

19

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

20

Twee jaar na inwerkingtreding en voorts iedere drie jaar wordt een verslag gepubliceerd over de doeltreffendheid en de effecten van de subsidie in de praktijk.

Artikel

21

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling herstel historische buitenplaatsen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, C.P.Veerman

Bijlage

1

Controleprotocol als bedoeld in artikel 15, derde lid, van de Regeling herstel historische buitenplaatsen

Bij de controle, op basis waarvan de rapportage, bedoeld in artikel 15, tweede lid, plaatsvindt, dient aan de naleving van de volgende artikelen op de daarbij aangegeven wijze aandacht te worden besteed.

Artikel

Soort aandacht

Artikel 3

Speciale aandacht

Artikel 6, onderdeel b

Speciale aandacht

Artikel 7, eerste en tweede lid

Speciale aandacht

Artikel 7, derde lid

Speciale aandacht

Artikel 7, vierde lid

Speciale aandacht

Artikel 13

Speciale aandacht

Artikel 14

Speciale aandacht

Artikel 15, derde lid

Normale aandacht

Bijlage

2

Model-accountantsverklaring als bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de Regeling herstel historische buitenplaatsen

Accountantsverklaring

Wij hebben de bijgevoegde financiële verantwoording van ... (naam eigenaar) te ... (plaats) inzake de volgende activiteiten ... (korte omschrijving werkzaamheden en naam buitenplaats) over de periode van ...t/m ... in het kader van de Regeling herstel historische buitenplaatsen gecontroleerd. De financiële verantwoording is opgesteld onder verantwoordelijkheid van ... (de leiding van naam eigenaar/ naam persoon). Het is onze verantwoordelijkheid om een accountantsverklaring inzake de financiële verantwoording te verstrekken. Voor de onderhavige activiteiten is bij beschikking van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, kenmerk ... (nummer) d.d. ... (datum) een subsidie verleend tot een maximum van € ... (bedrag).

Onze controle is verricht overeenkomstig de algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controle-opdrachten en overeenkomstig de aanwijzingen die de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij in het controleprotocol, behorende bij vorenbedoelde regeling, heeft gegeven met betrekking tot de controle op de naleving van de subsidiebepalingen.

Volgens de richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de financiële verantwoording geen onjuistheden van materieel belang bevat. Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de bedragen in de financiële verantwoording. Voorts is aanvullend aandacht besteed aan de in vorenbedoelde controleprotocol aangegeven aspecten. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel. Wij zijn van oordeel dat de financiële verantwoording voldoet aan de voor dit doel eraan te stellen eisen. Tevens delen wij mede dat de in het controleprotocol genoemde subsidiebepalingen zijn nageleefd.

... (plaats en datum)

... (handtekening)

... (naam accountant)

... (naam accountantskantoor)

... (adres, postcode en woonplaats)

... (telefoon)