Artikel
1
In deze regeling wordt verstaan onder:
Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
akkerbouw, weidebouw, veehouderij, pluimveehouderij, tuinbouw - daaronder begrepen fruitteelt en het kweken van bomen, bloemen en bloembollen - teelt van griendhout en elke andere vorm van bodemcultuur hier te lande met uitzondering van bosbouw;
geheel van productie-eenheden in Nederland bestaande uit een of meer gebouwen of gedeelten daarvan en daarbijbehorende landbouwgrond, uitsluitend of in hoofdzaak dienende tot uitoefening van de landbouw;
natuurlijke persoon of privaatrechtelijke rechtspersoon, die voor eigen rekening en risico een landbouwbedrijf uitoefent of voornemens is uit te oefenen;
natuurlijke persoon of privaatrechtelijke rechtspersoon, die door beroep in het bijzonder bekwaam is een ondernemer te adviseren, dan wel de in artikel 2 bedoelde activiteiten uit te voeren;
bevordering van de productie en de afzet van landbouwproducten van hoge kwaliteit als bedoeld in afdeling 13 van de Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouwsector, PbEG 2000, C 28;
technische ondersteuning in de landbouwsector als bedoeld in afdeling 14 van de Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouwsector, PbEG 2000, C 28;
agentschap Landelijke Service bij Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.