Tijdelijke regeling specifieke uitkering jeugdgezondheidszorg

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Besluit:

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.
de minister:

de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

b.
het uniform deel van het basistakenpakket jeugdgezondheidszorg:
c.
uitkering:

een uitkering als bedoeld in artikel 2;

d.
uitkeringsjaar:

het kalenderjaar waarvoor de uitkering wordt verstrekt;

e.
jongeren:

jongeren als bedoeld in maatstaf 4 van bijlage 2 bij het Besluit financiële verhouding 2001;

f.
lage inkomens:

lage inkomens als bedoeld in maatstaf 7 van bijlage 2 bij het Besluit financiële verhouding 2001;

g.
minderheden:

minderheden als bedoeld in maatstaf 12 van bijlage 2 bij het Besluit financiële verhouding 2001;

h.
land:

land als bedoeld in maatstaf 16 van bijlage 2 bij het Besluit financiële verhouding 2001;

i.
meerkernigheid:

meerkernigheid als bedoeld in maatstaf 36 van bijlage 2 bij het Besluit financiële verhouding 2001;

j.
CBS:

het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Artikel

2

Jaarlijks verstrekt de minister aan de gemeenten een uitkering voor de uitvoering van:

  • a.

    het uniform deel van het basistakenpakket jeugdgezondheidszorg, en

  • b.

    het preventief jeugdbeleid.

  • c.

    de invoering van het elektronisch kinddossier.

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

De uitkering, bedoeld in artikel 2, onder b, wordt berekend door het aantal kinderen, dat de leeftijd van één jaar nog niet heeft bereikt en dat volgens opgave van het CBS op 1 januari voorafgaand aan het uitkeringsjaar woonachtig is in een gemeente, te vermenigvuldigen met een bedrag van € 50.

Artikel

5a

De uitkering, bedoeld in artikel 2, onder c, bestaat uit de som van de volgende bedragen:

  • a.

    een bedrag dat wordt berekend met de volgende formule:

    (62/100) × (A/B) × € 6.500.000

    waarin wordt voorgesteld:

    • met de letter A: het totaal aantal jongeren dat volgens opgave van het CBS op 1 januari voorafgaand aan het uitkeringsjaar woonachtig is in die gemeente;

    • met de letter B: de som van de aantallen jongeren die volgens opgave van het CBS op 1 januari voorafgaand aan het uitkeringsjaar woonachtig zijn in Nederland;

  • b.

    een bedrag dat wordt berekend met de volgende formule:

    (38/100) × (A/B) × € 6.500.000

    waarin wordt voorgesteld:

    • met de letter A: het totaal aantal jongeren dat volgens opgave van het CBS op 1 januari voorafgaand aan het uitkeringsjaar woonachtig is in die gemeente;

    • met de letter B: de som van de aantallen jongeren die volgens opgave van het CBS op 1 januari voorafgaand aan het uitkeringsjaar woonachtig zijn in Nederland.

Artikel

6

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2003 en vervalt met ingang van 1 januari 2008, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de verstrekte uitkeringen.

Artikel

7

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling specifieke uitkering jeugdgezondheidszorg.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, C.I.J.M.Ross-van Dorp