Regeling, houdende bepalingen omtrent de bemanning van zeegaande zeilschepen in de commerciële vaart met een lengte van minder dan 40 meter (Regeling bemanning zeegaande zeilschepen)

Regeling bemanning zeegaande zeilschepen

Hoofdstuk

1

Inleidende bepalingen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.
wet:
b.
ervaring:

de diensttijd uitgedrukt in seizoenen, in een bepaalde functie aan boord van in de vaart zijnde zeilschepen;

c.
binnenwateren:

de binnenwateren van het communautaire net, behorende tot zone 2, bedoeld in bijlage 1 bij richtlijn nr. 2006/87/EG van het Europees parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen en tot intrekking van richtlijn nr. 82/714/EEG van de Raad (PbEU L 389);

d.
seizoen:

een, al dan niet aaneengesloten, periode van 180 kalenderdagen;

e.
vaargebied I:

het gebied dat zich uitstrekt van de monding van de Eems over de Duitse Wadden, begrensd door de laagwaterlijn op het Noordzeestrand van de Duitse Waddeneilanden tot de oostpunt van Spiekeroog, en vervolgens van de lijn van de oostpunt van Spiekeroog - Harleboei - vuurschip Weser - vuurschip Elbe I en de Elbemonding tot Brunsbüttel, begrensd door de rode boeienlijn, tevens omvattend het Noord-Oostzeekanaal, het Kielerfjord, de westelijke Oostzee, Belten en Sont, begrensd door de lijn Grenaa - Kullen in het Noorden en in het Oosten door de lijn Falster Bo - Cap Arkona, inclusief het bodden- en haffengebied ten zuiden van Rügen;

f.
vaargebied II:

een strook kustwater van 25 mijl uit de kust te beginnen dwars van Nieuwpoort tot de monding van de Elbe (Elbe I) en de Eider (Toenning), tevens omvattend het Noord-Oostzeekanaal en de westelijke Oostzee, Belten en Sont en het Kattegat in het Noorden begrensd door de lijn Skagen - Göteborg en in het Oosten door de lijn Simrishamn - oostkust Bornholm -Stettin, met dien verstande dat Bornholm in het Oosten op maximaal 25 mijl gepasseerd mag worden;

g.
vaargebied III:

de gehele Oostzee, de Noordzee, in het Noorden begrensd door de lijn van 63 graden 30 minuten Noorderbreedte (tot maximaal 25 mijl uit de Noorse kust) - 61 graden Noorderbreedte, 1 graad Westerlengte - Strathie Head verbonden met de lijn van Barony Point - Mull - oostkust Colonsay -Islay (Ardmore Point) - Inishowen Head (Noord-Ierland) en vervolgens in het Zuidwesten van Old Head of Kinsale (Zuid-Ierland nabij Cork Harbour) naar 48 graden Noorderbreedte, 6 graden Westerlengte (ca. 25 mijl west van Pointe du Raz) tot de zuidoever van de Gironde (45 graden Noorderbreedte, 2 graden 35 minuten Westerlengte); tot vaargebied III behoort tevens de gehele Middellandse Zee vanaf de Straat van Gibraltar;

h.
vaargebied IIIA:

de zuidelijke Noordzee, in het noorden begrensd door de parallel van 53 graden Noorderbreedte en in het zuiden begrensd door de lijn Calais-Dover, alsmede de wateren tot 30 mijl uit de Europese kusten binnen het vaargebied III;

i.
vaargebied IV:

onbeperkt vaargebied.

Artikel

2

Hoofdstuk

2

Bekwaamheidsbewijzen en ervaring

Artikel

3

Voor de afgifte van een vaarbevoegdheidsbewijs voor de functie kapitein zeilvaart met de beperking tot zeilschepen van minder dan 500 GT op reizen in de vaargebieden III en IV is

ten minste vereist:

  • a.

    het bekwaamheidsbewijs stuurman grote zeilvaart;

  • b.

    het certificaat basisveiligheid;

  • c.

    het certificaat medische eerste hulp aan boord;

  • d.

    het certificaat medische zorg aan boord;

  • e.

    het algemeen certificaat maritieme radiocommunicatie; en

  • f.

    een diensttijd van 2 seizoenen als wachtstuurman zeilvaart.

Artikel

4

Artikel

5

Voor de afgifte van een vaarbevoegdheidsbewijs als wachtstuurman zeilvaart met de beperking tot zeilschepen van minder dan 500 GT op reizen in de vaargebieden III en IV, is ten minste vereist:

  • a.

    het bekwaamheidsbewijs stuurman kleine zeilvaart;

  • b.

    het certificaat basisveiligheid;

  • c.

    het certificaat medische eerste hulp aan boord;

  • d.

    het algemeen certificaat maritieme radiocommunicatie; en

  • e.

    de leeftijd van 18 jaar.

Artikel

6

Voor de afgifte van een vaarbevoegdheidsbewijs als wachtstuurman zeilvaart met de beperking tot zeilschepen van minder dan 500 GT op reizen in de vaargebieden I, II en IIIA is ten minste vereist:

  • a.

    het bekwaamheidsbewijs stuurman kleine zeilvaart;

  • b.

    het certificaat basisveiligheid;

  • c.

    het certificaat medische eerste hulp aan boord;

  • d.

    het beperkt certificaat maritieme radiocommunicatie; en

  • e.

    de leeftijd van 18 jaar.

Artikel

7

Voor de afgifte van een vaarbevoegdheidsbewijs als gezel zeilvaart met de beperking tot zeilschepen van minder dan 500 GT is ten minste vereist:

  • a.

    een schriftelijke verklaring van de kapitein van een Nederlands zeilschip dat de aanvrager heeft aangetoond te voldoen aan de eisen van bekwaamheid, bedoeld in sectie A-II/4 van de STCW-Code;

  • b.

    het certificaat basisveiligheid;

  • c.

    een diensttijd van 1 seizoen als aankomend gezel zeilvaart, die op binnenwateren mag zijn behaald; en

  • d.

    de leeftijd van 16 jaar.

Artikel

8

Vervallen

Artikel

9

Vervallen

Artikel

10

Vervallen

Artikel

11

Vervallen

Hoofdstuk

3

Landelijk Examenbureau voor de Beroepszeilvaart

Artikel

12

Hoofdstuk

4

Slotbepalingen

Artikel

14

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling bemanning zeegaande zeilschepen.

Deze regeling zal met de toelichting worden geplaatst in de Staatscourant.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,Roelf H. deBoer