Verordening op de Raad van Toezicht Beroepsuitoefening AA's

Verordening op de Raad van Toezicht Beroepsuitoefening AA's

De ledenvergadering van de NOvAA, Overwegende dat tot de wettelijke taken van de NOvAA behoort de bevordering van een goede beroepsuitoefening door de Accountants-Administratieconsulenten,
Overwegende dat een goede beroepsuitoefening wordt bevorderd door het houden van toezicht daarop;

Stelt de volgende verordening vast:

Hoofdstuk

I

Begripsbepalingen

Artikel

1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

Hoofdstuk

II

De Raad van Toezicht Beroepsuitoefening AA's

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Hoofdstuk

III

Toezicht

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

De Raad brengt zijn bevindingen in de vorm van een klacht ter kennis van de tuchtrechter indien hem bij de uitoefening van het toezicht van feiten of omstandigheden blijkt die grond kunnen opleveren tot het opleggen van een tuchtrechtmaatregel, althans tot gegrondverklaring van de klacht.

Hoofdstuk

IV

Overige bepalingen

Artikel

10

Jaarlijks voor 1 maart brengt de Raad een geanonimiseerd verslag uit omtrent zijn werkzaamheden in het afgelopen kalenderjaar en maakt dit openbaar.

Artikel

11

Artikel

12

Evaluatiebepaling

Artikel

13

Binnen zes maanden na het verstrijken van vier jaar na de inwerkingtreding van deze verordening brengt het bestuur van de NOvAA aan de leden verslag uit omtrent de wijze waarop de Raad heeft gefunctioneerd. In het bijzonder gaat dit verslag in op de vraag naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het door de Raad uitgeoefende toezicht.

Slotbepaling

Artikel

14