Regeling van de Minister van Justitie van 28 november 2002, nr. 5167385/02/DP&O, houdende verlening van mandaat, volmacht en machtiging (Mandaatregeling Ministerie van Justitie 2002)

Mandaatregeling Ministerie van Justitie 2002

De Minister van Justitie, in overeenstemming met de Minister voor Vreemdelingenbeleid en Integratie,
Gelet op de artikelen 10:3 en 10:21 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 27, vierde lid, van de Comptabiliteitswet en artikel 4, eerste lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

Besluit:

Artikel

1

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    bewindspersoon: de Minister van Justitie onderscheidenlijk de Minister voor Vreemdelingenbeleid en Integratie;

  • b.

    mandaat: de bevoegdheid om in naam van de bewindspersoon besluiten te nemen;

  • c.

    ministerie: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Organisatieregeling Ministerie van Justitie 2002.

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

De secretaris-generaal wordt aangewezen als hoofd van dienst in de zin van artikel 4, eerste lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement ten aanzien van:

  • a.

    de directeuren-generaal;

  • b.

    de plaatsvervangend secretaris-generaal;

  • c.

    de hoofden en directeuren van de in artikel 2, onderdeel a, van de Organisatieregeling Ministerie van Justitie 2002 genoemde dienstonderdelen die rechtstreeks ressorteren onder de secretaris-generaal, met uitzondering van de directeuren, bedoeld in artikel 2 van het Taak- en bevoegdheidsbesluit plv. secretaris-generaal Justitie.

Artikel

5

Bij verhindering van de secretaris-generaal is de plaatsvervangend secretaris-generaal bevoegd. Indien ook deze verhinderd is, is een van de directeuren-generaal bevoegd, in volgorde van de datum van benoeming.

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling genomen besluiten waarin mandaat, ondermandaat, volmacht of machtiging is verleend of doorgegeven aan functionarissen werkzaam bij onder een directoraat-generaal ressorterende directies en diensten waarin op het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling niet is voorzien, blijven van kracht voorzover zij niet strijdig zijn met het bepaalde bij of krachtens deze regeling, totdat op grond van deze regeling is voorzien in ondermandaat dan wel doorgifte van volmacht of machtiging of het betrokken besluit wordt ingetrokken.

Artikel

9

De Mandaatregeling Ministerie van Justitie 1997, kenmerk DDS 625191 wordt ingetrokken.

Artikel

10

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

11

Deze regeling wordt aangehaald als: Mandaatregeling Ministerie van Justitie 2002.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage
De Minister van Justitie,J.P.H.Donner